Nieuws

Gegrepen door de veerkracht van zaden

article_published_on_label
8 april 2022

Zaadonderzoek heeft lang een stoffig imago gehad, maar Leónie Bentsink toont al jaren aan hoe fascinerend zaden als onderzoeksobject zijn. Donderdag 7 april hield zij haar inaugurele rede als persoonlijk hoogleraar bij de leerstoelgroep Plantenfysiologie. Bentsink, die haar onderwijscarrière op de mavo begon, zette daarmee de kroon op een uitzonderlijke academische carrière.

Die academische carrière was nog ver weg toen Bentsink achtereenvolgens de mavo, het mbo en het hbo had doorlopen. “Ik kom niet uit een academische omgeving en ik heb me altijd laten leiden door wat ik leuk vind. Dit bracht me op het hbo, waar ik Plantbiotechnologie ging studeren. Mijn afstudeeropdracht deed ik bij de leerstoelgroep Erfelijkheidsleer van de WUR. Hoogleraar Maarten Koornneef was gecharmeerd van hoe ik mijn onderzoek deed en bood me een aio-positie aan. Dat kon toen nog met een passend hbo-diploma.”

Leónie Bentsink
Leónie Bentsink

Kiemen na 2000 jaar rust

Ze herinnert zich haar eerste project nog goed: “Ik ging onderzoek doen naar de invloed van natuurlijke aanpassingen op de kieming van zaad. Gaandeweg vond ik dat steeds interessanter worden. En nog steeds ben ik gegrepen door de veerkracht van zaden, die kieming kunnen uitstellen als de condities niet gunstig zijn. Door bijvoorbeeld waar te nemen hoeveel nitraat er in de grond zit, weet een zaadje of het wel of geen zin heeft om nu te kiemen. Het zet dan bepaalde mechanismen in waardoor het in kiemrust blijft. Is er weinig competitie, dan spelen er andere mechanismen op waardoor de kieming wel op gang komt. Het gegeven dat een zaad de omgeving kan meten, vind ik fascinerend. Net als dat zaden enorm lang bewaard kunnen blijven. Zaden die gevonden zijn op archeologische sites in de Judea-woestijn, zijn na tweeduizend jaar nog in staat te kiemen.”

DOG1-gen

Tijdens haar promotieonderzoek ontdekte ze dat er een gen is dat de kiemrust reguleert, het DOG1-gen. Vervolgens wilde Bentsink gaan kijken naar de samenwerking binnen een gebied op het genoom. Het projectvoorstel dat zij hiervoor schreef, werd in 2005 gehonoreerd met een Veni-beurs. Ze verliet Wageningen om het onderzoek in Utrecht voort te zetten. Daar bouwde zij haar eigen netwerk op en kon zij een eigen groep vormen. Met deze groep keerde ze in 2009 terug naar Wageningen: “Mijn gevoel was dat dit onderzoek hier beter ingebed zou zijn in de laboratoriuminfrastructuur.”

mRNA als boodschappers

In 2013 kreeg Bentsink – nadat ze eerder al eens een Veni-beurs had ontvangen – een Vidi-beurs voor haar projectvoorstel voor onderzoek naar de negatieve correlatie tussen kiemrust en de bewaarbaarheid van zaden, een vinding van de jaren daarvoor in haar lab.

Daar werkt zij nog steeds: sinds 1 februari 2022 als persoonlijk hoogleraar op grond van haar uitzonderlijke wetenschappelijke prestaties. Zo maakte Bentsink in 2019 een hattrick compleet door een Vici-beurs in de wacht te slepen voor Seeds4Ever, een project dat nog tot 2025 loopt. Hierin wordt onderzocht welke invloed mRNA speelt in de houdbaarheid van zaden. Het is een thema dat haar blijft boeien: “We weten dat de samenstelling van mRNA-moleculen in zaden verandert afhankelijk van de omgeving waarin het zaad is opgegroeid. We onderzoeken nu wat de juiste samenstelling is voor kieming. Technisch is dat een grote uitdaging, maar ik werk gelukkig met een stel vasthoudende aio’s en postdocs.”

Mensen begeleiden

Uit het contact met medewerkers en studenten haalt zij misschien nog wel het meeste werkgeluk, zegt ze: “Een gehonoreerd projectvoorstel of een geaccepteerd wetenschappelijk artikel geeft kortstondige euforie. Maar van mensen begeleiden bij hun ontwikkeling krijg ik energie. Een pas afgestudeerde masterstudent begeleiden die niet weet welke richting zij op moet en die op een dag als zelfverzekerd onderzoeker de deur achter zich dichttrekt, dat vind ik waardevol.”

Een carrièreplanner is ze nooit geweest en zal ze ook niet meer worden: “Voorlopig liggen er nog genoeg uitdagingen, zowel in onderzoek als in onderwijsinnovatie. Eerlijk gezegd heb ik de laatste tijd ook nauwelijks tijd gehad om over de toekomst na te denken. Tijdens COVID heeft mijn groep er acht mensen bij gekregen. Allemaal mensen die hun draai hebben moeten vinden terwijl ik thuis aan het werk was. Ik vind het een wonder dat alles zo goed loopt. Kennelijk beschikken mensen over eenzelfde veerkracht als zaden.”

‘To germinate or not to germinate’ was de titel die persoonlijk hoogleraar Leónie Bentsink op 7 april uitsprak in de Aula van Wageningen University & Research. Hierin ging ze in op de beslissing van een zaad om al dan niet te kiemen. Na haar inauguratie is haar rede te vinden in de online bibliotheek.