Nieuws

Genetische kenmerken helpen bij opsporing illegaal tropisch hardhout

article_published_on_label
28 februari 2018

Zo’n 30-90% van alle tropisch hardhout wordt illegaal gekapt. Goede controles van de herkomst van hout zijn weinig effectief omdat er nogal eens gefraudeerd wordt met documenten. Wageningse onderzoekers hebben nu een methode ontwikkeld om fout hout op te sporen.

Genetische houteigenschappen kunnen betrouwbare en nauwkeurige informatie leveren over de herkomst van de Afrikaanse houtsoort Tali, zo blijkt uit de studie die zojuist is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation. De nauwkeurigheid is zo groot dat zelfs hout afkomstig uit twee bosgebieden die slechts 14 km van elkaar verwijderd zijn, onderscheiden kan worden. Dit is essentieel als bosgebieden waar wel en niet mag worden gekapt vlakbij elkaar liggen. “Het feit dat we op 14 km nauwkeurig de herkomst van hout kunnen onderscheiden is nieuw,” zegt eerste auteur Mart Vlam van de leerstoelgroep Bosecologie en Bosbeheer van Wageningen Universiteit. “Eerdere studies hebben dat alleen op veel grovere schaal kunnen aantonen.”

Voor het onderzoek – in samenwerking met twee houtkapbedrijven – werden enkele honderden houtmonsters verzameld in vijf bosgebieden in Kameroen en Congo-Brazzaville. Vlam: “Met een deel van de monsters hebben we een ‘blinde test’ uitgevoerd. Dat ging als volgt. Ik had nog twaalf stukjes hout liggen, waarvan ik de herkomst kende maar de genetische specialisten van Wageningen Environmental Research niet. Ik heb die monsters aan hen gegeven met de vraag te bepalen uit welk gebieden ze kwamen. In 92% was het antwoord correct. Dat is een mooie score.”

Deze studie toont aan dat genetische analyses veel potentie hebben om toegepast te worden in forensische tests van tropisch hardhout. “Maar voordat deze tests kunnen worden gebruikt als bewijs in een rechtszaak, moet er nog veel gebeuren,” zegt onderzoekleider Pieter Zuidema. “We hebben houtmonsters uit een groter gebied nodig en onze analyses en laboratoria zullen moeten voldoen aan strikte richtlijnen. Dat kunnen wij niet alleen, en daarom werken we samen in een wereldwijd netwerk van onderzoekers, laboratoria en autoriteiten.”