Nieuws

Oorlog in Oekraïne: Vooral vissers op grote boomkor- en twinrigschepen leiden verlies door hoge brandstofprijzen

article_published_on_label
4 juli 2022

De brandstofprijzen stijgen al sinds 2021 maar deze trend heeft zich versneld doorgezet door de oorlog in Oekraïne en daarmee gepaarde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus. De visserij is sterk afhankelijk van brandstof voor de schepen maar de effecten verschillen per type. Meer dan 80% van grote boomkor- en twinrigschepen hebben fors meer inkomsten nodig om deze hoge brandstofkosten te kunnen compenseren. Voor garnalenkotters, flyshooters en eurokotters liggen de extra benodigde inkomsten lager.

Scenariostudies

Wageningen University & Research heeft op verzoek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid een rapportage opgesteld over de gevolgen van de toegenomen brandstofkosten voor de visserij in maart 2022. De onderzoekers maakten hierbij gebruik van drie scenario’s. Een basisvariant, waarbij de prijs van brandstof van maart 2022 (0,90 euro per liter) als uitgangspunt is genomen voor de rest van dit jaar. Dan is er de optimistische variant, waarbij uit wordt gegaan van lagere brandstofkosten t.o.v. maart 2022 (0,70 euro per liter) en er is een pessimistisch scenario. Hier wordt uitgegaan van een stijging van de brandstofkosten (1,10 euro per liter).

Schepen leden al verlies

Door de bank genomen geldt voor alle vissers dat de prijsstijging van brandstof de productiekosten fors verhoogt. Dit terwijl 47% van de vissers al in 2021 verlies leed. Volgens de berekeningen van WUR zal dit aandeel in 2022 nog hoger liggen. In een optimistische scenario komt dat neer op 65% van alle vissers. Als de gemiddelde brandstofprijs in 2022 uitkomt op het niveau van maart (het basisscenario) zal 72% van de schepen dit jaar verlies lijden. In het pessimistische scenario gaan 74% vissersschepen in het rood.

Opbrengsten kunnen de productiekosten compenseren

Verlieslijdend of niet, als opbrengsten stijgen kunnen deze in ieder geval de effecten van de gestegen brandstofprijs (deels) compenseren.

In het optimistisch scenario is 20% opbrengststijging voldoende voor twee derde van de vaartuigen. Deze groep bestaat vooral uit garnalenkotters, niet de grote boomkorkotters.

In het basis scenario, is voor bijna de helft van de vaartuigen een opbrengststijging van 20% voldoende om het effect van de gestegen brandstofprijzen te neutraliseren. Ruim 60% van de garnalenkotters zitten in deze groep en maar 3% van de grote boomkorkotters.

In het pessimistische scenario heeft ongeveer 20% (64 vaartuigen) van de vaartuigen 50% prijsstijging nodig om de gestegen brandstofkosten te compenseren. Van de grote boomkorkotters heeft 75% van de schepen meer dan 50% extra inkomsten nodig om de gestegen brandstofprijzen te compenseren.

Stilliggen van vaartuigen en hogere prijzen

In maart hebben 20 tot 25 voornamelijk grote kotters stilgelegen als gevolg van de hoge brandstofprijzen. Er lagen meer vaartuigen stil, maar op basis van inzicht in de sector is getracht zo goed mogelijk de reden van stilliggen te achterhalen. Soms lagen vaartuigen een week stil en gingen nadien toch weer naar zee. Andere vaartuigen hebben de hele maand stilgelegen. Uit de gesprekken met sectorvertegenwoordigers kwam naar voren dat het behouden van de bemanning de belangrijkste reden was om toch uit te varen.

De schepen liggen meestal stil door een combinatie van redenen. De hoge brandstofprijzen spelen zeker een rol, maar ook verminderde vangstmogelijkheden spelen mee in de overweging niet uit te varen. Stilliggen kost veel geld dat niet kan worden terugverdiend.

De visprijzen van de meeste belangrijke soorten lagen in maart hoger dan in dezelfde maand in 2021; prijzen van griet, inktvis, langoustine, mul, schol, tarbot en tong waren allen beter, variërend van +10% voor inktvis tot meer dan +80% voor tong en tarbot. Het aanvoervolume van de meeste soorten lag echter lager. Voor de bepaling van de effecten van alle ontwikkelingen op het economisch resultaat van de sector, zal een nadere analyse van deze gegevens moeten worden gedaan op scheepsniveau. Daarnaast zal in de komende maanden duidelijker worden hoe de kosten en opbrengsten zich verder zullen ontwikkelen. Het is daarom momenteel nog niet in te schatten hoe groot het effect op het netto resultaat van de sector of onderdelen daarvan is.