Nieuws

Het vriest dat het kraakt. Hoezo, de aarde warmt op?

article_published_on_label
9 februari 2021

Brrrr, wat is het plotseling koud! Donderdag en vrijdag was het nog 7 graden, en deze week vriest het dat het kraakt. Hoe bijzonder is dat? Wat zegt de kou over klimaatverandering en opwarming van de aarde? Kunnen dieren en planten daar wel tegen? We vragen 4 Wageningse wetenschappers om hun kennis met ons te delen.

Gert-Jan Steeneveld is universitair hoofddocent Meteorologie & Luchtkwaliteit. Hij volgt de weermodellen al weken nauwlettend. “Ja, de huidige weersomstandigheden zijn wel een snoepwinkel voor meteorologen. Ik volg het op de voet. Hoe bijzonder dit is? Nou, de verwachtingen qua ijs en vorst heb in mijn werkzame leven in ieder geval nog niet gezien.” Steeneveld legt uit dat dit weer kon ontstaan door een hogedrukgebied boven Scandinavië. “Dat brengt met oostenwind de kou van Rusland naar Nederland. Vandaar dat we het als meteorologen onder elkaar ook wel de Russische Beer noemen.

En als ik dan naar de ijsdiktemodellen kijk, dan voorspellen die toch zo’n 20 centimeter ijs voor het midden van het land. Dan begint het ook bij mij wel te kriebelen. Als het enigszins kan, kruip ik ook op de schaatsen en hoop ik dat ik het nog niet verleerd ben.”

Er zijn mensen die nu zeggen: zie je wel, de aarde warmt helemaal niet op?

“Dat hoor ik ook, maar dat klopt dus niet.”, legt Steeneveld uit. “Ook in een opwarmend klimaat komen dit soort omstandigheden voor. Er zijn fors minder ijsdagen (dagen dat de temperatuur in De Bilt niet boven 0 °C  komt) dan enkele decennia geleden. Klimaat is het gemiddelde over een periode van 30 jaar. En daar kunnen dus ook best een paar weken forse kou tussen zitten. In z’n algemeenheid komen dit soort koude periodes minder voor, en warme periodes in de zomer juist meer.”

Wat betekent de kou voor koeien en ander vee?

Ingrid van Dixhoorn is dierenarts en onderzoeker dierenwelzijn bij Wageningen Livestock Research. “Koeien vinden kou heerlijk”, zegt ze, “Doordat ze van zichzelf veel warmte produceren, kunnen ze ook met -10 of -15 nog prima overweg. Een koe heeft veel liever een koude winter dan een warme zomer.”

Ook schapen hebben weinig last van de kou, legt Van Dixhoorn uit. “Je ziet ze met die pootjes in de sneeuw staan en vraagt je af of dat wel goed gaat. Maar ze hebben een warme vacht en in de poten zitten relatief weinig bloedvaten. Daardoor hebben ze weinig last van de sneeuw.

Kou is dus niet het probleem bij deze weersomstandigheden, waar je natuurlijk wel voor moet zorgen is dat ze toegang hebben tot voldoende voer en drinkwater dat niet bevroren is, en een droge ligplek.”

En in de fruit en akkerbouw?  

In de fruitsector is deze vorstperiode nog wel spannend, zegt Marianne Groot, teamleider Boomkwekerij en Fruitonderzoek. “De bomen zijn goed in winterrust,  tot nu toe zijn er dan ook geen problemen. Het is afwachten hoe het gaat bij de combinatie van sneeuw, felle zon en zeer strenge vorst, zoals later in de week verwacht wordt. Als de boom door de zon opwarmt en er vervolgens s’ nachts zeer strenge vorst overheen gaat, kunnen er problemen met de bast van sommige rassen en onderstammen optreden, waardoor bomen zelfs kunnen afsterven. Peer, ons belangrijkste fruitgewas, is daar gevoeliger voor dan bijvoorbeeld appel. Maar dat is nu nog niet aan de orde, het zal afhangen van met name de temperatuur en de overige weersomstandigheden.”

Wijnand Sukkel, senior-onderzoeker agro-ecologie en projectleider Boerderij van de Toekomst: “Een stevige vorstperiode in de wintermaanden pakt in de akkerbouw vaak positief uit. Bij klei en zavelgronden (die geploegd liggen) ontstaat namelijk een mooie structuur door het bevriezen en ontdooien. Daarbij geldt: hoe dieper de vorst de bodem indringt, hoe beter.

Een ander voordeel kan zijn dat bepaalde gewasplagen bevriezen en daardoor het opvolgende jaar minder een probleem zijn. Wat betreft sneeuw: een sneeuwlaag op de bodem kan voor wat meer isolatie zorgen voor de bodem en ook bescherming bieden aan wintergewassen. Dit komt met name van pas als er een schrale straffe oostenwind staat, zoals nu het geval is.”