
Nieuws
“Serieuze aanpak akkerrand geeft serieus resultaat”
Met de juiste lokplanten voor natuurlijke vijanden kunnen akkerranden een serieus gereedschap worden in de strijd tegen schadelijke insecten. De daarvoor benodigde kennis is sinds kort beschikbaar in de gebruiksvriendelijke internet-toepassing ‘Groenwijzer’. Dit en meer bleek onlangs tijdens een webinar over Functionele Agro Biodiversiteit.
Het webinar werd 17 maart jl. georganiseerd ter gelegenheid van de afsluiting van het Kennis op Maat project ‘Ontsluiten kennis Functionele Agro Biodiversiteit’ van WUR. Deelnemers waren WUR-onderzoeker Bas Allema, akkerbouwers en tevens ervaringsdeskundigen Klaas Schenk en Gilbert van Campen en projectmedewerker Raphael Ostendorf van Boerennatuur Flevoland. Laatstgenoemde opende het groepsgesprek met een korte beschrijving van de eisen en functies van een akkerrand. Daarna vertelden Schenk en Van Campen over hun ervaringen.
Juiste bloemenmengsel
Klaas Schenk experimenteert op zijn akkerbouwbedrijf in de kop van Noord-Holland met akkerranden in de strijd tegen trips in uien. “We weten allemaal dat we steeds minder chemie tot onze beschikking hebben”, onderbouwt Schenk zijn stappen. “En het komt ook een beetje uit maatschappelijke gedrevenheid. Ik wil laten zien dat we het proberen op een milieuvriendelijke manier.” Bij zijn zoektocht naar de juiste bloemenmengsels kwam Schenk in contact met WUR-onderzoeker Bas Allema. Die zocht op dat moment deelnemers voor een project waarin het draaide om het stimuleren van zweefvliegen als natuurlijke vijanden van schadelijke insecten. Samen met 13 collega akkerbouwers verwierf Schenk een paar seizoenen kennis over de factoren die het succes van een akkerrand (mede) bepalen. Het kiezen van de juiste bloemenmengsels is daarbij heel belangrijk, weet hij nu. “En daar zit ook een groot afbreukrisico. Verkeerde keuzes kunnen leiden tot teleurstellingen. Wij konden profiteren van de kennis van Bas Allema. En mede dankzij dat project is al die kennis nu voor iedereen beschikbaar via Groenwijzer. Meedoen aan het project was best een risicovolle reis. Hoe ver durf je te gaan? Ik heb geleerd dat natuurlijke plaagbestrijding goed kan werken. Maar het is onderdeel van een pakket maatregelen en niet zaligmakend. We zullen altijd een chemisch vangnet nodig hebben.”
Zeven jaar experimenteren
Bij pootgoedteler Gilbert van Campen uit de Noordoostpolder staan de lokbloemen niet in de randen maar midden op het perceel tussen de aardappelen. “Ik ga liever zelf op zoek naar alternatieven dan dat ik op een gegeven moment met m’n rug tegen de muur sta”, zegt hij. Een YouTube-filmpje zette hem aan het denken en inmiddels heeft hij 7 jaar ervaring met de toepassing van bloemenmengsels om natuurlijke vijanden van luizen te lokken. Maar dat ging niet vanzelf. “In het eerste jaar ging alles kapot bij het aanfrezen en kwam er niks op”, herinnert Van Campen zich. “En in het tweede jaar viel het bloemenmengsel ten prooi aan een volle dosering bodemherbiciden.” Toen hij daar een doeltreffende oplossing voor had gevonden verliep vanaf het derde jaar de zaai en opkomst zonder problemen en kon Van Campen zich concentreren op de zoektocht naar een geschikt bloemen- en kruidenmengsel. Maar ook dat zat niet mee. In het ene mengsel zaten de zonnebloemen in de weg bij de phytophthora bespuitingen en ze gaven ook hinder bij het inschuren. En in een ander mengsel zat te veel phacelia. “Dat is net touw en ging wikkelen om de beitels bij het rooien.”, blikt Van Campen terug. Net toen de ontmoediging het leek te winnen kreeg hij contact met Allema. “En toen ging het werken”, lacht van Campen. “En ik ben blij dat ik toen heb doorgezet. Ik bekeek akkerranden vroeger als iets verplichts. Maar je kunt beter zorgen dat je er iets aan hebt. Dat besef ik me nu.”
