Nieuws

Emissieloze teelt vraagt om kennis van schadegrenzen

article_published_on_label
1 mei 2019

Gewassen in kassen krijgen water om te groeien. Maar aan dat water voegt een teler vaak andere stoffen toe, zoals zijn meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of reinigingsmiddelen (om de waterinstallatie schoon te houden). Zeker die laatste middelen kunnen bij te hoge concentraties in het water het gewas beschadigen. Maar de vraag is: wat is te hoog? De Business Unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research ontwikkelt een meetmethode om de schadegrens (de kritische concentratie) van gebruikte stoffen eenduidig vast te stellen.

De Nederlandse tuinbouw werkt aan emissieloze kassen, ofwel: kassen die geen schadelijke stoffen (stikstof, gewasbeschermingsmiddelen) uitstoten naar bijvoorbeeld het oppervlaktewater. Daarbij is het belangrijk te weten welke toegevoegde stoffen worden opgenomen door het gewas of afgebroken door het water. Stoffen die in het drainwater blijven circuleren kunnen namelijk accumuleren tot voor de plant giftige waarden.

Voor een emissieloze teelt is het dus cruciaal te weten wat de kritische concentraties zijn van veelgebruikte stoffen. Daarvoor onderzoekt WUR eerst een aantal reinigings- en ontsmettingsmiddelen (zoals waterstofperoxide, ozon en chloorbleekloog) en groeiverbeteraars. Daarbij wordt gekeken of de zogenoemde fytotoxkit een bruikbare methode is. Hierbij worden zaden van verschillende gewassen gekiemd in een oplossing met het betreffende product.. Zo kan gemeten worden bij welke concentratie schade optreedt.

Dit project ontvangt financiële steun van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Binnen de Topsector werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid samen aan innovaties op het gebied van duurzame productie van gezond en veilig voedsel en de ontwikkeling van een gezonde, groene leefomgeving. Vanuit het bedrijfsleven nemen Glastuinbouw Nederland (via collectieve financiering vanuit Stichting Kennis In Je Kas) en Agrozone deel aan het project. Andere partijen uit het bedrijfsleven zijn welkom om mee te doen.