Nieuws

Een duurzaam fokprogramma voor het Lakenvelder rund

article_published_on_label
22 juni 2020

Het Lakenvelder rund is één van de meest herkenbare runderrassen in Nederland. Uit onderzoek van het CGN bleek dat de inteelttoename in de afgelopen decennia boven de veilige grens lag en daarmee het risico op het optreden van erfelijke afwijkingen te groot is. Met behulp van simulaties is aangetoond dat de inteelttoename in de toekomst weer onder de veilige grens gebracht kan worden, door onder andere het beschikbaar stellen en inzetten van meer fokstieren en meer aandacht in het fokbeleid voor selectie van fokdieren die een lage verwantschap met de gehele populatie hebben.

De huidige situatie

Lakenvelder runderen behoren door het lage aantal volwassen vrouwelijke dieren ingeschreven in het stamboek tot de zeldzame Nederlandse landbouwhuisdierrassen. Voor het in stand houden van zeldzame rassen is het van groot belang om het aantal fokdieren en de toename in inteelt en verwantschap in de populaties te monitoren. In 2019 heeft het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN) een genetisch populatie onderzoek uitgevoerd voor de Nederlandse Lakenvelder runderen. Hierbij is gekeken naar de trend (stijging of daling) van het aantal beschikbare fokdieren, het aantal geboortes, de inteelttoename en de gemiddelde verwantschap binnen de populatie. Uit de resultaten van dit onderzoek  bleek dat de inteelttoename in de afgelopen decennia te hoog was. Voor de toekomst van de Nederlandse Lakenvelder populatie is fokbeleid nodig dat zich richt op het verlagen van de inteelttoename.

De toekomst

Met computersimulaties zijn verschillende maatregelen geanalyseerd om vast te stellen hoe een verlaging van de verwachte inteelttoename kan worden bereikt. De resultaten van de basis simulatie  met de huidige gegevens en het huidige fokbeleid waren vergelijkbaar met de resultaten van de genetische populatie analyse. Vervolgsimulaties wezen uit dat de inzet van meer fokstieren en een gelijkmatigere verdeling van de inzet per stier zal leiden tot een verlaging van de inteelttoename. Ook werd aangetoond in de simulatie dat selectie van fokdieren op basis van een lage verwantschap met de rest van de fokpopulatie (mean kinship) het meest positieve resultaat kan opleveren. In de praktijk zal een combinatie van meer fokstieren met een betere verdeling van dekkingen per stier samen met het publiceren van de gemiddelde verwantschap per fokstier tot de meest gunstige situatie leiden en de inteelttoename verlagen.

Advies in het kort:

  • Fokbeleid aanpassen voor een duurzame toekomst van de Nederlandse Lakenvelder populatie, omdat de inteelttoename in de afgelopen decennia boven de veilige grens lag (FAO norm);
  • Aantal beschikbare fokstieren vergroten en een gelijkmatigere verdeling van het aantal dekkingen per stier;
  • Publiceren van de gemiddelde verwantschap van fokdieren in relatie tot de populatie (mean kinship), voor in elk geval de fokstieren.