Nieuws

Dialoog framing en polarisatie in het voedseldebat: ‘Zoeken naar gedeelde waarden’

article_published_on_label
19 april 2023

“Ik wil jullie uitdagen om uit te zoomen en om op jullie eigen rol te reflecteren, als het gaat over polarisatie en framing in het voedseldebat.” Zo verwelkomde Simone Ritzer op 11 april in Omnia, het dialoogcentrum op Wageningen Campus, een volle zaal met wetenschappers, communicatie medewerkers, journalisten en andere geïnteresseerden. Polarisatie; een actueel onderwerp, nu het in de media vaak gaat over tegenstellingen en sociale conflicten in de maatschappij, zoals over de toekomst van de landbouw, over natuur tegenover technische oplossingen. Over precies dit onderwerp maakten Joris Lohman en Hidde Boersma de film The Future of Food, die deze middag vertoond werd. De makers zijn er zelf, naast Martine Kamsma (NRC-journalist), Inge Wallage (directeur communicatie en marketing bij WUR) en Rens Vliegenthart, hoogleraar Strategische Communicatie (WUR).

“Iedereen kijkt naar de wereld door een eigen lens”, zegt Ritzer. “En daar liggen weer intenties aan ten grondslag. We gaan daarover in gesprek, en vooral in hoeverre we gemene delers kunnen vinden.” Filmmaker Boersma zegt gespannen te zijn, ‘er zijn zoveel deskundige mensen in de zaal’. “Het is een droom op ons verhaal op een plek als deze te delen”, zegt Lohman. “Want veel mensen zijn, net als wij, al lang bezig om te bedenken wat de goede richting is voor een nieuw voedselsysteem. Dat begon bij ons al in 2009, toen de vraag zich opdrong hoe de wereld 9 miljard mensen kan gaan voeden. Er kwam steeds dezelfde tegenstelling naar boven: samenleven met de beschikbare natuur, of juist meer landbouw en techniek om meer voedsel te produceren?”

De twee mannen stuitten in hun zoektocht op het boek The Wizard en de Prophet, van Charles C. Mann. De tovenaar staat voor innovatie, de profeet voor minderen. Boersma, filmmaker en oprichter van de techno-optimistische NGO RePlanet kan zich vinden in de tovenaar. Lohman heeft de rol van profeet – hij is mededirecteur van Food Hub. Boersma: “Ik dacht: één moet gelijk hebben. Maar als je maar blijft vechten, dan gebeurt er uiteindelijk niks en wint de status quo. De belangrijkste vraag is: willen we niet hetzelfde, en hoe komen we dan vanuit tegenstellingen tot een nieuw verhaal?” Dat is het doel van deze dialoog vandaag, zegt Lohman. “Niet om inhoudelijk de diepte in te gaan, maar om te kijken hoe ieder voor zich de discussie verder kan brengen.”

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Vleesconsumptie, landgebruik en CRISPR-Cas

De film start, met een beeld van Lohman die zich te goed doet aan heerlijke lokale mosselen, met liefde door een kleinschalig visbedrijf opgevist. En met Boersma, die bij een aardappelboer ziet hoe één boer 4 miljoen kilo aardappelen per jaar kan oogsten en daarmee zo’n 80.000 mensen kan voeden. Moeten er weer meer mensen gaan werken op het platteland en dichter leven bij de natuur, of is dat ondenkbaar en hebben we technologie nodig? De twee gaan het uitvechten in een boksring, waarbij ze ondertussen in een videogesprek schrijver C. Mann om hulp vragen bij hun ‘dialoog’. Mann noemt dat ‘wat de milieuvraag ook is, er zijn twee kanten, waarbij aan de ene kant de onderliggende waarde ‘vrijheid’ centraal staat, en aan de andere kant ‘gemeenschap’. In de boksring willen de mannen verder komen op de thema’s vleesconsumptie, landgebruik en gentech. Helpt deze tegenstelling daarbij?

