
Nieuws
Positieve omslag in inteeltcijfers voor de Hollandse Herder
Om de inteelttoename van de drie variëteiten van de Hollandse Herder, de Korthaar, Ruwhaar en Langhaar, te beperken, zijn sinds 2014 variëteitskruisingen (dekkingen tussen de variëteiten) toegestaan. Sindsdien is de inteelttoename gedaald en is er zelfs sprake van een inteeltafname voor alle drie de variëteiten.
De Hollandse Herder is één van de oudste Nederlandse hondenrassen. Binnen dit raskomen drie variëteiten voor: de Korthaar, Ruwhaar en Langhaar. Tot 2012 waren variëteitskruisingen (dekkingen tussen de variëteiten) niet of slechts in beperkte mate toegestaan. Uit een studie van het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN) van Wageningen University & Research (WUR) in 2013 bleek dat de inteelt binnen de verschillende variëteiten veel te hoog was, vooral bij de Langhaar en Ruwhaar. Om het toekomstperspectief voor de Hollandse Herder te verbeteren, is daarom besloten om dekkingen tussen de verschillende variëteiten deels toe te staan.
Op basis van de aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek uit 2023 hebben de Nederlandse Herdershonden Club (NHC) en de Vereniging voor de Hollandse Herder (VVHH) een plan van aanpak opgesteld voor variëteitskruisingen bij de Hollandse Herder. Het plan werd in 2014 werking gesteld, en in 2022 vroeg de NHC aan het CGN om opnieuw de stand van zaken te beoordelen.
Positieve resultaten
Uit de resultaten van het vervolgonderzoek blijkt dat het plan van aanpak een positief effect heeft gehad op de inteelt en verwantschap binnen alle drie de variëteiten. De gemiddelde inteelt ligt nu onder de veilige grens van 0,5 procent inteelttoename per generatie en sinds 2010 is deze zelfs omgeslagen in een afname. Bovendien is er sinds 2014 een toename van het aantal geboren pups per nest (de worpgrootte) voor de Langhaar en Ruwhaar. Hoewel een toename van het aantal pups bij alle drie de variëteiten nog niet zichtbaar is, zal dit naar verwachting wél gebeuren als het door de rasverenigingen opgestelde plan wordt voortgezet.
Aanbevelingen voor een genetisch gezonde populatie
Om het ras in de toekomst genetisch gezond te houden, zijn er verschillende opties. De eerste is het huidige beleid voortzetten. Dit houdt in dat variëteitskruisingen toegestaan blijven. Omdat de verwantschap tussen de variëteiten nog steeds lager is dan binnen de variëteiten, zal de inteelt van de nakomelingen van variëteitskruisingen nog steeds lager zijn dan kruisingen binnen een variëteit. Aanbeveling is wel om het aantal kruisingen tussen variëteiten niet te hoog op te laten lopen. Dan heb je namelijk kans dat de unieke diversiteit binnen de variëteiten ook verloren gaat en daarmee de totale diversiteit vermindert.
De tweede aanbeveling is om gebruik te maken van de mean kinships. Mean kinship is de gemiddelde verwantschap van een fokdier met alle andere fokdieren. Dieren met een lage mean kinship zijn weinig verwant aan de andere dieren binnen de variëteit. Deze zijn dus belangrijk voor de genetische diversiteit en het laag houden van de inteelttoename op de lange termijn. Als derde aanbeveling zouden dieren van een heel ander ras ingekruist kunnen worden (outcross). Het effect hiervan zal vergelijkbaar zijn met het effect van variëteitskruisingen: een verdere afname van de inteelt en verwantschap en daardoor een betere gezondheid.
Dit rapport is tot stand gekomen met de stamboomdata die de Nederlandse Herdershonden Club (NHC) voor dit onderzoek beschikbaar heeft gesteld uit haar ZooEasy-bestand.