Nieuws

Zo zorgen duurzame vetzuren voor een boost van de circulaire economie

Published on
8 april 2021

Economische basisproducten zoals brandstoffen, elektriciteit en chemische stoffen worden steeds vaker duurzaam geproduceerd. Dat is een goede stap in de richting van een circulaire economie. ChainCraft timmert aan de weg om hierin een belangrijke speler te worden.

Niels van Stralen, directeur van ChainCraft
Niels van Stralen, directeur van ChainCraft

De spin-off van Wageningen University and Research (WUR), ChainCraft, maakt duurzame en volledig circulaire vetzuren. De grondstof wordt in verschillende industrieën en voor verschillende producten gebruikt. Op dit moment richt het bedrijf zich op de diervoederindustrie. “De vetzuren zijn goed voor de darmflora van de dieren”, zegt Niels van Stralen, directeur van ChainCraft. Op dit moment worden vetzuren nog voornamelijk met petrochemische olie – wat gemaakt wordt op basis van aardolie – of palmolie gemaakt. “Deze soorten olie zijn niet goed voor het milieu. Onze vetzuren zijn volledig biobased en daardoor een stuk minder milieubelastend”, stelt Van Stralen. “Bovendien kunnen wij de vetzuren lokaal maken. Dat scheelt een hoop kosten en CO2-uitstoot rondom het transport.”

Organisch afval

ChainCraft heeft een fabriek in de haven van Amsterdam. Het proces begint met organisch afval zoals resten van groente en fruit. Dat wordt door een bepaalde samenstelling van bacteriën omzet in vetzuren. “Ongeveer hetzelfde proces wordt gebruikt om biogas te maken. Wij halen alleen de vetzuren uit het fermentatieproces”, vertelt hij. De vetzuren kunnen een vloeistof of een poeder zijn.

In het proces blijven twee restproducten over, namelijk water en moeilijk verteerbare stoffen zoals bepaalde vezels en eiwitten. Het water gaat naar een waterzuiveringsinstallatie en komt daarna terug in het oppervlaktewater. De moeilijk verteerbare stoffen gaan naar een ander bedrijf om er biogas van te maken. “Het is een compleet circulair proces waarbij we gebruik maken van natuurlijke stoffen”, zegt Van Stralen.

Chemische industrie

Naast de diervoeding, kunnen de vetzuren in de toekomst ook worden gebruikt in de chemische industrie. Het zou bijvoorbeeld ook gebruikt kunnen worden in weekmakers. Dit zijn stoffen die fabrikanten gebruiken om plastic soepel te maken, bijvoorbeeld voor een douchegordijn. Daarnaast kunnen de vetzuren dienen als duurzamere stof in herbicides (onkruidverdelgers red.). “Nu worden daarvoor vaak giftige en moeilijk afbreekbare stoffen gebruikt. Dat is met onze vetzuren niet meer nodig”, legt hij uit. In de toekomst kunnen we de vetzuren zelfs tegenkomen in ons eigen voedsel, bijvoorbeeld als duurzame vervanger van kleur- of smaakstoffen.

Van lab naar fabriek

Wat ooit begon het als proefopstelling/experiment in het laboratorium van de sectie Milieutechnologie binnen de WUR is inmiddels een fabriek die 20.000 ton organisch afval per jaar verwerkt.. “In de laatste fase van mijn studie kwam ik voor het eerst in aanraking met de technologie”, vertelt Van Stralen. De technologie was toen net ontdekt door zijn collega Kirsten Steinbusch. “Zij deed onderzoek naar de conversie van afvalstromen naar biobrandstoffen. Zo ontdekte ze bij toeval dat organisch afval ook naar vetzuren omgezet kan worden”, gaat hij verder.

Cees Buisman, hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie van de sectie Milieutechnologie
Cees Buisman, hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie van de sectie Milieutechnologie

De universiteit patenteerde de technologie. Het patent konden Steinbusch en Van Stralen in 2010 overnemen om het commercieel verder uit te werken. “Daarvoor hoeven de studenten en wetenschappers op onze universiteit toen niks te betalen”, vertelt Cees Buisman, hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie van de sectie Milieutechnologie. Als het bedrijf dat zij opzetten met de gepatenteerde technologie een succes wordt, moet het bedrijf wel een zogenoemde succesvergoeding aan de universiteit betalen. “Deze regeling is interessant omdat de ondernemers dan niet meteen aandelen van hun bedrijf weg hoeven te geven.”