Over vleesconsumptie komen ze al snel tot consensus: minder en beter vlees eten, en inzetten op kweekvlees. Boersma wordt overtuigd door een lekker stukje kaas op een biologische boerderij. Tegelijkertijd is zijn mening dat er veel land nodig is voor biologisch boeren, en dat de prijs hoog is. Voor de bulk van het vlees zou kweekvlees ingezet moeten worden. Er zijn dus meerdere oplossingen nodig.

Voor het thema landgebruik gaan de twee een kijkje nemen bij een boer die op stroken teelt, waardoor er geen monoteelt plaatsvindt en er een hogere biodiversiteit is. ‘Eco-intensief’ vinden de twee allebei een goede oplossing: een diversiteit aan gewassen om de wereld te voeden, niet alleen tarwe. Over gentech is er meer discussie. Modificatie lijkt toch wel heel handig te zijn wanneer je minder gif wilt spuiten op gewassen. De profeet is voor klassieke veredeling, en niet voor ingrijpen in de natuur zelf. Ze bezoeken het planten lab van WUR-onderzoekers Jack Vossen en Bert Lotz, die met CRISPR-Cas werken. Door op zulk precies niveau te werken, kan er efficiënter en milieuvriendelijker geteeld worden. Lohman gaat overboord: gentech kan één van de oplossingen zijn.

In een plottwist blijkt de boskring al die tijd in Ghana te staan, waar de twee mannen heen zijn gevlogen. Want ze kunnen zelf wel oplossingen bedenken, maar hoe gaat het er in andere landen aan toe? In Ghana gaat de bevolking nog explosief groeien, en ze zijn er nu al voedsel aan het importeren. Ze horen over het WARC-programma in Ghana, waarbij intensivering van de landbouw plaatsvindt, en praten met een agronoom en boeren. Door het WARC-programma zijn er meer financiële mogelijkheden om landbouw op te voeren en meer opbrengst per hectare te genereren. De profeet ziet dat dit gelukkig met de lokale gemeenschap gebeurt en lijkt positief. Er komen wel meer machinerie en andere gewassen aan te pas – die niet altijd in de smaak vallen bij de boer zelf.

Blijer zijn de heren uiteindelijk met een vrouw die vertelt over fonio, een graansoort die weinig water nodig heeft, een hoge voedingswaarde heeft en traditioneel al in Ghana voorkomt. Maar het oogsten duurt lang – hier zouden ze moderne oogst- en verwerkingsmethoden voor kunnen gebruiken. Hier komen de frames van tovenaar en profeet bij elkaar – er is techniek nodig om iets wat al goed is efficiënter te maken. De profeet moet niet bang zijn voor innovatie en machinerie waar nodig, de tovenaar moet rekening houden met lokale belangen. De conclusie? Beide kanten gebruiken wetenschap. Wat kun je van elkaar stelen, welke premisse kun je erkennen? Welke frames kun je loslaten?

Polarisatie om aandacht te genereren

Uit de zaal komen wisselende, kritische reacties. Dat het laatste deel, over Ghana, koloniaal aandeed: het exporteren van onze oplossingen en ideeën over een waardevol leven naar andere landen. Iemand anders is zeer kritisch op het positieve geluid rondom CRISPR-Cas: we moeten de natuur niet afhankelijk maken van menselijke input, zegt hij. De wetenschap moet juist ingezet worden om te achterhalen wat de natuur zelf kan.

Maar we zouden uitzoomen vandaag, van de inhoud naar de discussie rond framing en polarisatie. Hoogleraar Rens Vliegenthart neemt het publiek daarom mee in zijn kijk op polarisatie. “Issuepolarisatie is inhoudelijk van mening verschillen, affectieve polarisatie is op emotioneel niveau elkaar tegen de haren instrijken, met harde woorden tot gevolg. Het is zo slecht nog niet om inhoudelijk van mening te verschillen, dat kan ons vaak juist heel erg helpen. Maar we moeten uitkijken met affectieve polarisatie. Het klopt dat specifieke onderwerpen op de spits gedreven zijn. Maar alsnog is er geen bewijs dat we elkaar minder aardig zijn gaan vinden. Media en politiek spelen een grote rol bij het sentiment dat polarisatie toegenomen zou zijn. Media (met name talkshows) en politici zoeken vaak de uiterste kanten op, om aandacht te genereren. De beleving van toegenomen polarisatie is er dus wel, maar of er daadwerkelijk sprake van is, daar is onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor.

