Nieuws

The New York Times schrijft over koffervisonderzoek

article_published_on_label
21 april 2020

Koffervissen (Ostraciidae) zijn een fascinerende visfamilie, waarover al jaren wetenschappelijke discussies gaande zijn. Want hoe behouden deze grappige en raar uitziende vissen hun zwemkoers in het water? In de recente publicatie van Pim Boute et al. in Royal Society Open Science beschrijven de onderzoekers dat de staartvin van de gele koffervis (Ostracion cubicus) cruciaal is om te kunnen gieren, waarmee controle wordt behouden over de koers.

In beginsel is de romp van koffervissen onstabiel, waardoor koers behouden lastig is. Het lichaam van koffervissen is omhuld in een zogenoemde carapax (een soort van lichaamsbepantsering), waardoor koffervissen geen golvende zwembewegingen met hun romp kunnen maken. Zwembewegingen worden dus alleen gemaakt door de vinnen, die door de carapax naar buiten steken. Boute et al. onderzochten hoe de gele koffervis met behulp van zijn staartvin toch controle krijgt over zijn koers. Met behulp van 3D geprinte modellen in een stromingstank in combinatie met computersimulaties van de gele koffervis laten Boute et al. kwantitatief zien dat de staartvin cruciaal is om de koers te kunnen controleren. De gele koffervis gebruikt de staartvin als roer door de gierkracht te regelen met het sluiten of openen, en draaien van deze vin ten opzichte van het lichaam. Deze bevindingen sluiten aan bij ecologische theorieën dat gecontroleerde instabiliteit gunstig is om manoeuvreerbaarheid te verhogen. Deze kennis over het bewegen van de gele koffervis kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld het ontwerpen van onderwaterrobots. Het onderzoek staat uitgelicht op de omslag van de huidige Royal Society Open Science uitgave. Lees de publicatie hier. (alleen in het Engels)

The New York Times schrijft over koffervisonderzoek

The New York Times merkte de studie op en interviewde Pim Boute over hun bevindingen.

Lees het artikel in the New York Times

Pim Boute voerde dit onderzoek uit tijdens zijn master bij het Department of Ocean Ecosystems van de Rijksuniversiteit Groningen onder directe supervisie van Eize Stamhuis. Dit onderzoek was onderdeel van een langer lopend onderzoeksproject dat is geïnitieerd door de Rijksuniversiteit Groningen en is uitgevoerd in samenwerking met Sam Van Wassenbergh van de Universiteit Antwerpen. Momenteel is Pim Boute promovendus bij de Leerstoelgroep Experimentele Zoölogie.