Persbericht

Gezonde bodem is essentieel voor circulaire economie

article_published_on_label
6 oktober 2016

Om in Nederland een circulaire economie te verwezenlijken, zoals het kabinet beoogt, is het essentieel het productievermogen van de landbouwgrond in stand te houden. Een gezonde bodem levert groene, hernieuwbare grondstoffen voor biobased producten. Echter, het momenteel teruglopend gehalte aan koolstof in Nederlandse agrarische bodems remt die omslag en zal bij verdere klimaatopwarming een circulaire economie in de weg staan. Die boodschap geeft prof. Lijbert Brussaard, hoogleraar Bodembiologie en biologische bodemkwaliteit in zijn afscheidsrede aan Wageningen University & Research op 6 oktober.

Het gehalte organische stof op de Nederlandse bodems lijkt vrijwel stabiel, zoals in graslanden, en alleen zandgronden vertonen een nettoverlies. “Maar schijn bedriegt”, zegt de bodembioloog. “Het tekort aan organische stof wordt gemaskeerd door het mestoverschot dat we al jaren hebben. En die mest komt grotendeels voort uit grootschalige import van veevoer, zoals soja, uit het buitenland. Het dalend gehalte aan organische stof in de bodem zal zich daarom in Nederland aanstonds openbaren. Zeker wanneer de klimaatverandering doorzet, omdat bij hogere temperaturen meer plantenresten en bodemorganische stof wordt afgebroken, waarbij CO2 vrijkomt,” aldus de Wageningse hoogleraar.

Circulaire economie

Om een circulaire economie – zonder verlies van grondstoffen – te realiseren, zoals het kabinet voor 2050 heeft voorzien met een 50-procent tussendoel in 2030 – dienen materialen die nu nog uit fossiele grondstoffen worden gehaald uit hernieuwbare biobased grondstoffen te komen voornamelijk afkomstig van gewassen op landbouwgrond. Het betreft niet alleen gewassen voor voedsel, veevoer en vezels, maar ook groene grondstoffen voor brandstof, geur- en smaakstoffen en dergelijke. “Om blijvend aan die vraag te voldoen moet het productievermogen van de bodem gehandhaafd blijven. Daarvoor dient al in de keten rekening te worden gehouden met de hoeveelheid én kwaliteit van reststoffen die teruggevoerd moeten worden aan de landbouwgrond”, zegt prof. Brussaard. “Anders mist de biobased economy de boot van de circulaire economie.”

Rijk bodemleven

Voor een gezonde bodem is de organische stof, afkomstig van plantenresten, van groot belang. Deze bodemorganische stof stuurt via het bodemleven de bodemstructuur en porositeit en zorgt voor een geleidelijk beschikbaar komen van water en voedingsstoffen voor de planten. Door het bodemleven te stimuleren kan de afhankelijkheid van menselijk ingrijpen, zoals ploegen en drainage, via een natuurlijke weg worden verminderd. “Het op peil houden van de bodemorganische stof hoort bij duurzaam bodembeheer”, vat prof. Brussaard samen in zijn afscheidsrede ‘De bodem onder ons bestaan’.

Koolstofopslag

Bovendien, zegt prof. Brussaard, is met een verhoging van het koolstofgehalte in de bodem het broeikaseffect terug te dringen, zoals de Fransen hebben laten zien tijdens de klimaatonderhandelingen, COP21, vorig jaar in Parijs. Zij zetten in op een structurele verhoging van het organische stofgehalte van de bodem in de bovenste 40 cm met 4 promille per jaar wereldwijd. Met die schijnbaar geringe groei kan het broeikaseffect volgens hun berekening op den duur teniet worden gedaan. Dit geeft het potentieel van goed bodembeheer aan. In Nederland zijn voorbeelden bekend van 1,5 procent (15 promille) koolstofaanwas in de bodem per jaar. “Een topprestatie in het kader van het terugdringen van CO2 in de atmosfeer,” zegt prof. Brussaard.
Eerder bracht ondergrondse CO2-opslag in diepe aardlagen maatschappelijke onrust teweeg. “Als de overheid en de industrie kennelijk bereid zijn om geld te steken in verlaging van het CO2-gehalte van de atmosfeer, dan zou het voor de hand liggen om de agrarische wereld te steunen bij het verhogen van het organische stofgehalte van de bodem en dit onderdeel te maken van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU,” bepleit prof. Brussaard.