Nieuws

De Wetenschapswinkel van WUR: Al 35 jaar voor het maatschappelijk belang

Published on
23 oktober 2020

Maatschappelijke organisaties, burgers en sociale ondernemingen met een prangende onderzoeksvraag maar een kleine beurs, kunnen een beroep doen op de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research (WUR). Studenten en onderzoekers gaan vervolgens aan de slag om de vraag samen met de aanvrager te beantwoorden. Lèneke Pfeiffer van de Wetenschapswinkel over de achtergronden en de werkwijze.

"Alle universiteiten in Nederland hadden in de jaren zeventig een Wetenschapswinkel, vanuit de gedachte dat studenten iets terug zouden doen voor de samenleving. Na het beëindigen van financiering door de overheid zijn veel universiteiten gestopt met deze dienstverlening. De Raad van Bestuur van WUR is echter financiële middelen beschikbaar blijven stellen, waardoor de dienstverlening van de Wageningse Wetenschapswinkel niet in gevaar is gekomen", vertelt Lèneke Pfeiffer.

“Voorwaarde van de onderzoeksvragen is altijd dat het maatschappelijk belang ermee gediend is en het antwoord de samenleving verder kan helpen. De vraag moet uiteraard passen binnen het domein van WUR, zoals voeding en gezondheid, duurzame landbouwsystemen, watermanagement of een leefbare groene ruimte.

Het dienen van het maatschappelijk belang lijkt misschien een wat ‘stoffig begrip’, maar het is een essentieel aspect van ons werk. Met de resultaten in een onderzoeksrapport gebeurt ook echt iets. Dat weten we onder andere omdat we na zo’n drie jaar contact opnemen met de opdrachtgever om te horen of er iets gedaan is met de resultaten van een project. Natuurlijk zijn er dan wel eens initiatieven verdwenen, maar bij de meeste projecten zijn betrokkenen daadwerkelijk met die resultaten aan de slag gegaan.”

Burgerparticipatie

Sinds het stimuleren van burgerparticipatie door de overheid ziet Lèneke een verandering in het type onderwerpen van de aanvragen. Burgers gaan zelf dingen doen, in hun wijk, in hun regio, en weten daarbij ook de Wetenschapswinkel te vinden. Lèneke: “Er zijn veel vrijwilligers die tijd, energie en kennis steken in dit soort onderzoeksprojecten. Naast uiteraard studenten en begeleiders proberen wij ook andere mensen voor een project te enthousiasmeren: gaat het over leefomgeving, dan betrekken we er een gemeente/provincie of vergelijkbare organisaties bij. Gaat het over lokaal energie opwekken, dan interesseren we energieproducenten. Hoe breder je een project maakt, hoe groter het netwerk, en hoe groter de kans dat het resultaat gaat landen.”

One Wageningen avant-la-lettre

Als een aanvraag voor onderzoek binnenkomt, gaan Lèneke of haar collega Gerard Straver het liefst zelf met een expert (onderzoeker) bij de aanvrager op bezoek. Voor een intake en vooral ook om de situatie ter plekke te bekijken. Samen met de aanvrager formuleren ze een scherpe onderzoeksvraag. “Vaak is het een multidisciplinaire vraag, die om een dito aanpak vraagt. Het liefst brengen wij kennis van verschillende kenniseenheden bij elkaar en verbinden we intern en extern. Zo deden we het altijd al, dus eigenlijk OneWageningen avant-la-lettre. Wij vinden het belangrijk dat we integraal aan oplossingen werken. Juist ook om die reden zijn er onderzoekers die graag met ons samenwerken in projecten.”

Het juiste loket

Studenten kunnen inschrijven op de onderzoeksvragen van de Wetenschapswinkel voor het behalen van studiepunt(en) of om op af te studeren. De Wetenschapswinkel heeft 35-40 projecten in portefeuille en rondt per jaar zo’n 10 tot 14 projecten af. Voor de projectleiders putten ze uit hun netwerk. Lèneke: “Natuurlijk komen er ook vragen bij ons binnen die niet bij ons passen. We werken nauw samen met het Onderwijsloket (red: sinds kort Society Based Education, vertaalt vragen uit de samenleving naar onderzoeksopdrachten voor onderwijsvakken). Soms is een onderwerp zo complex dat het meer geschikt is voor ACT (Academic Consultancy training). Er ligt voor ons ook een rol om vragen door te spelen naar de juiste plek.”

Kruisbestuiving

Onlangs is de Wetenschapswinkel (als onderdeel van stafafdeling Corporate Value Creation) verhuisd van gebouw Atlas naar het nieuwe Plus Ultra II op Wageningen Campus. De toegevoegde waarde van huisvesting op de campus is groot: “We zitten op loopafstand van studenten en onderzoekers. Dat is belangrijk voor ons werk, want juist die kruisbestuiving van onderzoekers en studenten maakt het boeiend en brengt onze projecten verder. En ja, de situatie rond corona is lastig. Studenten en onderzoekers niet face tot face treffen komt die kruisbestuiving niet ten goede.”

Andere aanpak door corona

Ook nieuwe klanten moet je nu online leren kennen en dan mis je soms de context van een probleem, stelt Lèneke. “Voor de bruikbaarheid van de resultaten is connectiviteit van belang. Je ziet dan ook wat mensen voor relatie hebben met een specifieke omgeving of met een probleem. Bij een intake in Arnhem hebben we daarom nu bijvoorbeeld de klant gevraagd of ze een video wilden maken voor de studenten. Dat is toch een andere aanpak. Normaal zou je met een groep op locatie gaan kijken. Nu wordt het allemaal wat theoretischer en abstracter. Corona heeft ook consequenties voor het groepswerk; mensen moeten andere eigenschappen aanspreken en om tot hetzelfde resultaat te komen is meer energie nodig. Het enige positieve is uiteraard ook hier dat we minder reizen met z’n allen. En gelukkig is het aantal vragen dat we binnekrijgen nog niet opgedroogd. Dat lijken er zelfs wat meer te zijn.”

Mocht u als betrokkene bij een maatschappelijke organisatie, burgerinitiatief of sociale ondernemingen ook een prangende onderzoeksvraag hebben maar niet de middelen voor het laten doen van onderzoek, kijk dan eens op de website van de Wetenschapswinkel of bekijk onderzoeksvragen en resultaten in het jaarverslag van de Wetenschapswinkel.