Nieuws

Vertrouwen in natuurbeleid is niet vanzelfsprekend

article_published_on_label
27 oktober 2021

De uitvoering van het natuurbeleid roept regelmatig conflicten op. Wanneer te veel betrokkenen het gevoel krijgen dat de overheid niet het beste met hen of met de natuur voor heeft, kan dit leiden tot verlies van draagvlak voor het natuurbeleid. Als het draagvalk zwaar wordt aangetast komt de legitimiteit van het beleid ter discussie te staan. Recent onderzoek geeft inzicht in het ontstaan van deze legitimiteitsproblemen en hoe deze door de beleidsmakers voorkomen kunnen worden. Goed maatschappelijk contact, van planvorming tot en met uitvoering, is van groot belang om legitimiteitsproblemen te voorkomen.

De legitimiteit van het natuurbeleid is niet vanzelfsprekend en moet continu worden verdiend door de beleidsmakers. Onderzoekers van Wageningen Environmental Research hebben aan de hand van praktijkvoorbeelden verschillende typen legitimiteitsproblemen en oplossingsrichtingen in beeld gebracht. Dit kan betrokkenen helpen om hun conflict te interpreteren en inzicht te krijgen in wat zij kunnen doen om legitimiteitsproblemen te voorkomen of ermee om te gaan.

Het betwisten van beleid gebeurt met vele verschillende argumenten

Het betwisten van beleid gebeurt aan de hand van allerlei soorten argumenten, die worden ingezet in een proces dat loopt tussen onder andere overheden, politieke partijen, maatschappelijke organisaties, actiegroepen, journalisten en burgers. Het beleid kan daarbij worden betwist met argumenten die een beroep doen op verschillende soorten legitimiteit: juridische legitimiteit (het mag niet); beleidsinput (we zijn niet betrokken); beleids-throughput (de besluitvorming was onevenwichtig); beleidsoutput (het beleid voldoet niet aan bepaalde waarden of belangen); politieke legitimiteit (de gemeenteraad staat er niet meer achter); maatschappelijke legitimiteit (de mensen pikken dit niet).

Inzicht in legitimiteitsproblemen helpt bij het zoeken naar oplossingen

De onderzoekers stellen dat het karakter van de gebruikte argumenten en de schaal van de processen de twee belangrijkste dimensies zijn waarop verschillende soorten legitimiteitsproblemen zich van elkaar onderscheiden. Zij onderscheiden vijf typen legitimiteitsproblemen: het probleem begint lokaal en er worden (1) waarden of (2) belangen of (3) een combinatie van deze twee aangetast, of het probleem speelt landelijk en beleid wordt betwist in een (4) politiek traject of (5) juridisch traject. Deze vijf typen kunnen betrokkenen helpen om hun situatie te duiden en te bepalen welke handelingsperspectieven relevant zijn in de gegeven situatie.

Handelingsperspectieven blijken er genoeg te zijn

Uit de praktijkvoorbeelden blijkt dat er voor beleidsmakers diverse handelingsperspectieven zijn als er twijfel dreigt te ontstaan over de legitimiteit van het beleid. Zo is het bijvoorbeeld aan te bevelen als waarden in het geding zijn om in een vroege fase van beleidsvorming of planvorming te investeren in een gedeelde probleemanalyse en niet te snel over te gaan naar specifieke oplossingen. Verder is het van belang om beter te borgen dat mensen gedurende het hele proces worden betrokken en dit niet te beperken tot formeel vastgestelde momenten. Bij lokale legitimiteitsproblemen waar zware belangenaantasting aan de orde is, gaat het bijvoorbeeld om het natuurbelang waarvoor de overheid heeft gekozen versus particuliere belangen. De belanghebbende betrokkenen komen vaak pas in het geweer als officiële inspraak- en bezwaarmomenten gepasseerd zijn. Dan kan het lonen om in een vroeger stadium actief op zoek te gaan naar die belanghebbenden. Zowel voor waarden- als belangenconflicten is het belangrijk om te investeren in persoonlijke relaties, waardoor eventuele misverstanden snel uit de weg geholpen kunnen worden. Juridische problemen kunnen worden voorkomen als beleidsmakers meer investeren in kennis over de juridische aspecten van beleid. Daarnaast is het een optie om belangenorganisaties een grotere rol te geven bij de beleidsvoorbereiding. Deze organisaties zijn vaak heel alert op juridische aspecten.

De rol van een goede educatie

Tenslotte stellen de auteurs voor om in toekomstig onderzoek ook de rol van educatie op te nemen, om te toetsen of educatie op langere termijn een positief effect kan hebben op het omgaan met conflicten. Zij benoemen drie thema’s waarop geïnvesteerd kan worden: het vergroten van kennis en de mogelijkheden om ervaringen in de natuur op te doen; het ver­gro­ten van de competentie om de natuur te benutten voor het opzetten van maatschappelijke initiatieven in de natuur en de competentie van individuen en groepen om (natuur)conflicten te kunnen hanteren. Een grotere competentie op dit punt kan conflicten, die overigens ook een belangrijke functie kunnen hebben in de maatschappij, niet voorkomen, maar kan wel bijdragen aan de stap van discussie naar dialoog of van escalerend naar constructief.