Vliegenthart roept op om wat vaker naar de stille middengroep te kijken en daar aandacht aan te besteden. “Hoor en wederhoor is nodig, maar daarbij wordt vaak journalistiek en politiek gezien naar een zondebok gezocht. Díe zit fout. Een gevolg daarvan is dat de middengroep een uiterste kant kan worden opgeduwd. Terwijl er ook gekeken kan worden naar waar de overeenstemming zit. Over de achterliggende problemen en diagnose is juist best wel wat overeenstemming.”

Nut van polarisatie – maar ‘stop het gevecht’

Dat vraagt om nabespreking. Naast Vliegenthart nemen Martine Kamsma en Inge Wallage plaats om de dialoog aan te gaan, met Ritzer als gespreksleider. Kamsma schrijft korte artikelen over voeding en gezondheid, gericht op het informeren van de consument. Het is zeker zo dat stukken over vleesfanaten en vleeshaters beter gelezen worden dan over groep die vaak flexitarisch eet of geen duidelijke mening heeft, vertelt ze. “Ik vind die middengroep interessant. Mijn taak is om alle kanten te laten zien. Dat lukt niet altijd. Het is zo dat er in de journalistieke keuzes al veel stelling zit: hoeveel paginagrootte geef je waaraan? Daar moeten we ons van bewust zijn. Ik hoop dat in alles wat we bij elkaar opgeteld maken bij NRC, het totale beeld genuanceerd is. Tegelijkertijd blijft je rol als journalist beperkt, want iedereen haalt er ook wel weer uit wat ‘ie wil zien.”

Ze noemt dat ze als journalist vooral heel veel wil vragen en alles wil weten over een onderwerp. “Ik moedig daarom ook wetenschappers en wetenschapscommunicatie aan om echt alles te vertellen en te delen. Zo krijgen wij het hele plaatje. En laat mij dan bewijzen dat ik het juiste voor heb met de informatie die ik van wetenschappers tot me krijg’. Over CRISPR-Cas zou ik alles willen weten, het gevaar en de winst. En dan kun je daar een hele film over maken.

Volgens Wallage is het goed om binnen WUR altijd te bedenken ‘wat onze rol is en wie we dienen met de verhalen die we met de wereld delen. “Het is goed om te bepalen welke mensen je wilt bereiken en welke media daarvoor ingezet kunnen worden. Tegelijkertijd willen we er onafhankelijk instaan, omdat het over wetenschap gaat. Toch bestaan er daarin keuzes – wil je meer sturen naar oplossingen, of het debat aanwakkeren?”

Als het om polarisatie gaat, kunnen extremen namelijk ook een functie hebben, zien ze alle drie. Wallage: “Denk aan Aletta Jacobs, die het op de spits dreef en gelukkig hebben we daarom wel vrouwen in de wetenschap.” Vliegenthart: “Tegenstellingen en polarisatie kunnen functioneel zijn, als ze inhoudelijk zijn. Maar hou ook zicht op het midden. Soms brengt polarisatie je niet verder, en is een subtielere weg nodig. Een constructieve. Blijf dus weg van die affectieve polarisatie.”

Ritzer moedigt de zaal tot slot aan om te kijken naar de rol die ieder zelf speelt, en of je die misschien soms anders in kunt vullen, om samen verder te komen. “Want met een voedselgevecht komen we niet verder: ‘Stop the food fight’.” Wil je daar nu aan bijdragen? Dan kan je verder praten op het platform dat de filmmakers opzette met de toepasselijke gelijknamige titel.