Nieuws
Uiteenlopende bedrijfsstrategieën blijken financieel haalbaar: Fries-Groningse melkveehouders bouwen aan eigen perspectief
Negen melkveehouders uit het Fries-Gronings Kleigebied hebben een plan gemaakt voor hun verdienmodel in 2030. Het gaat om zeer uiteenlopende bedrijfsopzetten. Alle gemaakte plannen zijn financieel haalbaar en leveren ook plussen op voor de duurzaamheid op de bedrijven.
Plannen maken voor de toekomst van het eigen melkveebedrijf in een tijd met veel onzekerheden over die toekomst. Dat is wat de negen melkveehouders hebben gedaan in 2023. Met als doel om het perspectief van verschillende bedrijfssystemen in 2030 te verkennen. Tijdens eerdere gesprekken met melkveehouders in de regio was geconcludeerd dat vijf bedrijfssystemen aansluiten bij de behoeften van markt en maatschappij in 2030. Dat zijn in willekeurige volgorde: 1. Extensief, lage kosten en grasgevoerd. 2. Grootschalig en intensief. 3. Agri-cluster melkvee en akkerbouw. 4. Maatschappelijke meerwaarde. 5. Natuurbedrijf. Bij de start van het project zijn melkveehouders geworven die een plan voor hun bedrijf binnen één van de vijf bedrijfssystemen wilden maken. Zij hebben eerst trends en toekomstbeelden voor 2030 verkend. En op basis daarvan een eigen plan gemaakt.
Perspectief van verschillende bedrijfssystemen
Na afloop van het planvormingsproces zijn conclusies getrokken over het perspectief voor ieder bedrijfssysteem. Extensieve bedrijven moeten het vooral hebben van lage kosten en geringe schuld. Voor een goed verdienmodel zijn extra inkomsten uit melk, vlees of groenblauwe diensten of gunstige financieringsvormen een voorwaarde.
Grootschalige intensieve bedrijven leunen vooral op schaalvoordelen: vaste kosten spreiden over veel kilo’s melk. Goed inspelen op het verlies van derogatie vergt hier veel puzzelwerk. Samenwerking met akkerbouwers, betere kwaliteit mest produceren en biogasproductie zijn kansen.
Intensievere samenwerking met akkerbouwers door grasland op te nemen in het bouwplan is een aantrekkelijke optie voor mestplaatsing en voor het verhogen van de bodemvruchtbaarheid op akkerbouwbedrijven. Deze vorm van samenwerking vergt veel overleg en vertrouwen tussen de melkveehouder en de akkerbouwer. Er zijn kansen rond lagere voerkosten voor de melkveehouder en meer rustgewassen in het bouwplan voor de akkerbouwer.
Het maatschappelijke meerwaarde bedrijf is creatief met het inspelen op allerhande behoeften die in de samenleving leven. Denken in kansen in plaats van bedreigingen is hier een belangrijk uitganspunt. Bij de twee deelnemers die binnen dit bedrijfssysteem een plan hebben gemaakt, spelen het sluiten van kringlopen en meerprijzen voor de unieke kwaliteit van de producten een belangrijke rol.
Dat geldt ook voor het natuurbedrijf. Dat sluit goed aan bij melkveehouders met passie voor natuurbeheer. Vergoedingen voor beheer en voor natuurmelk en -vlees zijn daarbij ook belangrijk. Bij de laatste twee bedrijfssystemen kunnen neventakken die aansluiten bij het bedrijfssysteem ook bijdragen aan het verdienmodel.
Duurzaamheid verbeterd
De opgestelde plannen zijn economisch haalbaar en wat opvalt: ze verbeteren allemaal de duurzaamheid op de bedrijven. De mate waarin de duurzaamheid wordt verbeterd, verschilt wel sterk tussen de bedrijfssystemen.
Er valt veel te kiezen
De groep deelnemende melkveehouders heeft een grote diversiteit in plannen opgeleverd. Er valt dus veel te kiezen wanneer het gaat om de toekomst van de melkveehouderij. De verschillen tussen de plannen worden veroorzaakt door verschillen in ideaalbeelden over het toekomstige melkveebedrijf. Maar ook door verschillen in de manier waarop wordt gekeken naar kansen en bedreigingen in markt en maatschappij. De eigen motivatie voor een plan en de creativiteit om het in te vullen en het gewenste resultaat te halen, zijn cruciale elementen voor een goed verdienmodel.
Aanbevelingen
Op basis van de ervaringen met dit proces van planvorming zijn aanbevelingen gegeven voor melkveehouders, overheden, afnemers en leveranciers om het maken van perspectiefvolle plannen binnen ieder bedrijfssysteem beter te ondersteunen. De belangrijkste aanbeveling voor melkveehouders is om ook een bedrijfsplan voor de komende 5 tot 10 jaar op te stellen. Het blijkt waardevol om dit als groep collega’s, samen met adviseurs te doen. Dit werkt inspirerend en stimulerend.
Overheden wordt aanbevolen vooral te werken aan duidelijkheid voor langere tijd en het stimuleren van verduurzamingen. Financiële prikkels geven ondernemers vaak net dat steuntje in de rug dat ze goed kunnen gebruiken.