Persbericht

'Kijk naar de wortels van problemen'

article_published_on_label
2 december 2015

De ontwikkelingsproblematiek in de 21ste eeuw is ingrijpend veranderd en moet worden geherinterpreteerd. De sociale en milieuproblemen in de wereld zijn extremer en tegenstellingen scherper geworden. Dat vraagt om onderzoek naar de structuren achter de problemen, en het lef om daar zo nodig politieke conclusies aan te verbinden. Dat zegt prof. dr. Bram Büscher in zijn inaugurele rede, op 3 december aan Wageningen University.

Foto: Veldwerk Bram Büscher bij Zuid-Afrikaanse kolenmijn

Fundamentele veranderingen in de ontwikkelingsproblematiek vereisen een herijking van het denken over de verbanden tussen groei, kapitaal en leven. De tijd dat we kunnen denken dat het kapitalisme haar eigen problemen op kan lossen is definitief voorbij, aldus Büscher. “De tegenstellingen tussen ontwikkelingsbeleidstaal en de realiteit van sociale en milieuproblemen zijn te groot geworden.”  

Ontwikkelingsbeloftes

Büscher doet al vijftien jaar onderzoek naar de verbanden tussen natuurbehoud en ontwikkeling. “Grote sociale en ecologische ontwikkelingsbeloftes zoals de Millenniumdoelen, klimaatakkoorden en grensoverschrijdende natuurparken, stranden vaak op de scherpe rotsen van groeiende ongelijkheid, extremer klimaat, biodiversiteitsverlies en toenemende spanningen en geweld rondom natuurlijke hulpbronnen.” Sterker, populaire beleids-buzzwords zoals adaptatie, resilience (veerkracht) en mitigatie laten zien dat de verscherpte tegenstellingen niet meer binnen het huidige ontwikkelingsmodel opgelost kunnen worden.” Mens en natuur moeten zich maar instellen op toenemende en schijnbaar onomkeerbare gevolgen van het model, zoals klimaatverandering, ongelijkheid, geweld en natuurrampen. In dit proces verworden mensen, de natuur en andere delen van het moderne leven steeds meer tot kapitaal dat moeten worden gevaloriseerd. “Het uitdrukken van alles in termen van kapitaal is alleen geen oplossing maar een oorzaak van de problemen”, zegt Bram Büscher in zijn inaugurele rede ‘Life and Capital; development and change in the 21st century’. “We moeten daarom kijken naar de structuren die achter de problemen liggen, naar de wortels van de problemen, en kijken hoe we op de lange termijn verder kunnen komen.”

Resource frontiers

Büscher introduceert hiertoe het begrip daring rootedness (gedurfde verankering). In de praktijk betekent dit aandacht voor nuance en de complexiteit van het dagelijks leven van mensen in ontwikkelingsomstandigheden, en daaraan grotere, politieke conclusies durven verbinden. Zelf heeft Büscher dit geprobeerd te doen in zogenaamde resource frontiers, locaties waar de druk op de natuur door exploitatie, wildlife crime en snelle sociale veranderingen steeds groter wordt en tegenstellingen scherper. In wildparken en ecosystemen in Zuidelijk Afrika, Brazilië en Indonesië waar Büscher momenteel onderzoek doet, leidt dit steeds vaker tot ‘groen geweld’: een spiraal van geweld rond natuurgebieden door gelijktijdige exploitatie en bescherming. “Neem het Krugerpark”, zegt Büscher. “Daar leidt geweld tegen de natuur door neushoornstropers steeds meer tot geweld ter bescherming van de natuur om stroperij te voorkomen. Het park wordt in toenemende mate gemilitariseerd, met een negatieve geweldspiraal tot gevolg die zwaar drukt op mens en natuur.” 

Voorbij kapitaal

Büscher pleit voor een ander ontwikkelingsmodel, voorbij kapitaal en noord-zuid tegenstellingen. Het ontwikkelingsmodel zou zich moeten richten op de ‘radicale kwaliteit’ van het leven, geworteld in mens en natuur en niet in kapitaal. “De focus moet verschuiven van kwantitatieve groei naar kwalitatieve groei. Daarbij moet een veel scherper onderscheid worden gemaakt tussen wat wel en wat niet bijdraagt aan de kwaliteit van het leven. Alleen als we deze afweging veel scherper gaan maken, bijvoorbeeld door drastische vermindering van fossiele brandstoffen, zullen we de druk op mens en natuur kunnen verminderen.” Dit heeft volgens Büscher ook consequenties voor natuurbehoud: “In plaats van te kijken naar wat individuele dieren, zoals bijvoorbeeld de orang-oetan, nodig hebben, moeten we kijken naar de sociale, politieke en economische context van ecosystemen, en de algehele druk verminderen, voor een duurzame en vreedzame oplossing.”