Nieuws

Vier benoemingen tot hoogleraar aan Wageningen University & Research

article_published_on_label
22 maart 2019

De raad van bestuur van Wageningen University & Research heeft besloten om Luisa Trindade, Joris Sprakel en Laurens Klerkx te benoemen tot persoonlijk hoogleraar en Rob Alkemade tot buitengewoon hoogleraar. De benoemingen zijn per 1 maart ingegaan.

Luisa Trindade

Luisa Trindade, Universitair Hoofd Docent (UHD) bij Plant Breeding is benoemd tot persoonlijk hoogleraar.

Trindade, Luisa.jpg

Prof.dr. Luisa Trindade (Lissabon, 1971) studeerde Plantenveredeling aan de Technische Universiteit van Lissabon waar ze in 1995 afstudeerde. Een tweede master behaalde ze cum laude in 1998 aan de Universidade do Minho, Braga, Portugal in Microbiële moleculaire genetica. Daarna maakte ze de overstap naar Wageningen waar ze in 2002 promoveerde in de Plantenveredeling. Na enkele postdocposities werd Luisa Trindade groepsleider Biobased Economy en Universitair Docent om zes jaar later benoemd te worden tot Universitair Hoofddocent Plantenveredeling.

In haar onderzoek in Wageningen concentreert prof. Trindade zich op veredeling van gewassen voor een circulaire biobased economie. Haar belangrijkste expertise ligt op plantencelwanden en vezelgewassen zoals miscanthus, hennep en maïs. Ze legt zich toe op de ontwikkeling van gewassen die efficiënter zijn in het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en voedingsstoffen en ze streeft naar het benutten van de volledige biomassa van een gewas voor de verschillende toepassingen. Voor het ontwerpen van dergelijke gewassen is kennis uit plantenfysiologie en genetica, conversietechnologie, consumentenvoorkeuren en andere disciplines vereist. Ze vindt in Wageningen dan ook de juiste voedingsbodem om al deze expertises te combineren.

Laurens Klerkx

Laurens Klerkx is benoemd tot persoonlijk hoogleraar bij de leerstoelgroep Kennis, Technologie en Innovatie.

Klerkx,_Laurens.jpg

Prof.dr.ir.  Laurens Klerkx (Schijndel, 1977) begon na zijn studie Tropisch landgebruik (2002) aan Wageningen University als junior researcher bij de groep Communicatie en Innovatiestudies. Daar verrichtte hij ook zijn promotieonderzoek (2008) waarna hij als postdoc en een jaar later als Universitair Docent aan dezelfde groep onderzoek verrichtte en onderwijs verzorgde op het gebied van agrarische innovatiesystemen, netwerken, kennisstromen en intermediaire organisaties. Hij heeft intussen ruim 90 peer reviewed publicaties op zijn naam staan, en is actief in meerdere internationale adviescommissies op zijn vakgebied.

In zijn huidige en toekomstige werk legt prof. Klerkx zich toe op: change agents in transitiebewegingen in agri-food zoals agro-ecologie, circulaire landbouw, en digitale landbouw; impact van digitalisering en robotisering op onderzoeks- en adviesorganisaties; internationale dimensies van onderzoek en innovatie en interactie tussen verschillende innovatieculturen; samenwerkingsvormen voor sector overstijgende innovaties in de circulaire bioeconomie.

Joris Sprakel

Joris Sprakel, Universitair Hoofdocent (UHD) bij de leerstoelgroep Physical Chemistry and Soft Matter, is tot persoonlijk hoogleraar benoemd.

Sprakel_Joris.JPG

Prof.dr.ir. Joris Sprakel (Oss, 1980) studeerde Levensmiddelentechnologie in Wageningen, waarna hij een promotieonderzoek voltooide bij de leerstoelgroep Physical Chemistry and Soft Matter, waarop hij in 2009 cum laude promoveerde. Voor dit onderzoek ontving hij de Houwink Polymer Award van de Koninklijke Nederlandse Chemie Vereniging (KNCV) en de Thesis Award van het Dutch Polymer Institute. Hij werkte hierna als postdoctoral fellow aan Harvard University in Boston (USA) op een door hem verkregen Rubicon subsidie van NWO. In 2011, keerde Sprakel met een VENI beurs van NWO terug om een groep te starten binnen de leerstoel Fysische Chemie en Soft Matter. In 2017 ontving Sprakel een VIDI-beurs van NWO. twee maal ontving hij de Excellent Education Award van de universiteit.

Samen met collega’s bouwt Sprakel aan een nieuwe onderzoekslijn in het opkomende vakgebied van de mechanobiologie, waarin hij tracht innovatieve methoden te ontwikkelen om te ontrafelen hoe biologische organismen mechanische signalen meten, verwerken en versterken, en omzetten in biochemische of genetische processen.

Rob Alkemade

Alkemade_rob.JPG

Rob Alkemade is benoemd tot buitengewoon hoogleraar Global Biodiversity and Ecosystems Services bij de leerstoel Environmental Systems Analysis van prof. Rik Leemans. De buitengewone leerstoel wordt gefinancierd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en is ondergebracht bij de leerstoelgroep Milieusysteemanalyse onder leiding van prof. Rik Leemans.

Prof.dr.ir. J.R.M. (Rob) Alkemade (Noordwijk, 1960) studeerde Agrarische wetenschappen aan Wageningen University waar hij in 1987 afstudeerde. Hij bleef verbonden aan de universiteit als promovendus, naast zijn onderzoekerspositie bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in Yerseke. Voor zijn promotieonderzoek, nam hij ook deel aan de eerste Nederlandse Antarctische Expeditie (1990-1991). Na zijn promotie, werkte Rob Alkemade tien jaar aan het RIVM als onderzoeker en later als hoofd van de afdeling Ecologie.

In zijn onderzoek richtte hij zich op het meten en modeleren van biodiversiteit en later ook op ecosysteemdiensten. Vanaf 2002 werkt hij als senior onderzoeker en projectleider bij het Milieu en Natuur Planbureau en haar opvolger het Planbureau voor de Leefomgeving, waar hij zijn onderzoek toepast voor nationale en internationale biodiversiteitsprogramma’s. Zijn wetenschappelijke publicaties worden veel geciteerd.

Rob Alkemade is ook actief in verschillende Europese (FP7) en internationale onderzoeksprogramma’s en biodiversiteit assessments (UNEP’s Global Environmental Outlook en IPBES). Hij verzorgt als gast-universitair hoofddocent reeds vanaf 2008 onderwijs en onderzoek in Wageningen.

Aan Wageningen University & Research zal prof. Alkemade zich toeleggen op onderzoek naar de invloed van het beheer van ecosystemen en landschappen op biodiversiteit en ecosysteemdiensten en hoe dat beheer doorwerkt in regionale en mondiale effecten op onder ander natuur, landbouw, klimaat en stedelijke leefomgeving. Door dit onderzoek kunnen de consequenties van verschillende beheeropties met elkaar worden vergeleken.  Met kennis over waarom er bepaalde keuzes worden gemaakt, kunnen effectieve beheerstrategieën en beleidsscenario’s worden ontwikkeld.