Nieuws

Wat weten we over (micro)plastics in compost?

article_published_on_label
17 maart 2020

Nederland is in Europa koploper in het recyclen en hergebruik van grondstoffen. Dat is in lijn met de ambities van de overheid die wil dat Nederland in 2050 circulair is. Maar er zijn zorgen over de aanwezigheid van (micro)plastics bij de verwerking van huishoudelijk groente-, fruit- en tuinafval en etensresten (GFT) tot compost. Hoe komen de plastics in dit zogenoemde GFT-compost terecht, in welke mate en wat zijn de gevolgen voor mens en milieu? Onderzoekers van Wageningen University & Research geven uitleg aan de hand van vijf vragen.

Wat is composteren?

Composteren is een biologisch afbraakproces waardoor organisch materiaal in de natuur gerecycled wordt. Hierbij ontstaat compost: een donkerbruin tot zwart, kruimelig product dat bestaat uit plantaardige resten die door micro-organismen bijna tot humus zijn afgebroken. Compost verbetert de bodemstructuur doordat het voeding en organisch materiaal toe voegt. Het wordt onder andere in de land- en tuinbouw toegepast door te mengen met de bovenlaag van de bodem. Composteren is van nature een relatief traag verlopend proces, maar kan versneld worden door het optimaliseren van bepaalde omstandigheden, zoals een zuurstofrijke, warme (tot 70°C) en vochtige omgeving. Composteren wordt in Nederland door 21 bedrijven op industriële schaal toegepast bij het verwerken van huishoudelijk GFT.

Zijn er (micro)plastics aanwezig in het GFT-compost?

Hoewel afvalverwerkingsbedrijven zoveel mogelijk plastic uit het GFT proberen te verwijderen, kan GFT-compost nog steeds verontreinigd zijn met plastics. De hoogste kwaliteit keurcompost mag niet meer dan 0.05% plastic bevatten. Behalve die zichtbare deeltjes (groter dan 2 mm) waarop compost normaal gesproken gecontroleerd wordt, komt er uit recente analyses naar voren dat er ook zogenaamde microplastics in GFT-compost terug te vinden zijn. Dat zijn veel kleinere deeltjes plastics die nauwelijks met het blote oog te zien zijn. Nader onderzoek is nodig om te bepalen uit wat voor plastics deze microplastics bestaan.

Waar komen deze microplastics vandaan?

De microplastics komen, net als het zichtbare plastic, hoogst waarschijnlijk in het GFT-compost omdat huishoudens soms ook plastic in de GFT-bak weggooien. Onderzoek laat zien dat er veel verschillende soorten plastics en plastic producten in GFT gevonden worden, waaronder resten van producten die een relatie hebben met GFT-afval, zoals plantenpotten, en verpakkingen van groente en fruit. Eenmaal in het GFT, komt een deel van dit plastic waarschijnlijk in het compost terecht omdat ze tijdens de verwerking zó klein en moeilijk detecteerbaar zijn geworden, dat ze niet meer uit het GFT-compost verwijderd kunnen worden door de bedrijven die het GFT verwerken.

Wat zijn de gevolgen?

Omdat akkerbouwers en ook burgers GFT-compost gebruiken als bodemverbeteraar, komen de (micro)plastics in compost ook op het land en daarmee ongecontroleerd in het milieu terecht. Wat de gevolgen zijn van (micro)plastics voor mens en milieu is nog moeilijk te zeggen. Vooral de gevolgen en de mate van ophoping van (micro)plastics afkomstig uit GFT-compost in de bodem en het water moet verder onderzocht worden. Wageningen Universiteit & Research doet onderzoek naar de invloed van microplastics op het bodemleven, naar ondergrondse verspreiding en de mogelijke synergetische effecten met het gebruik van herbiciden en pesticiden. Daarnaast wordt gekeken naar microplastics in de voedselketen en wat er bijvoorbeeld gebeurt als wij microplastics binnen krijgen via de spijsvertering.

Wat zijn de oplossingen?

We weten dat er microplastics op het land komen via GFT-compost, maar we weten nog niet wat de beste maatregelen zijn om dit te voorkomen. Een gerichte campagne die er voor moet zorgen dat burgers geen plastics in de GFT-bak gooien lijkt een voor de hand liggende oplossing om de verontreiniging van GFT met plastics te verminderen. Daarbij is het wel belangrijk om te weten waarom plastic in de GFT-afvalbak terechtkomt, bijvoorbeeld uit onwetendheid of gemakzucht. Ook kan een rol spelen dat het voor burgers steeds duurder of in elk geval moeilijker gemaakt wordt om het restafval apart af te voeren waardoor dit afval onder andere deels in de GFT-bak terecht komt.

Daarnaast zal bekeken moeten worden in hoeverre de aanwezige plastics door de bedrijven die GFT-afval verwerken, nog beter uit het afval en/of compost gehaald kunnen worden. Bijvoorbeeld door mildere scheidingstechnieken te gebruiken waardoor het versnipperen van de plastics tot microdeeltjes kan worden beperkt. Tenslotte lijkt het een goed idee dat de overheid gaat stimuleren of misschien zelfs verplichten dat de plastic producten die nu veel in GFT terecht komen, de zogenaamde ’high risk‘ producten, gecertificeerd composteerbaar zijn. Om tot oplossingen te komen, doet Wageningen University & Research onderzoek naar de meetmethoden van microplastics, het gedrag en transport in het milieu, de opname in het milieu, effecten op organismen en risicobeoordeling voor mens en milieu. Op basis van dit onderzoek adviseert WUR de WHO, GESAMP (Verenigde Naties) en de Europese Commissie over microplastics en de effecten daarvan op mens en milieu.