Nieuws

Verbeterpunten voor gebruik wetenschappelijke modellen in natuurbeleid

Published on
24 september 2021

Wetenschappelijke rekenmodellen zijn belangrijke en vaak onmisbare instrumenten in het natuurbeleid. Maar het gebruik ervan leidt ook geregeld tot discussies over de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van de uitkomsten. Recent onderzoek naar de rol en toepassing van deze modellen in de praktijk geeft aanbevelingen omtrent de wijze en het moment waarop zij, en hun resultaten, bij een beleidsproces worden ingezet.

Beleid en besluitvorming wordt in de regel gebaseerd op objectief en gevalideerd bewijs, waaronder de resultaten van wetenschappelijke rekenmodellen. Modellen worden ontwikkeld als instrument om de complexe werkelijkheid door vereenvoudiging hanteerbaar te maken en vertegenwoordigen vaak één perspectief op een systeem of proces. Het gebruik van wetenschappelijke modellen in natuurbeleid leidt geregeld tot discussies over de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van de uitkomsten, zeker wanneer deze voor toetsen of afrekenen worden gebruikt. Het is belangrijk dat dit instrument op een transparante en doelmatige manier kan worden ingezet én vertrouwen krijgt van belanghebbenden. Dit roept de vraag op hoe het gebruik van modellen door verschillende betrokkenen in natuurbeleid wordt ervaren, wat de oorzaken zijn van discussies en wantrouwen, en hoe de inzet van modellen kan worden verbeterd. Joske Houtkamp en Frans Rip (WENR) onderzochten dit.

Inzichten van deskundigen uit maatschappij, beleid en onderzoek bijeengebracht

Aan de hand van interviews, een workshop en drie actuele case studies - Beheer op Maat (Weidevogels), Programmatische Aanpak Stikstof en Geluidsbelasting Vliegveld Lelystad – is onderzocht hoe kenmerken van rekenmodellen de discussie over modellen beïnvloeden. Deze kenmerken betreffen bijvoorbeeld het doel waarvoor zij zijn ontwikkeld, aannames die zijn verwerkt, en de wijze waarop zij worden ingezet in een beleidsproces. Die dragen eraan bij dat verschillende betrokkenen (burgers, domeinexperts, beleidsmakers en modelleurs), die hun eigen kennis en belangen inbrengen, op hun eigen manier tegen de modelresultaten aankijken.
Het onderzoek bevestigt dat wetenschappelijke rekenmodellen belangrijke en vaak onmisbare instrumenten zijn in natuurbeleid, maar dat er te weinig aandacht is voor de wijze en het moment waarop de modellen en het resultaat bij een beleidsproces worden ingezet. Een model wordt vaak toegepast voordat een vraagstuk als geheel in beeld is gebracht, zodat het al een richting bepaalt.  Hierdoor kan de discussie zich gaan richten op het model zelf of de uitkomsten, in plaats van het vraagstuk waarvoor het als instrument dient. Gedurende het beleidsproces verandert de rol van het model – dit vraagt om herhaaldelijke evaluaties in samenspraak tussen wetenschappers, beleidsmakers en andere belanghebbenden.

Concrete aanbevelingen – het gebruik kan beter

De auteurs hebben een algemene aanbeveling: beschrijf het proces waarin het model wordt ontwikkeld en toegepast zo goed mogelijk, met name het doel van het model en de rol en inbreng van de verschillende actoren (modelleurs, gebruikers). Hiermee houden betrokkenen overzicht over de rol van de modeluitkomsten in het beleidsproces ten opzichte van andere informatiebronnen en invloeds-factoren.
Een ander aandachtspunt is de aantrekkingskracht van numerieke, kwantitatieve informatie; hierdoor kan er te veel waarde worden toegekend aan de getallen die modellen leveren waardoor andere (kwalitatieve) informatie te weinig impact heeft op de besluitvorming. De auteurs bevelen daarom aan om in een beleidsproces een strategie te kiezen waarbij men eerst een breed beeld vormt van de problematiek en visies van alle belanghebbenden, gezamenlijk oplossingsrichtingen bepaalt en pas wanneer het relevant en noodzakelijk is een oplossingsrichting met behulp van wetenschappelijke modellen toetst en uitwerkt.
Het verbeteren van de transparantie van modellen is een lastige opgave, omdat vele modellen complex zijn. De auteurs benoemen verschillende mogelijkheden en benadrukken dat de wetenschapper en de modelleur hier samen een belangrijke rol in moeten spelen; in dialoog met de gebruikers zoals de beleidsmakers.