Nieuws

Wildernistoerisme helpt bij zowel natuurbehoud als armoedebestrijding

Published on
3 oktober 2014

Sinds 2007 ondersteunt de Nederlandse ambassade in Nairobi vier Keniase natuurbeschermingsorganisaties. Deze organisaties gebruiken toerisme om zowel armoede te bestrijden als natuurbehoud te stimuleren. Wageningen Universiteit onderzocht de impact van deze inspanningen en komt tot een positieve conclusie.

“Ons rapport laat zien dat in de periode 2007-2013 van de in totaal 26,4 miljoen euro voor deze organisaties, zo’n 2,1 miljoen is geïnvesteerd in diverse projecten die duurzaam toerisme willen bevorderen,” zegt hoofdauteur Arjaan Pellis. De projecten zijn uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse ambassade in Nairobi en concentreerden zich in relatief droge en rurale gebieden van Kenia. Vier Keniase organisaties voerden de projecten uit: The African Wildlife Foundation, The African Conservation Center, The Northern Rangelands Trust en The Laikipia Wildlife Foundation. Door de steun van een scala aan organisaties zijn er sinds de jaren ’90 allerlei innovatieve ondernemingen opgericht en projecten opgestart.

Arjaan Pellis: “De vier organisaties richtten hun aandacht vooral op natuurbescherming, maar voor het eerst hebben wij nu ook gekeken naar de impact van toerisme op omwonende bevolkingsgemeenschappen. Met name op die van kleine (vee)boeren in dorpen, want het ‘nieuwe toerisme’ wordt niet zozeer geïnitieerd in nationale parken maar juist in rurale gebieden buiten de parken, waar het merendeel van de wilde dieren zich ophoudt. Daar liggen de cruciale ecologische verbindingszones.”

Hoewel het niet mogelijk is om de precieze bijdrage van alle verschillende projecten te kwantificeren, zijn de onderzoekers toch tot de conclusie gekomen dat de toerisme-component van deze projecten een behoorlijke en nuttige bijdrage heeft geleverd aan de doelstellingen, en dat de ontwikkeling van duurzaam toerisme stimulering verdient. Arjaan Pellis: “Er hebben in ons onderzoekgebied zeker zo’n 400 tot 450 mensen direct werk gevonden in de toerismesector, waar indirect zo’n 2000 tot 2250 mensen mede van profiteren. Maar daarnaast zijn er nog zeker 100.000 mensen die profiteren van het werk van de vier organisaties op gemeenschapsniveau omdat ze in hun projecten ook de infrastructuur, watervoorziening, veehouderij, veiligheid en gezondheidszorg verbeteren. Daarnaast zijn er op basis van de toerisme-inkomsten zo’n 2500 studiebeurzen uitgedeeld, waardoor de ontwikkelingskansen voor de lokale bevolking ook op langere termijn verbeterd worden, en men tegelijkertijd een prikkel krijgt om zorg te dragen aan het behouden van de biodiversiteit.”

Ambassademedewerker Michel van Winden is het met de conclusies van de onderzoekers eens: “Het gaat om win-wins tussen natuurbehoud en economische ontwikkeling, en dan op zo’n manier dat er niet tot in lengte van dagen hulpgeld bij moet. Als alles goed wordt georganiseerd kunnen opbrengsten uit het toerisme de zaak financieel duurzaam maken.”