Nieuws

Microscopisten delen onderzoeksfaciliteiten op Wageningen Campus

article_published_on_label
6 februari 2020

Onderzoekers van Wageningen University & Research gebruiken elektronenmicroscopie om bijvoorbeeld plantaardige structuren te ontrafelen tot op tienden van een nanometer. Microscopisten van Unilever doen hetzelfde om in te zoomen op de structuur van voedingsmiddelen. Door hun onderzoeksfaciliteiten te delen, wordt dure apparatuur veel efficiënter benut.

Het delen van onderzoeksfaciliteiten biedt de mogelijkheid om toegang te hebben tot hoogwaardige onderzoeksapparatuur waarbij alleen wordt betaald voor de tijd dat de apparatuur daadwerkelijk wordt gebruikt.

Met de opening van het Unilever Global Foods Innovation Centre eind 2019 heeft Unilever al haar voedingsonderzoek geconcentreerd op Wageningen Campus. Het microscopieteam van het voedingsmiddelenconcern staat onder leiding van Lia Verhoeff: “Wij willen bijvoorbeeld weten hoe een verandering van ingrediënten de microstructuur van producten beïnvloedt – en daarmee de eigenschappen ervan. Verder onderzoeken we welke effecten verschillende processingtechnieken hebben op de microstructuur. Hiervoor zetten we een arsenaal aan microscopietechnieken in.”

Het Wageningen Electron Microscopy Centre, dit is de faciliteit en het expertisecentrum voor elektronenmicroscopie van Wageningen University & Research bevindt zich op vier minuten lopen van Unilevers onderzoekscentrum. Marcel Giesbers leidt dit lab waar diverse leerstoelgroepen en onderzoeksinstituten op de campus terecht kunnen voor onderzoek. “Vroeger had iedere leerstoelgroep haar eigen dure apparatuur staan die soms maar tien procent van de tijd werd gebruikt. Dat is zonde van de investeringskosten.” Het delen van onderzoeksfaciliteiten biedt de mogelijkheid om toegang te hebben tot hoogwaardige onderzoeksapparatuur waarbij alleen wordt betaald voor de tijd dat de apparatuur daadwerkelijk wordt gebruikt.

Shared Research Facilities in Wageningen

De Provincie Gelderland en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zien graag dat zoveel mogelijk partijen, zowel onderzoeksgroepen als bedrijven, gebruik kunnen maken van hightech onderzoeksapparatuur. Zij hebben subsidie beschikbaar gesteld om het delen van dit soort state-of-the art onderzoeksfaciliteiten te stimuleren. Dit heeft ertoe geleid dat bedrijven en onderzoeksgroepen en -instellingen onder de paraplu van Shared Research Facilities gebruik kunnen maken van hightechfaciliteiten op Wageningen Campus, waaronder die van het Wageningen Electron Microscopy Centre. In het lab staan zowel apparaten van Wageningen University & Research als van Unilever. Ze zijn beschikbaar voor gezamenlijk gebruik, ook voor andere partijen. Marcel Giesbers toont een SEM, wat staat voor scanning elektronenmicroscoop. Hiermee kan het oppervlak van een sample met vergrotingen tot wel 500.000x worden vastgelegd. Naast twee scanning elektronenmicroscopen beschikt het lab over een transmissie-elektronenmicroscoop, waarmee gedetailleerde 3d-beelden van samples worden gevormd. Hoogwaardige apparatuur voor monstervoorbereiding is ook aanwezig zoals een hogedruk invriezer. Lia Verhoeff legt uit waarvoor dit wordt gebruikt: “In de elektronenmicroscoop bevindt het sample zich in een vacuüm, bij voedselproducten en biologische samples moet je voorkomen dat de structuur verandert doordat vet smelt of water verdampt. Door snel en onder hoge druk te koelen, ontstaat een glasachtige structuur zonder ijskristallen.”

Delen heeft voordelen

Het delen van deze relatief dure apparatuur en faciliteiten heeft volgens Marcel Giesbers grote voordelen: “Onderzoeksrichtingen ontwikkelen zich snel en je kunt je afvragen hoe zinvol het is als iedere partij in eigen apparatuur blijft investeren. Door de hoogwaardige apparatuur bij centrale faciliteiten te plaatsen, wordt de apparatuur ook door specialisten ondersteund. Naast het financiële voordeel is ook van belang dat we gezamenlijk de expertise op een hoger niveau kunnen krijgen en houden. Daar komt bij dat mkb-bedrijven doorgaans geen toegang tot geavanceerde faciliteiten hebben. Dankzij Shared Research Facilities hebben zij die toegang wel.”