Nieuws

Sociale wetenschappen belangrijk voor geloofwaardigheid traditionele natuurwetenschappelijke assessments

article_published_on_label
4 maart 2016

Het was onlangs nieuws in de media: het Internationale Biodiversiteitspanel (IPBES) presenteerde de ‘bestuivers–studie’, een brede internationale studie die alle beschikbare kennis over bestuivers bundelde. Het bijzondere van de bestuivers-studie is dat deze niet alleen op natuurwetenschappelijke, maar ook op sociaalwetenschappelijke kennis gebaseerd is.

Er staan hoofdstukken in over local and indigenous practices relevant voor beheer en bescherming van bestuivers en er worden governance vraagstukken en opties geanalyseerd. De inbreng van sociale wetenschappen maakt deze studies geloofwaardig en relevant voor overheden en stakeholders in verschillende delen van de wereld omdat ze een breed spectrum aan verklaringen biedt voor de bedreiging van bestuivers en realistische opties voor duurzame bescherming. Dit is een belangrijk uitgangspunt van IPBES. IPBES wil niet alleen de best beschikbare kennis bundelen maar ook een concrete bijdrage leveren aan beleid en besluitvorming en dat kan alleen met een brede interdisciplinaire aanpak.

Deze unieke bijdrage van IPBES aan de biodiversiteitkennis staat echter onder grote druk door ernstige tekorten in het budget. Afgelopen week is gebleken dat IPBES haar prioriteiten legt bij scenario’s, modellen en de uitvoering van de global assessment. Dit gaat ten koste van in sociaal opzicht belangrijke methodologische studies naar het maatschappelijke belang en economische, sociale en culturele waarden van biodiversiteit . Ook voorgestelde studies naar invasieve soorten of duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, waar met name landen als Zuid-Afrika en Mexico sterk voor pleiten, worden vooralsnog niet uitgevoerd. Deze prioritering heeft twee consequenties.

Allereerst zet het de inbreng van sociale wetenschappen in IPBES nog verder op achterstand. “IPBES heeft veel bereikt,” zegt Esther Turnhout, hoogleraar Politics of Environmental Knowledge bij Wageningen University. “Maar de huidige inbreng van sociale wetenschappen in de studies is beslist onvoldoende. Juist nu, na de succesvolle lancering van de bestuivers-studie, is een momentum gecreëerd en zou IPBES erin kunnen slagen om meer sociale wetenschappers aan zich te binden. IPBES lijkt deze kans echter te gaan missen, en loopt daarmee een groot risico haar functie niet volwaardig te vervullen.”

Ten tweede zet het de verhouding tussen Noord en Zuid op scherp. Theo van der Sluis (Alterra) vreest dat daardoor het draagvlak voor IPBES in gevaar kan komen: “De studies over invasieve soorten en duurzaam gebruik sluiten direct aan bij actuele en concrete problemen, met name in het Zuiden en hebben de potentie om grote impact the hebben op beleid en beheer.” Het is volgens Esther Turnhout en Theo van der Sluis dan ook jammer dat IPBES ervoor gekozen heeft om juist deze activiteiten uit te stellen. Het comparatieve voordeel van IPBES om breder gedragen studies te doen, studies die niet alleen in de natuurwetenschappen geworteld zijn, maar ook in de sociale wetenschappen, verliest zij. Daarmee dreigt IPBES haar legitimiteit te verliezen.

Esther Turnhout en Theo van der Sluis waren afgelopen week in Kuala Lumpur om de vierde IPBES plenary bij te wonen. Ter voorbereiding van de bijeenkomst hebben diverse experts van Alterra en Wageningen Universiteit advies geleverd aan het ministerie van EZ over diverse stukken die op de agenda stonden. Onder hen David Kleijn, Esther Turnhout, Dolf de Groot, Marta Perez-Soba, Theo van der Sluis, Gerard Jagers op Akkerhuis en Berien Elbersen. Als voorzitter van de EU heeft Nederland het initiatief genomen om posities over de te nemen beslissingen af te stemmen onder de lidstaten van de EU en kon ze daarbij gebruik maken van de expert input van Wageningen.