Een puzzel

Zo is ChainCraft ontstaan. “Het is technologisch en commercieel een uitdagende puzzel om te leggen”, zegt Van Stralen. Dat maakt het runnen van een spin-off volgens hem zo fascinerend. “Tijdens mijn studie vond ik naast de wetenschappelijke kant ook de commerciële kant van innovatie al interessant. Het is leuk om een aandeel te hebben in de duurzamere wereld van de toekomst.”

Die interesse in de commerciële kant van nieuwe technologieën is volgens Cees Buisman bijzonder. Buisman zag ChainCraft de afgelopen jaren uitgroeien tot een volwassen bedrijf. “We zien dat veel bètastudenten hun studie beginnen omdat ze de wereld willen verbeteren of omdat ze onderzoek willen doen en dingen willen ontdekken. Er zijn maar weinig studenten die al zo vroeg interesse hebben in het bedrijfsleven en het ondernemerschap”, legt hij uit. Al zijn die studenten wel heel belangrijk. “We doen veel onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven. Zij zijn altijd geïnteresseerd in mensen die in een bedrijf willen werken”

Opschalen

De afgelopen tien jaar is de technologie van ChainCraft steeds verder ontwikkeld. Vanuit het laboratorium is met een factor 500 opgeschaald naar een pilotplant, een klein fabriekje. Dit gebeurde met hulp van investeerders Shift Invest en Horizon 3. Toen er zicht was op een industriële toepassing, kon ChainCraft nog een keer opschalen tot de fabrieksgrootte zoals deze nu is. “Daarvoor zijn we weer de markt opgegaan om nieuwe investeerders aan te trekken”, zegt Van Stralen. Zo opgesomd klinkt het als een makkelijke weg, maar dat was het allerminst. “Er zijn in de ontwikkeling wel moeilijke momenten geweest”, blikt hij terug. “We hebben voor grote technologische uitdagingen gestaan. Het proces moet een bepaalde robuustheid hebben om het op grotere schaal te kunnen gebruiken. Het was heel lastig om dit ook technologisch gezien voor elkaar te krijgen.”

Winst

“We hebben het als team goed doorstaan”, gaat hij verder. Het opzetten van het een nieuw bedrijf kent volgens de ondernemer ook veel mooie momenten. “Bijvoorbeeld het afsluiten van de eerste overeenkomst voor de afname van ons product of het binnenhalen van een grote subsidie.” En het bedrijf blijft maar groeien. In de komende drie jaar wil Van Stralen een nog grotere fabriek bouwen. Daarvoor is het bedrijf nu bezig met een financieringsronde. “We draaien op dit moment omzet, maar winst is er nog niet”, zegt hij. “De echt winstgevendheid zit in de volgende fabriek, als we nog een stapje verder kunnen opschalen.” Die fabriek is dan tien keer groter dan de huidige.

De groei van de fabrieken is niet eindeloos, er moet wel genoeg aanvoer van organisch afval zijn. “Als we zo ver opschalen dat afval van ver moet komen, schieten de transportkosten en daarmee de milieulasten omhoog”, schetst Van Stralen. Daarom wil hij de komende tien jaar nog drie vetzuurfabrieken neerzetten. “De kans is groot dat die niet alleen in Nederland komen te staan”, voegt hij toe.

Naast de uitbreiding van de fabrieken gaat ook het onderzoek naar de technologie verder. Hiervoor werkt ChainCraft nauw samen met de sectie Milieutechnologie. Zo lopen er bijvoorbeeld verschillende projecten met PhD-studenten. “Ons onderzoeksvolume wordt mede mogelijk gemaakt door ChainCraft”, zegt hoogleraar Buisman. “Andersom gaan onze studenten in de toekomst misschien aan de slag bij ChainCraft.” Dergelijke samenwerkingen tussen spin-offs en de universiteiten laten volgens Buisman de relevantie van het onderzoek zien. “De maatschappij heeft er echt iets aan”, stelt hij.

Wageningen University & Research doet naast het onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven ook veel fundamenteel onderzoek. “Het is belangrijk om te kijken naar echt nieuwe technologieën. Dat is risicovol omdat het niet zeker is dat je een succesvol resultaat krijgt, maar het is wel belangrijk. Juist bij dat risicovolle onderzoek stuiten we op nieuwe technologieën die voor meer spin-offs kunnen zorgen”, stelt Buisman.

Wereldwijde ontwikkeling

Zo heeft ChainCraft ook kunnen groeien tot een succesvol bedrijf. In de aankomende financieringsronde en het afsluiten van nieuwe afnamecontracten heeft de directeur veel vertrouwen. Van Stralen: “Er is een grote, wereldwijde ontwikkeling gaande op het gebied van circulariteit en duurzaamheid. We komen precies op het goede moment met een mogelijkheid om hier weer volgende stappen in te zetten.