Nieuws

Regeneratieve landbouw moet concreter en beter meetbaar

article_published_on_label
20 maart 2023

De huidige voedselproductie legt een zware druk op natuur en klimaat. Nieuwe, duurzamere voedseloplossingen zijn daarom hard nodig. Een van die mogelijke oplossingen is regeneratieve landbouw. Loekie Schreefel keek voor zijn promotie-onderzoek naar wat regeneratieve landbouw is en hoe je het kan toepassen.

‘Ik wil regeneratieve landbouw concreter en beter meetbaar maken. Dat maakt het aantrekkelijker voor beleidsmakers om financiële steun te bieden aan boeren en voor boeren om regeneratieve praktijken toe te passen,’ vertelt Schreefel, die onlangs promoveerde aan Wageningen University & Research (WUR).

Een overgang naar een duurzamer voedselsysteem is nodig om genoeg voedsel te produceren voor een groeiende en welvarende bevolking. Tegelijkertijd moeten we ons voedsel produceren binnen de grenzen van wat onze planeet aankan en met respect voor het welzijn van mens en dier. Binnen de regeneratieve landbouw wordt rekening gehouden met natuur, mens, dier, klimaat en economie.

Wat is regeneratieve landbouw eigenlijk?

‘Het belang van regeneratieve landbouw als een duurzamere vorm van voedselproductie is duidelijk: de manier waarop voedsel momenteel wordt geproduceerd is negatief voor het milieu door de uitstoot van broeikasgassen, een afname in biodiversiteit en het uitputten van de bodem en andere natuurlijke bronnen,’ zegt de promovendus.

‘Echter, een algemeen begrip over wat regeneratieve landbouw nu eigenlijk is en hoe dit het beste is toe te passen, missen we op dit moment. Dit is niet ideaal en kan leiden tot Green Washing.’

Op basis van een uitgebreid, internationaal literatuuronderzoek beschrijft Schreefel regeneratieve landbouw als een vorm van landbouw waarbij bodembescherming het uitgangspunt is. Naast bodembescherming draagt regeneratieve landbouw bij aan verschillende milieu- en socio-economische aspecten van duurzame voedselproductie.

Uit het promotieonderzoek blijkt dat deze definitie niet hetzelfde is voor elke boer. Een melkveehouder op veenbodem heeft bijvoorbeeld heel andere uitdagingen dan een akkerbouwer op kleibodem. Hierdoor is het vaak niet duidelijk welke praktijken bij regeneratieve landbouw horen en hoe we deze praktijken het beste kunnen monitoren en financieel belonen.

Verschillende rekenmodellen

Om toch context-specifieke oplossingen te vinden voor de uitdagingen waar boeren momenteel en in de toekomst mee te maken krijgen, bracht Schreefel in zijn onderzoek verschillende rekenmodellen samen.

Op basis van de gegevens van een bedrijf, kan zijn rekenmodel verschillende combinaties aan op maat gemaakte regeneratieve oplossingen aandragen op basis van het bedrijfssysteem, bodemtype en klimaat. Daarbij geeft het model ook een inschatting van de effecten van die praktijken op regeneratieve doelen zoals bodem gezondheid en financiële opbrengst. De resultaten hiervan zijn veelbelovend. Zo kan een akkerbouwer op kleibodem met behulp van regeneratieve praktijken zijn broeikasgasemissies verminderen met 50% en zijn bodemfuncties verbeteren.

Financiële beloning

Ook blijkt uit het onderzoek dat boeren die overgaan op regeneratieve oplossingen, er financieel op achteruit kunnen gaan. Daarom moet er goed naar het verdienmodel worden gekeken.

‘Positieve effecten op het milieu door het toepassen van regeneratieve praktijken zouden financieel beloond moeten worden in plaats van alleen te kijken naar productiviteit,’ vindt Schreefel.

‘Om boeren financieel te kunnen belonen, is het belangrijk dat de korte- en langetermijneffecten van nieuwe regeneratieve praktijken - zoals bijvoorbeeld strokenteelt - gemeten worden. Op dit moment zijn hier geen universele meetinstrumenten voor: terwijl sommige directe meetmethodes wel precies zijn maar veel kosten, zijn andere methodes te simplistisch. Hierin is dus nog veel winst te boeken.’

Samenwerkingsproject ‘Regenerative farming’

Het promotie-onderzoek van Loekie Schreefel is onderdeel van het publiek-private samenwerkingsproject ‘Regenerative Farming’. Dit project komt mede tot stand door topsector AgriFood, TiFN, FrieslandCampina, Cosun, BO akkerbouw en Rabobank. In het vervolg-project werken verschillende partijen met boeren samen aan ‘Verdien- en ontwikkelmodellen naar Regeneratieve Landbouw’.