Nieuws
Ontbossing op 's werelds grootste tropische eiland: hoe ziet de toekomst eruit?
Nieuw-Guinea, ‘s werelds grootste tropische eiland, is ook het eiland met de grootste floristische diversiteit ter wereld. De rijke bossen, vooral in de westelijke helft, zijn nog onvoldoende bestudeerd en bedreigd. Wetenschappers onderzochten satellietgegevens in het westelijk deel om het jaarlijkse bosverlies, de ontwikkeling van wegen en de uitbreiding van plantages te bepalen. Op basis hiervan ontwikkelden zij een model om toekomstige ontbossing te voorspellen.
Het eiland is door zijn geschiedenis in tweeën gedeeld, met in het oosten Papoea-Nieuw-Guinea en in het westen Indonesisch Nieuw-Guinea. Het westelijk deel, dat deel uitmaakt van Indonesië, was vroeger bekend als Irian Jaya en nu als Tanah Papua. Het westen is een bijna ongerepte omgeving met uitgestrekte oerbossen, mangroves en veenmoerassen. De opmerkelijke planten- en dierenwereld - zoals de paradijsvogels - heeft biologen eeuwenlang gefascineerd. Toch is er van veel van de soorten in de regio nog weinig bekend. Wetenschappers uiten al langere tijd zorgen over natuurbehoud en veranderingen in landgebruik in Papua New Guinea, maar veel minder aandacht gaat uit naar Indonesisch Nieuw-Guinea.
Verlies van bossen
In 2019 bestond 83% van Indonesisch Nieuw-Guinea (bijna 350.000 km2) uit oerbos. In negentien jaar tijd werd 2% gekapt; bijna de helft daarvan is omgezet in industriële plantages, wegen, mijnafval of andere toepassingen in de buurt van steden. De rest (55%) kreeg te maken met korte verstoringen waarvan het bos kan herstellen, waaronder selectieve houtwinning, overstromingen, branden en verschuivende landbouw.
Industriële plantages hebben grotendeels het bos vervangen. Deze plantages zijn in 2019 uitgebreid met 2.300 km2 en bedragen nu 2.800 km2 (97% oliepalm; 3% pulphout). De Trans-Papua Highway van ongeveer 4.000 km lang, is nationaal investeringsproject. In dat jaar nam de weg met 1554 km in lengte toe. Positieve correlaties tussen de snelweg en de uitbreiding van de plantages wijzen erop dat deze processen met elkaar verbonden zijn. De voorspelling is dat tegen 2036 nog eens 45.000 vierkante kilometer bos zou kunnen worden gekapt als Indonesisch Nieuw-Guinea een soortgelijke ontwikkeling als in Indonesisch Borneo gaat doormaken.
Risico's
Indonesisch Nieuw-Guinea stelt zich namelijk steeds meer open voor grootschalige ontwikkeling. “Hoewel het totale bosverlies beperkt blijft, is het risico op lokale gevolgen aanzienlijk,” zegt professor Douglas Sheil, coauteur en bosecoloog aan Wageningen University & Research. "De provinciale overheden van Papoea en West-Papoea beseffen dat er risico’s kleven aan plantages en de aanleg van wegen, zoals dit eerder op Sumatra en Indonesisch Borneo gebeurde. Dit heeft uiteindelijk de ontbossing aangewakkerd en negatieve gevolgen gehad voor inheemse gemeenschappen."
In 2018 ondertekenden de gouverneurs van de provincies Papoea en West-Papoea de ‘Manokwari-verklaring’. Dit verplicht hen om ten minste 70% van de regio in stand te houden, om ervoor te zorgen dat infrastructuurontwikkelingen 'milieuvriendelijk' zijn en gebaseerd op de beginselen van duurzame ontwikkeling. Tegelijkertijd worden ook de rechten en rollen van inheemse gemeenschappen beschermd. “Maar de omvang van de commerciële mogelijkheden in zo'n ongerepte regio betekent dat de economische druk niet altijd wordt beperkt door bredere overwegingen,” zegt Sheil.
De impact van ontwikkelingen zorgvuldig afwegen
De resultaten die het onderzoek gepresenteerd, laten zien hoe de ontwikkeling van wegen de ontbossing kan bevorderen. Bij toekomstige beslissingen over landgebruik moeten de positieve en negatieve gevolgen van ontwikkelingen in deze etnisch en biologisch diverse regio zorgvuldig worden afgewogen. Volgens de onderzoekers is het van cruciaal belang dat wordt geluisterd naar en advies wordt ingewonnen bij de mensen op wie deze beslissingen van invloed zijn om schadelijke ontwikkelingen te voorkomen.
Voor Douglas Sheil is Nieuw-Guinea een zeer speciale plaats: "Zelfs nu is een groot deel ervan nog wild en weinig bekend. Het is een van de grote voorrechten van mijn leven dat ik nauw heb kunnen samenwerken met de bevolking van Indonesisch, Westelijk Nieuw-Guinea om inzicht te krijgen in hun ambities met betrekking tot de toekomst van hun land en bossen. Ik hoop van harte dat wij deze mensen en hun gekozen regeringen kunnen steunen bij het nemen van de beslissingen die de beste resultaten garanderen voor deze bijzondere mensen en hun land en bossen."