Nieuws

Het platteland marginaliseert door verstedelijking

article_published_on_label
24 oktober 2018

De voortschrijdende verstedelijking trekt een wissel op het landelijk gebied. Het economische beleid is gericht op concentratiegebieden zoals de Randstad, maar tegelijk betekent dat een extra marginalisering van perifere gebieden, zegt hoogleraar Inclusive Rural Development prof. Bettina Bock in haar inaugurele rede aan Wageningen University & Research op 25 oktober.

Prof. Bock pleit voor de ontwikkeling van een relationeel perspectief op plattelandsontwikkeling waarin de dynamiek van de veranderende relaties tussen stedelijke en landelijke gebieden centraal staat.

De concentratie van kennis, hoogopgeleide werknemers en infrastructuur in gebieden als de Randstad, gaat gepaard met de marginalisering van perifere gebieden. Het succes van de stad en de marginalisering van rurale gebieden gaat zo hand in hand. Investeringen in de infrastructuur in bijvoorbeeld de Randstad krijgen prioriteit ten opzichte van verbindingen met Duitsland, waar bijvoorbeeld de regio Eindhoven bij gebaat is. “Beleidsprogramma’s zoals de ‘Agenda stad’ zorgen voor een concentratie van investeringen in bepaalde stedelijke gebieden omdat ze worden beschouwd als de motor van de nationale economie. Investeringen in andere delen van het land blijven daardoor achter en bevestigen hun perifeer zijn,” zegt prof. Bock in haar inaugurele rede ‘Rural futures – inclusive rural development in times of urbanisation’.

Elke regio is anders

Het verschijnsel van stedelijke groei is niet in alle regio’s hetzelfde. De geografische ligging speelt een rol naast de infrastructurele ontsluiting en de waargenomen waarde en het belang van gebieden. Plattelandsgebieden nabij de stad kunnen bijvoorbeeld ook profiteren van de nabijheid van een consumerende bevolking. De bereikbaarheid is hier minder een probleem. Daarentegen kunnen die stedenranden ook gemakkelijk worden opgeslokt door de stad, zoals bij uitbreidingsplannen voor nieuwbouw. De afstanden tot het centrum rekken steeds verder op. Alkmaar is de huidige grens van Amsterdam. De tussenliggende gebieden verstedelijken, en verliezen een stukje identiteit. Andere, meer op geografische afstand gelegen gebieden ontwikkelen hechte relaties met de stad omdat zij als gewenste toeristische locatie gezien worden. Toerisme genereert inkomsten en bevordert investeringen in bereikbaarheid en infrastructurele ontsluiting.

Sommige gebieden worden steeds meer perifeer; de politieke en sociaal economische afstand groeit. “De relatie in die gebieden worden minder hecht, afstandelijker. Zo is de afstand van Amsterdam naar Leeuwarden veel groter dan omgekeerd. Bovendien zijn die gebieden ook letterlijk minder bereikbaar”, zegt prof. Bock.

Niet langer uitgaan van de kracht van marginaal gebied

Veel gebieden hebben ervaren dat verstedelijking tot bevolkingsdaling leidt en de samenstelling van de bevolking ongunstig beïnvloedt; het zijn immers vaak de jongeren en hoog opgeleiden die naar de grote steden trekken, want daar kunnen ze vinden wat ze zoeken – hoger onderwijs en goede banen.

Met de daling van de bevolking komt ook de beschikbaarheid van essentiële voorzieningen in gevaar, onder ander op het gebied van onderwijs, zorg en vervoer. Dit zet de leefbaarheid van de gebieden onder druk. Maar er zijn ook nadelige effecten op nationaal niveau – meer ruimtelijke ongelijkheid zorgt voor maatschappelijke onrust en polarisering en vermindert zodoende de sociale samenhang.

“Het bestaande motto: een gebied moet zich ontwikkelen vanuit zijn eigen kracht, gaat dus niet langer op,” zegt prof. Bock. “We moeten anders gaan nadenken over de ontwikkelingen op het platteland. Het concentratiedenken is ondermijnend beleid. Want groei en krimp moet je integraal bekijken.”

Prof. Bock studeerde in Wageningen Agrarische Sociologie van de Westerse Gebieden en werkt er sinds 1996. Zij is ook bijzonder hoogleraar Bevolkingsdaling en Leefbaarheid in Noord Nederland aan de Rijksuniversiteit Groningen, en lid van de Wetenschappelijke Raad Bevolkingsdaling die het ministerie van Binnenlandse Zaken adviseert.