Nieuws

Inauguratie Emely de Vet: “Om uit te zoeken wat je niet weet, moet je van elkaar willen leren”

article_published_on_label
18 mei 2022

Nadat de COVID-19-maatregelen twee keer roet in het eten gooiden, spreekt Emely de Vet dan eindelijk op 19 mei haar inaugurele rede uit. Als hoogleraar Consumptie en Gezonde Leefstijl geeft zij leiding aan een interdisciplinaire onderzoeksgroep. Haar missie: ontdekken waarom het zo moeilijk is om af te stappen van een ongezonde leefstijl en nieuwe methoden bedenken die leiden tot gezonde en duurzame leefstijl. We spraken haar vlak voor haar inauguratie.

Emely, je wordt ook wel ‘leefstijlprofessor’ genoemd. Waar komt jouw wetenschappelijke fascinatie voor een gezonde leefstijl vandaan?

“Tijdens mijn studie Gezondheidswetenschappen in Maastricht ontdekte ik dat menselijk gedrag een grote rol speelt in gezondheidsproblemen, zoals de mens een oorzaak van elk groot probleem in de wereld is. Ik kwam er ook achter dat er enorm veel factoren invloed uitoefenen op gedrag, waardoor het voor veel mensen moeilijk is om gezond en duurzaam te leven. Als mens zijn we onderdeel van een complex systeem dat dit gedrag makkelijk maakt en in stand houdt. Ik heb me altijd enorm aangetrokken tot die complexiteit.”

In een interview met Psychologie Magazine zei je: ‘Je krijgt bijna het idee dat je een slecht mens bent als je de regels niet volgt’. Alleen maar aansporen tot gezond gedrag werkt volgens jou niet. Waarom niet?

“Omdat het veel te simpel is om de verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl alleen maar bij consumenten en patiënten te leggen. Het obesitasprobleem lossen we bijvoorbeeld niet op door dikke mensen alleen maar te vertellen dat ze moeten afvallen. In mijn inaugurele rede leg ik uit dat er een wirwar aan factoren van invloed is op iemands leefstijl. Als het aan het eind van de maand steeds maar de vraag is of je je energierekening nog wel kunt betalen, ben je misschien aangewezen op de Voedselbank. Het aanbod daar is vrijwel altijd ongezond. Een voedingspatroon volgens de Schijf van Vijf is sowieso duurder dan een ongezond voedingspatroon. De leefomgeving is ook van invloed: op veel plaatsen neemt het aanbod aan fastfood toe en dat geldt vooral voor wijken in de stad waar veel mensen met lagere inkomens wonen. Ook rond scholen in deze wijken openen steeds meer fastfoodketens hun deuren. Kwetsbare mensen die al minder ruimte hebben om gezond te leven, worden zo nog meer blootgesteld aan ongezond voedsel. Zo zijn er nog veel meer factoren van invloed op iemands leefstijl; van het sociale netwerk waartoe iemand behoort tot de beperkte beschikbaarheid van succesvolle gezondheidsinterventies.”

Om de gezondheid van onze samenleving te verbeteren, heb je dus een combinatie van interventies nodig?

Precies. Dat is ook de reden waarom mijn leerstoelgroep Consumptie en Gezonde Leefstijl interdisciplinair wordt opgebouwd, waarbij we zowel fundamenteler onderzoek naar leefstijl combineren met interventie-onderzoek. Voor zover ik weet zijn we daarmee uniek in de wereld. De wetenschappelijke wereld richt zich graag op losse gedragingen of disciplines. De onderzoeksgroepen die bezig zijn met duurzaam gedrag, zijn vaak weer andere dan die gezond gedrag onderzoeken. En de medische wetenschap denkt weer anders na over preventie dan gedragswetenschappers doen Als wetenschapper heb ik me nooit thuis gevoeld bij dit denken in silo’s. Ik bouw mijn leerstoelgroep op rondom de vragen die er zijn over leefstijl. Om die te kunnen beantwoorden heb je inzichten en methoden uit verschillende velden nodig. Een beproefde methode in het ene veld kan voor innovatie in een ander veld zorgen. Van geografen en epidemiologen tot sociologen en psychologen; we hebben allerlei soorten wetenschappers aan boord. We hebben onlangs een flinke beurs ontvangen waarmee we samen met gemeenten gaan onderzoeken welke interventies in het sociaal domein ingevoerd kunnen worden die mogelijk een betere leefstijl en gezondheid van mensen in de schuldhulpverlening als bijvangst hebben. Dat vraagt om andere wetenschappelijke expertise dan die van mensen in mijn team die bezig zijn met gepersonaliseerde digitale interventies in de zorg. Dat vind ik het leuke aan interdisciplinair werken: om uit te kunnen zoeken wat je niet weet, moet je van elkaar willen leren.”

Wat wil je met jouw groep de komende jaren bereiken?

“Vooropgesteld, ik ben nu toevallig degene die het verhaal vertelt, maar we doen het echt als team samen, in allerlei vormen. Ik zie graag dat we de komende jaren door fundamenteel gedragswetenschappelijk onderzoek meer te weten komen over de algemene processen die de leefstijl van mensen beïnvloeden. Met die fundamentele kennis willen we vervolgens succesvolle interventies gaan bedenken. De vraagstukken zijn niet nieuw, maar onze aanvliegroute is anders. Vaak wordt er eerst een nieuwe behandeling of een nieuw gezond product bedacht, om vervolgens te moeten constateren dat ze niet werken. Ik stel liever niet de oplossing, maar de mens en zijn drijfveren centraal.”

Jouw punt is duidelijk: leefstijlverandering is ingewikkeld. Wat kun je toch alvast meegeven aan iedereen die gezonder wil gaan leven?

“Je hoeft niet meteen het roer om te gooien, kleine stapjes helpen ook. Neem de trap, vervang je colaatje door een glas kraanwater en smeer een bruine boterham in plaats van een witte, sla eens een dagje vlees eten over. Alle beetjes helpen."