Nieuws

Start onderzoek naar impact voedselbossen op bodemkwaliteit

article_published_on_label
10 november 2020

Met het nemen van bodemmonsters op een voormalige akker bij Almere is een nieuw wetenschappelijk onderzoek aan deze veelbelovende vorm van landbouw van start gegaan. Op woensdag 4 november zetten bodemecologen Isabelle van der Zanden en Ciska Veen (NIOO-KNAW) de grondboor in de klei. “Dit is waarschijnlijk het begin van een decennialang onderzoek.”

Veelbelovende vorm van duurzame landbouw

De komende jaren zal op een stuk land van 30 hectare in de buurt van Almere Voedselbos Eemvallei Zuid groeien. Naast een voedselproducerend bos wordt het ook een proeftuin voor de opbouw van wetenschappelijke kennis waar de ecologische landbouw reikhalzend naar uitkijkt. Bodemecologen gaan er onder meer onderzoeken hoe een voedselbos het voedselweb in de bodem beïnvloedt. En ze zijn nieuwsgierig naar de mate waarin deze vorm van landbouw de bodem vitaler maakt: meer waterberging, meer koolstofopslag en vergroting van de bodembiodiversiteit.

Vanaf het begin monitoren

Tot voor kort was het terrein een akker. “Typisch Nederlandse landbouw van eenjarige monoculturen”, zegt Isabelle van der Zanden, die in september begon aan haar promotieonderzoek bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). “In een volwassen voedselbos groeien bomen en vaste bodembedekkers en alle lagen daartussenin. Voor het bij Almere zover is, zijn we wel tien jaar verder. Daarom zal ik tijdens mijn onderzoek naast Eemvallei Zuid en een ander nieuw voedselbos in Schijndel ook oudere voedselbossen meenemen.”

Vorig jaar is met een groep vrijwilligers begonnen met de aanplant. Van der Zanden: “Het hele terrein is ingezaaid met luzerne en klaver en ook staat op het terrein momenteel nog vanzelf aangewaaide kruidachtige planten zoals distels. Die verspreiden zich heel gemakkelijk via de wind.” Aan de randen langs fietspaden zijn pluklinten aangeplant, die bestaan uit struikachtige begroeiing. “Vooral om de voorbijgangers binnen enkele jaren al iets te kunnen bieden.”

Dit is dan ook hét moment om te starten met het bodemonderzoek. “We willen de ontwikkeling van het voedselbos en de invloed daarvan op de bodemkwaliteit vanaf het begin monitoren. Mijn promotietraject is waarschijnlijk het begin van een decennialang onderzoek.”

Verschillende analyses

Voor haar nulmeting van die bodemsamenstelling nam de promovenda samen met haar begeleider Ciska Veen verspreid over het terrein vier bodemmonsters. De komende periode worden die aan verschillende analyses onderworpen. “Allereerst doen we koolstofmetingen. Die zullen we met toekomstige metingen vergelijken om vast te stellen hoeveel koolstof het voedselbos opslaat. Op de korte termijn geeft dat inzicht in de vruchtbaarheid van de bodem. Op de zeer lange termijn kan het helpen voorspellen in hoeverre een voedselbosbouw bijdraagt aan het vertragen van klimaatverandering via koolstofopslag.”

Ten tweede gebeurt er een zogenaamde PLFA-meting. “Dat staat voor Phospho Lipid Fatty Acid analysis”, licht Van der Zanden toe. “Daarmee toon je de aanwezigheid van verschillende groepen bacteriën en schimmels aan, die een belangrijke rol spelen bij de afbraak van organisch materiaal en het beschikbaar maken van nutriënten voor de planten.” Daarnaast wordt in de nulmeting de chemische samenstelling van de bodem vastgesteld en onderzocht welke aaltjes er nu in leven. “We verwachten dat de aaltjesgemeenschappen snel zullen veranderen na het omvormen van een landbouwperceel tot voedselbos.”

Publiek-private samenwerking

Het nieuwe onderzoek is onderdeel van het TKI-project ‘Wetenschappelijke bodemvorming onder de Voedselbosbouw’, een publiek-private samenwerking van NIOO-KNAW, Wageningen Environmental Research, het Centrum voor Bodemecologie, Stichting Voedselbosbouw Nederland en enkele maatschappelijke partners. Het is deels gefinancierd door het ministerie van LNV.