Nieuws

Duurzamere bollenteelt door opkweek in kassen

article_published_on_label
17 september 2020

Ziektevrij uitgangsmateriaal en een kortere levenscyclus kunnen ervoor zorgen dat er in de bollenteelt minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. Hiervoor moet het uitgangsmateriaal minimaal een jaar worden geteeld in een kas, tunnel of vertical farm, en onder de juiste omstandigheden voor een maximale bolgroei. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research doet onderzoek naar de fysiologische aspecten van zo'n nieuw teeltsysteem voor zantedeschia, narcis, amaryllis en tulp.

Ziekten en plagen

Bij de meeste bolgewassen duurt het ongeveer vijf jaar om uitgangsmateriaal op te kweken tot leverbare bollen. Vanwege de fysiologische aard van de bollen moeten ze elk jaar worden geoogst, opgeslagen en opnieuw geplant. Helaas leidt dit systeem tot de instandhouding, verspreiding en circulatie van ziekten en plagen, wat op zijn beurt intensief gebruik van pesticiden nodig maakt. Om deze cirkel te doorbreken is het nodig om met schoon, ziektenvrij materiaal te beginnen (bijvoorbeeld virusvrij met in-vitro materiaal), ze schoon te houden tijdens de teelt en hun het aantal groeicycli te verminderen. Het resultaat: er is minder gewasbescherming nodig en daarmee is de teelt duurzamer.

Ziektebestrijding en optimale plantprestaties

Kassen bieden de juiste omstandigheden om ziektebestrijding en plantprestaties te optimaliseren. Hiervoor moet de fotosynthese-capaciteit en koolstofverplaatsing vergroot worden zonder de fysiologie van het gewas te verstoren. Zo zijn sommige bollen daglengtegevoelig: een verlengd teeltregime zou de biomassa van de bollen in de eerste maanden kunnen verhogen, maar het signaal tot afsterven verstoren. Hierdoor bloeit de bol meerdere keren, waardoor de biomassa van de bol in gevaar komt, zo bleek tijdens onderzoek met sommige leliecultivars.

Fundamenteel onderzoek

Daarom onderzoekt WUR hoe bollen reageren op teelt in een kas voor vier gewassen: zantedeschia, narcis, amaryllis en tulp. Zoals: wat is het effect van verschillende LED-spectra en -intensiteiten op de fotosynthese en de koolstofremobilisatie in die gewassen? En: zijn er moleculaire merkers die kunnen aangeven in welke fysiologische fase een bloembol zich bevindt (zodat bijvoorbeeld de teeltstrategie daarop kan worden bijgestuurd)?

Dit fundamentele onderzoek geeft antwoord op de vraag naar de fysiologische gevolgen van de bollenteelt in een kas. Dit zou uiteindelijk kunnen leiden tot een geheel nieuw teeltsysteem, waarbij bollen bijvoorbeeld een jaar in een kas, tunnel of vertical farm worden geteeld en vervolgens nog een jaar in de vollegrond. In dat tweede jaar zouden de bollen robuuster en beter bestand kunnen zijn tegen plagen en ziekten, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn.

'Fundamentele systeemsprong in bloembollen'

Het onderzoek 'Fundamentele systeemsprong in bloembollen' is een PPS en wordt gefinancierd door Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, KAVB, Anthos, Wageningen University & Research (WUR), Hobaho, Kapiteyn, Prins, Iribov, Dunamo Foundation, Agrifirm-GMN, BQ Ondersteuning, Greenport Duin & Bollenstreek, Bollenacademie en Rabobank Nederland.​