Gewone teelt
Gevraagd waarom nog zo weinig boeren hun akkerrand inzetten in de strijd tegen insecten vermoed Allema dat gebrek aan kennis een van de belangrijkste factoren is. “Men realiseert zich niet dat een akkerrand daarbij kan helpen. Maar dat lukt alleen als het bloemenmengsel dat je gebruikt functioneel is voor het probleem dat je wilt aanpakken. Dus bijvoorbeeld om een bepaalde sluipwesp aan te trekken. En het is een absolute voorwaarde dat de aanleg van de rand slaagt. Je moet een akkerrand eigenlijk benaderen als een gewone teelt.” Daarop inhakend stelt Schenk dat je ook heel goed waarde kunt toekennen aan een akkerrand. “Een akkerrand heeft geen saldo zoals we dat gewend zijn maar functionele agro biodiversiteit kan je helpen om te besparen op chemie. Het verschilt weliswaar per situatie maar het mechanisme werkt. En je kunt er vaak ook aantrekkelijke subsidies voor krijgen via de Agrarische Natuurverenigingen.”
Schenk en Van Campen zijn inmiddels overtuigd van de werking van lokbloemen in gewassen en akkerranden. De leerschool die zij met schade en schande hebben doorlopen kan de meeste nieuwe beginners bespaard blijven. “Met Groenwijzer is er nu een mooie tool, dus gebruik die dan ook”, adviseert van Campen. “En begin op tijd”, vult Schenk aan, “Want je hebt wel wat vlieguren nodig om met de materie om te leren gaan.”
In drie volgende nieuwsberichten vanuit het project ‘Ontsluiten kennis Functionele Agro Biodiversiteit’ gaan over de aanleg en het onderhoud van akkerranden.
De GroenWijzer is in 2024 tot stand gekomen via een Kennis op Maat project met als initiatiefemers: Agrarische Natuurvereniging Hollands Noorden, Agrifirm, Artemis, BO Akkerbouw, Cosun Beet Company, Coöperatie Collectief Hoeksche Waard U.A., BoerenNatuur Flevoland, Van Iperen, LTO Nederland, LTO Noord, NFO en WUR Open Teelten.
Groenwijzer: veelzijdige vraagbaak voor functionele akkerranden
De handige internettool Groenwijzer gaat het meest leven als je het zelf probeert maar hieronder toch een kort beschrijving van de belangrijkste functies:
- Na invoeren van gewas en plaag geeft de keuzewijzer de gebruiker inzicht in de soorten die als lokbloemen functioneel zijn om de gewenste natuurlijke vijanden te stimuleren; de betreffende plantensoorten worden gerangschikt naar effectiviteit. Ook de waarde als bestuiver en voor het landschap wordt inzichtelijk gemaakt.
- Het is ook mogelijk om ‘stimuleren bestuivers’ of verfraaiing landschap’ als hoofddoel aan te klikken in de keuzewijzer.
- Er is een korte verhelderende rondleiding beschikbaar over het gebruik van de keuzewijzer.
- Een databank met beschrijvingen van meer dan 200 plantensoorten met hun belangrijkste eigenschappen.
- Uitgebreide beschrijvingen van verschillende soorten natuurlijke vijanden en de belangrijkste bestuivers.
- Tips voor aanleg en beheer van akkerranden en hagen.
Je kunt ook bestaande mengsels invoeren in de plantendatabase om via de knop ‘Jouw selectie’ te zien hoe goed deze scoort of wat de risico’s zijn.