
Nieuws
Yield Gap: graslandproductie op proefvelden
In het onderzoek Yield Gap gaan we er vanuit dat de potentiële opbrengst van gewassen de hoogst mogelijke opbrengst is, zie ook het artikel over Yield Gap in de nieuwsbrief van april 2017. In proeven proberen we deze opbrengst zo goed mogelijk te benaderen. Eigenlijk mag dan alleen de te onderzoeken factor beperkend zijn, bijvoorbeeld stikstofbemesting. Maar op proefvelden hebben we te maken met andere beperkingen, onder andere vochttekorten.
Analyse
Om uit te zoeken welk opbrengstniveau behaald kan worden op proefvelden en welke invloed weer- en bodemfactoren hebben, hebben we een groot aantal proefveldresultaten van gemaaid grasland verzameld. Daarin hebben we gekeken naar de invloed van de hoofdgrondsoorten zand, klei en veen, de stikstofbemesting en naar bodem- en weerkenmerken.
Opbrengst afhankelijk van vele factoren
Uit een voorlopige analyse blijkt dat stikstofbemesting veel zegt over de opbrengst, zie figuur 1. De hoogste opbrengsten varieerden weinig tussen de drie hoofdgrondsoorten maar meer tussen de jaren: van 10 ton/ha in (kennelijk) slechte jaren tot 20 ton/ha in goede jaren. Gemiddeld was de hoogste opbrengst circa 14 ton/ha, behaald bij een stikstofbemesting tussen 250 en 870 kg N/ha.
Op alle grondsoorten zorgde een hogere pH voor een hogere respons op stikstofbemesting.
Een hogere temperatuursom en een hoger totaal neerslagoverschot (neerslag minus verdamping) in het groeiseizoen verhoogden ook de opbrengst.