Nieuws

Geoparken passen als resultaat van bottom-up processen in de regio bij ‘natuur die midden in de samenleving staat’

article_published_on_label
29 juli 2014

Geoparken zijn gebieden waar (internationaal) bijzondere aardkundige waarden voorkomen. Deze waarden worden ingezet voor de versterking van de regionale economie en identiteit. Alterra heeft voor het Ministerie van Economische Zaken een quickscan uitgevoerd naar de mogelijke kansen en risico’s van de aanwijzing van Geoparken in Nederland. De belangrijkste conclusies zijn dat Geoparken als resultaat van bottom-up processen in de regio passen bij het adagium ‘natuur die midden in de samenleving staat’. Het is aan het Rijk om nader te bepalen of zij het proces van kandidaatstelling en aanwijzing van Geoparken aan regionale actoren over laat, of zelf ook een actieve rol speelt.

Alterra heeft voor het Ministerie van Economische Zaken een quickscan uitgevoerd over de consequenties van aanwijzing van Geoparken in Nederland.

Om op vrij korte termijn te komen tot antwoorden en handelingsperspectieven voor EZ is dit onderzoek uitgevoerd als quickscan. Daarbij is gebruik gemaakt van interviews met een aantal betrokkenen. We hebben de casus Hondsrug, vooralsnog het enige Geopark in Nederland, gebruikt om meer inzicht te krijgen in de regionale, nationale en internationale spelers en het proces van aanwijzing van Geoparken, nu en in de toekomst.

Het rapport gaat in op hoe de aanwijzing van Geoparken in Nederland verloopt, wat daarbij de rol van UNESCO (nationaal en internationaal) is en hoe deze rol naar verwachting gaat veranderen. Het rapport gaat verder in op de rol die EZ kan spelen bij de aanwijzing van nationale Geoparken.

De belangrijkste conclusies zijn:

  • Geoparken passen als resultaat van  bottom-up processen in de regio bij het adagium van de Rijksnatuurvisie 2014: ‘natuur die midden in de samenleving staat’.
  • Aanwijzing als Geopark hoeft geen nieuw gebiedsbeschermingsbeleid met zich mee te brengen.
  • Aanwijzing van Geoparken brengt kansen en risico’s met zich mee. Kansen liggen er op het vlak van ontwikkeling en ‘branding’ van de regionale identiteit en economie. Een potentieel risico ligt op het vlak van de financiële continuïteit van lokale Geopark-organisaties. Een ander risico is verwatering van de meer prestigieuze status van Werelderfgoedsites door ‘concurrentie’ met Geoparken die straks ook het UNESCO-logo mogen voeren. Deze risico’s kunnen generiek beperkt worden door afspraken over bijvoorbeeld het maximum aantal Geoparken dat in Nederland een plaats zou kunnen krijgen.
  • Er zijn meerdere opties mogelijk met uiteenlopende mate van betrokkenheid van EZ bij de aanwijzing van Geoparken. Ook in de situatie van nauwere betrokkenheid van UNESCO bij Geoparken lijkt het mogelijk dat de Rijksoverheid er formeel buiten blijft en het proces van kandidaatstelling en aanwijzing van Geoparken aan regionale en lokale actoren over laat.