Nieuws

Nieuw rapport geeft overzicht wilde bijen en zweefvliegen per landschapstype

article_published_on_label
4 februari 2019

Wilde bijen en zweefvliegen spelen een essentiële rol bij de bestuiving van voedselgewassen en wilde planten. In Nederland leven honderden soorten bestuivers, maar de laatste decennia zijn hun aantallen en de diversiteit in soorten sterk achteruit gegaan. In een nieuw rapport van Wageningen Environmental Research, samen met EIS Kenniscentrum insecten, Naturalis Biodiversity Center en Ecologica, is de aanwezigheid van wilde bijen en zweefvliegen in verschillende landschapstypen in kaart gebracht. Terreineigenaren die zich willen inzetten voor wilde bijen kunnen hiermee bepalen op welke doelsoorten ze zich moeten richten.

Het rapport geeft een overzicht van de landschapstypen waarin de verschillende soorten wilde bestuivers bij voorkeur voorkomen. Met deze informatie is per type landschap te bepalen welke soorten daar het meest efficiƫnt behouden, of juist bevorderd kunnen worden. Bijvoorbeeld door het aanbieden van voedselplanten en het vergroten van nestelplekken. Dit geeft terreineigenaren die meer bestuivers willen de mogelijkheid om passende doelen te stellen en effectieve maatregelen te nemen.

Dominante gewasbestuivers

In het rapport is onderscheid gemaakt tussen bedreigde soorten en de zogenoemde dominante gewasbestuivers: soorten die een belangrijke rol spelen bij de bestuiving van landbouwgewassen. Slechts enkele van deze dominante gewasbestuivers komen relatief vaak voor in intensief gebruikt agrarisch gebied. Maatregelen die de aanwezigheid van deze soorten in landbouwgebieden bevorderen kunnen leiden tot een grotere diversiteit aan bestuivers, en uiteindelijk tot een grotere opbrengst van (fruit)gewassen.

Bedreigde soorten

De groep met bedreigde soorten in Nederland is veel omvangrijker. Ruim de helft van de wilde bijensoorten en een derde van de zweefvliegen wordt aangemerkt als bedreigd. Bedreigde soorten komen voor in verschillende aantallen en in vrijwel alle landschapstypen. De grootste rijkdom is te vinden in het heuvelland van Limburg en het rivierengebied. Ook het stedelijk gebied is opvallend rijk aan bedreigde soorten wilde bijen en zweefvliegen, terwijl in de agrarische gebieden de minste bedreigde soorten voorkomen. Daarnaast blijkt dat in het agrarisch gebied vrijwel overal hetzelfde kleine setje soorten voorkomt: de generalisten die relatief weinig eisen stellen aan hun leefomgeving.

Kennisimpuls

Het rapport is onderdeel van het programma Kennisimpuls Bestuivers, gefinancierd door het ministerie van LNV. Het doel is om kennis te ontwikkelen en te delen die bijdraagt aan het behoud en de bevordering van (wilde) bestuivers, zodat ze ook op de langere termijn hun belangrijke rol kunnen blijven vervullen in de voedselproductie en natuurlijke ecosystemen. Deze Kennisimpuls sluit aan bij de Nationale Bijenstrategie, waarin het ministerie van LNV en een groot aantal maatschappelijke partners samenwerken aan initiatieven ter behoud en bevordering van bestuivers. 

Lees het volledige rapport