
Nieuws
Nieuwe studie onderzoekt hoe voeding en beweging behandeling kinderkanker ondersteunen
Wageningse onderzoekers zijn samen met het Prinses Máxima Centrum een studie gestart naar de invloed van voeding en beweging tijdens de behandeling van kinderen met kanker. De onderzoekers volgen de komende tijd vijfhonderd jonge patiënten vanaf de diagnose tot minimaal twee jaar na de behandeling. Ze hopen uiteindelijk praktische leefstijladviezen te geven aan ouders en zorgverleners en zo bij te dragen aan betere behandeluitkomsten.
Dit is de eerste studie in Nederland die op deze schaal onderzoekt hoe leefstijl de behandeling van kinderen met kanker mogelijk kan ondersteunen. Tot nu toe is er nog weinig bekend over hoe voeding en beweging kankerbehandelingen zoals chemotherapie beïnvloedt. Dat geldt zowel bij volwassenen als bij kinderen. Toch merken artsen en onderzoekers dat daar behoefte aan is. Tijdens en na de behandeling hebben kinderen met kanker vaak meer of juist minder eetlust, en verandert hun reuk- en smaakbeleving. Daardoor kunnen ze afvallen, aankomen of voedingstekorten oplopen. Die klachten beïnvloeden mogelijk het risico op bijwerkingen en het succes van de kankerbehandeling.
Gedetailleerde metingen
“Wanneer een kind gediagnosticeerd wordt met kanker, voelen ouders zich natuurlijk machteloos”, zegt Dieuwertje Kok, universitair hoofddocent Voeding en Kanker. “Ze willen zó graag iets doen, maar we hebben nu nauwelijks goed onderbouwde adviezen op het gebied van voeding en beweging waar zij thuis mee aan de slag kunnen.” Met dit onderzoek hopen de onderzoekers daar verandering in te brengen. Kok benadrukt wel dat het gaat om voeding en beweging ter ondersteuning van bestaande behandelingen zoals chemotherapie, en niet als vervanging ervan.
Wanneer een kind gediagnosticeerd wordt met kanker, voelen ouders zich natuurlijk machteloos. Ze willen zó graag iets doen, maar we hebben nu nauwelijks goed onderbouwde adviezen op het gebied van voeding en beweging waar zij thuis mee aan de slag kunnen.
Het onderzoeksteam heeft momenteel de eerste patiënten geworven en start zo snel mogelijk na de diagnose met metingen en data verzamelen. Ouders vullen onder andere vragenlijsten in over de voedingsgewoonten van hun kind en houden enkele dagen een voedingsdagboek bij. De kinderen zelf dragen af en toe een bewegingsmeter die hun fysieke activiteit registreert. Daarnaast brengen de onderzoekers de lichaamssamenstelling, zoals spier- en vetmassa, en darmflora in kaart. Die metingen herhalen ze regelmatig.
Bijdragen aan betere zorg
De onderzoekers volgen de kinderen na de diagnose minimaal twee jaar. “Door allerlei verschillende aspecten tegelijkertijd te meten, hopen we op termijn waardevolle inzichten te verkrijgen,” zegt Kok. “Mogelijk weten we bijvoorbeeld al relatief snel of bepaalde voedingsgewoonten of voedingsstoffen in het bloed samenhangen met bijwerkingen van de behandeling.”
Aan het onderzoek werken verschillende experts mee, waaronder (kinder)artsen, diëtisten, voedingswetenschappers, fysiotherapeuten en bewegingswetenschappers. “Het is een groot samenwerkingsproject waarbij iedereen zijn eigen kennis en expertise bijdraagt”, aldus Kok. Ook internationaal krijgt het project navolging, met een vergelijkbare studie in Griekenland, Italië en Spanje. De wetenschappers hopen over een paar jaar hun kennis te bundelen en daarmee officiële richtlijnen op te stellen.
Over de FITco Studie
De FITco Studie wordt gefinancierd door het Wereld Kanker Onderzoek Fonds. Het onderzoek wordt geleid door prof. dr. Wim Tissing van het Prinses Máxima Centrum en dr. Dieuwertje Kok van Wageningen University & Research.