Nieuws

Gevolgen MSC ZOE-incident op het dierenleven in de Noordzee en de Waddenzee

article_published_on_label
13 juli 2021

Tijdens een zware storm op nieuwjaarsdag 2019 verloor de MSC ZOE ongeveer 350 containers ten noorden van Schiermonnikoog. Een deel van de containers brak open en de inhoud kwam terecht in zee. De exacte inhoud van de containers werd helaas nooit openbaar gemaakt, maar grote hoeveelheden plastics spoelden aan langs de Nederlandse kusten. De zorg vanuit de Nederlandse overheid en bevolking was groot, wat betreft de gevolgen op het dierenleven op zee. Wageningen Marine Research en het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) hebben hun resultaten in een gezamenlijk rapport gepubliceerd.

Verloren op zee

Binnen Wageningen Marine Research werd gekeken of plastics die van de ZOE afkomstig waren, ingeslikt waren door dieren. Hiervoor werden gegevens van na het incident vergeleken met gegevens van daarvóór. Een bijzondere focus lag op twee plastic types die de ZOE kwijt was geraakt: Polyethyleen (PE) pellets en polystyreen (PS) korrels. De pellets zijn het ruwe plasticmateriaal, ongeveer 5 mm groot en in dit geval van een melkachtige kleur. De korrels zijn ca. 0.6 mm kleine balletjes die door verhitting kunnen worden opgeblazen tot piepschuim.

Voorbeelden van kleine plasticstukjes die het containerschip ZOE tijdens een storm verloren had. Links: PE pellets, rechts: sterk vergrootte PS korrels.
Voorbeelden van kleine plasticstukjes die het containerschip ZOE tijdens een storm verloren had. Links: PE pellets, rechts: sterk vergrootte PS korrels.

Analyse van veel verschillende soorten in Noord- en Waddenzee

Onderzoek werd gedaan naar verschillende dierensoorten die in de Waddenzee en in de Noordzee voorkomen: tien soorten vis, zeven soorten zeevogels en drie soorten zeezoogdieren. In totaal werden in 2019 en 2020 - dus na het incident – 1340 dieren onderzocht en vergeleken met de gegevens van meer dan 5000 dieren die voor het incident verzameld waren.

Voor het onderzoek van de gevolgen van het ZOE-incident werden onder andere de magen van schar (links), Noordse stormvogels (midden) en gewone zeehond (rechts) onderzocht.
Voor het onderzoek van de gevolgen van het ZOE-incident werden onder andere de magen van schar (links), Noordse stormvogels (midden) en gewone zeehond (rechts) onderzocht.

Veel plastic, maar geen ZOE-plastic

Veel van de onderzochte soorten uit 2019 en 2020 bevatten plastic, met uitzondering van de zee-eenden, de alken en de zeehonden. Het meeste plastic werd terug gevonden in Noordse stormvogels, waarvan 95% van de vogels plastic in hun maag had. Het aantal beschikbare monsters varieerde nogal, wat ook invloed had op het voorkomen van gevonden plastics. Van de twee zee-eend soorten waren er bijvoorbeeld maar 14 dieren beschikbaar, van de alk 12 individuen en van de drieteenmeeuw maar 4. Daarentegen zijn er 44 stormvogels, 44 bruinvissen en 1087 vissen onderzocht.

Gevonden werden bijvoorbeeld piepkleine korreltjes in schol (zie foto), die een beetje op de PS korrels leken, maar als PMMA werden geïdentificeerd. Maar ook grotere stukken draad, plasticscherven en pellets werden onder andere in stormvogels, drieteenmeeuwen en bruinvissen gevonden. Sommigen van de pellets leken qua grootte en uiterlijk wel op de ZOE-pellets, maar bij geen van de plastics kon aangetoond worden, dat deze ook echt van de ZOE afkomstig waren.

De gegevens uit 2019 en 2020 werden vergeleken met gegevens van maaginhouden die in eerdere jaren waren verzameld. In alle soorten die voor het ZOE-incident onderzocht waren, was plastic opname al ooit aangetoond. Door de korte verzamelperiode en de deels kleine monstergroottes konden helaas geen betrouwbare conclusies getrokken worden, maar een duidelijke toename door het ZOE-incident was niet aantoonbaar.

De resultaten zijn gepubliceerd in een samenvattend rapport, maar ook beschikbaar in uitgebreide deelrapporten over de verschillende diergroepen. Zie links aan de rechterkant.

Voorbeelden van plastics uit verschillende dieren van dit onderzoek. Boven Links: Kleine korrels uit magen van schol. Boven rechts: Plastics gevonden in een stormvogel. Grootte en plastictype van de pellets lijken op de ZOE-pellets, maar kleur en verwering wijzen op een andere oorsprong. Onder links: Een draad gegeten door een gewone zeehond. Onder rechts: een klein touw uit de maag van een zeekoet.
Voorbeelden van plastics uit verschillende dieren van dit onderzoek. Boven Links: Kleine korrels uit magen van schol. Boven rechts: Plastics gevonden in een stormvogel. Grootte en plastictype van de pellets lijken op de ZOE-pellets, maar kleur en verwering wijzen op een andere oorsprong. Onder links: Een draad gegeten door een gewone zeehond. Onder rechts: een klein touw uit de maag van een zeekoet.

En nu?

In dit onderzoek kon geen van de door dieren gegeten plastics gerelateerd worden aan het ZOE-incident. Gevonden maaginhouden laten echter wel zien dat de door ZOE verloren PE pellets en PS-korrels in de voedselketen van Noordzee en Waddenzee terecht kunnen komen. De resultaten laten ook zien dat veel dieren door chronische plastic vervuiling geraakt worden. Lange-termijn onderzoek kan hier helpen om aantallen en trends betrouwbaar te onderzoeken als controle op de door politiek en maatschappij genomen maatregelen tegen plastic vervuiling.