Nieuws

Natuurambities voor grote wateren vragen om meer natuurlijke dynamiek

Published on
20 april 2021

De natuur in de grote wateren van Nederland is uniek en herbergt vele soorten. Om ervoor te zorgen dat deze natuur voor de toekomst behouden blijft, heeft de Rijksoverheid in 2015 natuurambities opgesteld voor de grote wateren. De afgelopen vijf jaar hebben onderzoekers van Wageningen University & Research onderzocht wat ervoor nodig is om deze natuurambities waar te maken. De resultaten zijn verwerkt in een speciale uitgave van het tijdschrift LANDSCHAP.

De onderzoeksinstituten Wageningen Environmental Research en Wageningen Marine Research hebben het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de afgelopen jaren ondersteund met onderzoek in het rivierengebied, de Zuidwestelijke Delta, het Waddengebied en het IJsselmeergebied. Deze gebieden bieden thuis aan grote hoeveelheden foeragerende trekvogels en trekvissen die via de Rijn, Maas, Eems en Schelde naar gebieden in Frankrijk en Duitsland gaan om te paaien.

Andere kijk op natuurbeheer

Twee onderwerpen  hebben binnen het onderzoek veel aandacht gekregen: hoeveel biomassa er beschikbaar is voor levensvatbare populaties van vissen, vogels en zoogdieren; en hoeveel habitat er beschikbaar is voor deze soorten. Het onderzoek laat zien dat het behalen van de natuurambities vraagt om maatregelen die dynamiek in de natuur terugbrengen. Bijvoorbeeld door geleidelijke overgangen tussen zoet en zout water te realiseren of het herstel van getijde. Dit vraagt volgens de onderzoekers ook om een andere kijk op het water -en natuurbeheer. “Maatregelen om de watergebieden anders in te richten zijn zinvol, maar om de natuurambities te behalen moet ook gekeken worden naar het landschap rondom de wateren en hoe er duurzaam economisch gebruik gemaakt kan worden van de wateren met behoud van natuurambitie.”, aldus Jeroen Veraart, coördinator van dit onderzoek.

Voldoende geschikt habitat en voedselbeschikbaarheid

De uitkomsten laten zien dat grote gebieden van samenhangende natuur in en rondom de wateren (ook buitendijks) meer bijdragen aan het realiseren van de doelen in de Vogel- en Habitatrichtlijn, dan losse inrichtingsprojecten. Ook blijkt voedselbeschikbaarheid en de habitatkwaliteit voor vogels en vissen minstens zo belangrijk te zijn als extra habitat. Herstel van dynamiek kan knelpunten geven om doelen voor de Vogel- en Habitatrichtlijn te behalen, maar dit is soms op te lossen met aanvullende maatregelen buiten deze gebieden. Het artikel over Grevelingen laat bijvoorbeeld zien dat gedeeltelijk herstel van getijde winst biedt voor de onderwaternatuur, maar knelpunten oplevert voor oevervegetaties.

Speciaal voor dit themanummer van LANDSCHAP is de redactie van het tijdschrift uitgebreid met Jeroen Veraart, coördinator voor het beleidsondersteunend onderzoek, in gesprek gegaan.

De uitgave is te lezen op landschap.nl.