Nieuws

Lager N-bodemoverschot op Koeien & Kansen-bedrijven in 2021

Published on
15 juni 2022

Gemiddeld daalde het stikstofbodemoverschot op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2021 met 27 kg N/ha naar 149 kg N/ha. Hierdoor werd het gemiddelde doel van 148 kg N/ha bijna gehaald. De hoge stikstofopbrengst van grasland zorgde er in 2021 voor dat het stikstofbodemoverschot fors lager was dan in 2020.

Berekening stikstofbodemoverschot

Het stikstofbodemoverschot op een bedrijf wordt berekend door de stikstofoutput uit de bodem van de stikstofinput af te trekken.

Figuur 1 laat zien dat op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2021 de N-input voor een belangrijk deel uit dierlijke mest bestaat (gemiddeld meer dan de helft van de totale input). Soms is de stikstofinput met dierlijke mest hoger dan de wettelijke normen. Dit komt doordat de bedrijven aan de BES-pilot meedoen. Naast dierlijke mest draagt stikstofkunstmest voor een belangrijk deel bij (ruim een kwart). Daarnaast wordt de bodem met stikstof gevoed door weidemest, mineralisatie, depositie en vastlegging door vlinderbloemigen zoals klaver. Uit figuur 1 blijkt dat op de veenbedrijven 3 en 5 mineralisatie een grote bijdrage levert. Bedrijf 6 legt met bijna 9% van de totale input relatief veel stikstof vast met vlinderbloemigen. Bijna alle bedrijven hebben aanvoer van stikstof via beweiding, behalve bedrijf 1. Daar staan de dieren het hele jaar binnen.

Figuur 1: Stikstofinput per ha op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2021.
Figuur 1: Stikstofinput per ha op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2021.

Figuur 2 laat zien dat gemiddeld op de Koeien & Kansen-bedrijven de meeste output van de bodem via oogst van stikstof met graskuil komt (in 2021 gemiddeld ruim 70% van de totale stikstofopbrengst van het land). Gemiddeld 20% komt van weidegras. Gemiddeld 8% van de stikstof komt van het maïsland af en 1% van overige gewassen. Opvallend is dat bedrijf 1 ruim 360 kg N/ha stikstof via graskuil oogst. Dit bedrijf heeft een hoge grasopbrengst en oogst daarnaast ook nog gras dat als voorteelt bij de maïs is geteeld. Op bedrijf 11 dragen, naast gras en maïs, ook de overige voedergewassen met 7% bij aan de totale stikstofopbrengst van de bodem. Dit bedrijf teelde in 2021 bijna 4,5 ha graan als GPS.

Figuur 2: Oogst van stikstof (output) per ha op Koeien & Kansen-bedrijven in 2021.
Figuur 2: Oogst van stikstof (output) per ha op Koeien & Kansen-bedrijven in 2021.

Vergelijking met 2020

In 2021 week de totale input van stikstof in de bodem niet er veel af van 2020. Gemiddeld op de Koeien & Kansen-bedrijven kwam deze in beide jaren uit rond de 445 kg N/ha. De output was in 2021 wel een stuk hoger en steeg van 270 kg N/ha in 2020 naar 294 kg N/ha in 2021. Deze stijging kwam vooral door de fors hogere graskuilopbrengst. De gegeven meststoffen zijn in 2021 dus veel meer benut dan in 2020, al had de gewonnen graskuil een lager RE-gehalte dan in 2020 zodat de N-opbrengst van het grasland minder steeg dan de grasopbrengst in ton droge stof. In 2021 is gemiddeld 35 kg N/ha meer graskuil geoogst, terwijl de stikstofopbrengst van weidegras en maïs iets achterbleef ten opzichte van het jaar ervoor. De efficiëntie van de bodem was een stuk hoger, mede door het weer en steeg van 65,2% in 2020 naar 67,1% in 2021.

Stikstofbodemoverschot fors lager

Door de hoge grasopbrengst is het stikstofbodemoverschot in 2021 fors lager dan in 2020. Figuur 3 laat zien dat deze in 2021 gemiddeld op de Koeien & Kansen-bedrijven met 27 kg N/ha is gedaald naar 149 kg N/ha. Overigens was het bodemoverschot in 2019 gemiddeld nog lager met 132 kg N/ha. Ten opzichte van 2020 daalde het stikstofbodemoverschot op 10 bedrijven. Op 5 bedrijven steeg het ten opzichte van 2020.

Figuur 3: Stikstofbodemoverschot Koeien & Kansen-bedrijven 2019-2021 en het doel van 2021. (K = overwegend kleigrond, V = overwegend veengrond, Z = overwegend zandgrond).
Figuur 3: Stikstofbodemoverschot Koeien & Kansen-bedrijven 2019-2021 en het doel van 2021. (K = overwegend kleigrond, V = overwegend veengrond, Z = overwegend zandgrond).

Specifiek doel per bedrijf

Binnen het project Koeien & Kansen geldt voor ieder bedrijf een specifiek doel voor het stikstofbodemoverschot. Dit doel hangt onder andere af van de grondsoort, maar ook van de uitspoelingsgevoeligheid en de gewasopbrengst van de voorgaande drie jaren. Zoals dat wordt gehanteerd in de BES-pilot. Gemiddeld, over alle Koeien & Kansen bedrijven heen, was het doel in 2021 een stikstofbodemoverschot van maximaal 148 kg N/ha. In 2021 wordt dit doel op 1 kg N/ha na bereikt. Figuur 3 laat zien dat er in 2021 8 bedrijven zijn die hun individuele doel halen. 7 bedrijven halen hun doel nog niet. Vooral de bedrijven 3, 4, 5, 6 en De Marke moeten hun stikstofbodemoverschot met meer dan 20 kg N/ha verlagen, wil het beoogde doel in beeld komen. Bedrijven die het doel niet halen benutten over het algemeen de mest minder goed dan bedrijven die het doel wel halen, dit kan zich uiten in een lagere gewasopbrengst dan in de referentiejaren waarop het doel is gebaseerd. Op bedrijf 4 is de gewasopbrengst vrij hoog, maar dit wordt wel gerealiseerd met veel input van kunstmest.

Efficiënt bemesten

Uit dit artikel komt naar voren dat de gewasopbrengst voor een belangrijk deel het stikstofbodemoverschot bepaalt. Bij een efficiënte benutting van meststoffen en een hoge gewasopbrengst blijft het stikstofbodemoverschot laag. Maar soms gooit een slecht weerjaar roet in het eten en komt er weinig gewas van het land. Hierdoor wordt de stikstof in mest niet goed benut en komt het stikstofbodemoverschot op een hoog niveau uit. Ook door teveel te bemesten kan het bodemoverschot hoog uit komen. Op het juiste tijdstip gematigd bemesten en een toedieningsmethode gebruiken met weinig verliezen kan helpen het stikstofbodemoverschot te verlagen.