Nieuws

Beleid houdt weinig rekening met menselijke gewoontes

article_published_on_label
17 januari 2019

Beleidsmakers zouden meer rekening moeten houden met de gewoontes van burgers. Van bovenaf bedachte regelgeving en beleid blijken niet voldoende om het menselijk handelen te reguleren, omdat het informele circuit en sociaal gedrag leiden tot onbedoelde bijeffecten, zoals belastingontduiking, parkeeroverlast en klimaatverandering. Dat betoogt prof. Gert Jan Hofstede bij zijn inauguratie als persoonlijk hoogleraar aan Wageningen University & Research op 17 januari.

In zijn inaugurele rede ‘Artificial sociality – Simulating the social mind’ beschrijft prof. Hofstede hoe de samenleving in brede zin zichzelf organiseert. Deze zelforganisatie is het resultaat van het stap voor stap handelen van de individuen in de samenleving, zonder dat er een centrale coördinatie aan is verbonden. Een goed voorbeeld is het ontstaan van informele paadjes op een open veld tussen woningen – zgn. olifantenpaadjes, die doorgaans een slingerend karakter hebben. Zulke bottom-up zelforganiserende systemen kun je simuleren in een computerprogramma, stelt prof. Hofstede. “Dan blijkt dat een eenmaal belopen route op een grasveld navolging krijgt. Andere wandelaars treden bij voorkeur in deze sporen omdat de voorgangers het pad een beetje hebben geëffend. Uit onze simulatiemodellen blijkt dat bij weinig personen het traject kan vervagen, maar bij intensief gebruik ontstaat er een bochtig routeplan dat zijn structuur behoudt, ook als de reden voor bochten (zoals het omzeilen van een plas) is opgeheven.” Het fenomeen is terug te vinden in veel wegen in Nederland die een lange historie kennen, tot aan de Romeinse tijd.

Beleidsmakers dienen het systeem te kennen, voordat ze beleid maken. Dat betekent inzicht de drijfveren van het individuele handelen. Het collectieve effect van dat handelen kan leiden tot onbedoelde gevolgen.
Prof. Gert Jan Hofstede

Olifantenpaadjes in de samenleving

Nu lijken olifantenpaadjes een marginaal verschijnsel. “Maar je moet bedenken dat elk beleidsrelevant systeem tenminste ten dele het resultaat is van zelforganisatie”, stelt prof. Hofstede. Hij noemt het instellen van een maximumsnelheid op wegen, of parkeerreguleringen in steden als voorbeeld. Mensen passen hun gedrag aan aan nieuwe omstandigheden. Automobilisten informeren elkaar over flitspalen, en kennen snel de straten net buiten het centrum om gratis te parkeren. Via hetzelfde mechanisme wijken de grootste bedrijven uit naar landen met de laagste belastingen, kopen kinderen een hamburger in het winkelcentrum als de schoolkantine slechts gezond voedsel aanbiedt, en stemmen Britten voor de Brexit. Kenmerk van deze afwijkingen is dat vrijwel niemand ze heeft gewild. Daarom zijn officiële regels niet voldoende, stelt prof. Hofstede. “Beleidsmakers dienen dus het systeem te kennen, voordat ze beleid maken. Dat betekent inzicht de drijfveren van het individuele handelen. Het collectieve effect van dat handelen kan leiden tot onbedoelde gevolgen.”

Toepassingen

In zijn onderzoek concentreert prof. Hofstede zich op deze sociale simulaties als middel om kunstmatige socialiteit (vergelijk kunstmatige intelligentie) in kaart te brengen. “Bij het modelleren van menselijke gedrag (bijv. in economische modellen), gaat het vooral om kunstmatige intelligentie. Maar de relatie tussen mensen (‘ik volg jou’) en het gedrag van het collectief (de olifantenpaadjes) worden systematisch genegeerd.”

Nadrukkelijk voegt hij deze elementen in zijn simulatiemodellen. Zo’n model leert bijvoorbeeld boeren om te gaan met een beperkte voorraad aan schoon drinkwater of water voor irrigatie. Het model toont wat het bewuste en onbewuste gedrag van het individu betekent voor het collectief. Want mensen weten wel tot welke groepen ze behoren, maar niet welke regels er in zulke systemen gelden. Als individu word je gestuurd, veelal onwetend.”