Nieuws

Veldproef met wintergraan op droge zandgrond voor klimaatadaptatie

article_published_on_label
31 mei 2021

Zomers worden droger en winters worden warmer. Op melkveeproefbedrijf De Marke is binnen het project Klimaatadaptatie in de praktijk (KLIMAP) een veldproef met winterrogge aangelegd om te onderzoeken of deze teelt het ruwvoerproductieverlies door droogte in de zomer kan compenseren.

De winters worden warmer en de verwachting is dat met het in- en doorzaaien van wintergranen de ruwvoerproductie vroeg in het jaar verhoogd kan worden. In de praktijk wordt dit al steeds vaker toegepast. Ook De Marke heeft veel ervaring met andere gewassen dan gras en snijmaïs. De vraag is of dit daadwerkelijk op jaarbasis de productie per jaar vergroot. Daarom worden op De Marke een aantal interessante toepassingen van wintergraan onderzocht. De te beantwoorden vragen zijn bijvoorbeeld wat de slagingskans van doorzaaien is, hoe je doorzaai praktisch kun uitvoeren, wat het watergebruik en de beregeningsbehoefte van het gewas is en het effect op nitraatuitspoeling.

Veldproef

In september 2020 is een veldproef gestart, waarin winterrogge wordt toegepast als dekvrucht na het inzaaien van gras in het najaar. Een dekvrucht wordt tegelijk of direct na het hoofdgewas ingezaaid. Wintergraan heeft een opener structuur dan gras en groeit sneller bij lagere temperaturen. Daardoor vormt het een gunstig (micro) groeiklimaat voor gras en beschermt het tegen onkruid. Dit kan zowel de slagingskans van nieuw gras als de ruwvoerproductieverhogen.

Tweede toepassing in de veldproef is de winterrogge als vanggewas te oogsten voor het opnieuw inzaaien van mais of sorghum, als vormen van dubbelteelten. Een nieuwe toepassing is winterrogge in het najaar door te zaaien in blijvend grasland. Na weiden of maaien van de eerste snede in het voorjaar zal winterrogge weer verdwijnen. Samengevat zijn de toepassingen als volgt:

  1. Wintergraan als dekvrucht voor nieuw ingezaaid grasland na snijmaïs
  2. Wintergraan als vanggewas (in maïs-maïs situatie)
  3. Blijvend grasland doorzaaien met wintergraan

De proef wordt uitgevoerd in drie herhalingen bij één bemestingsniveau. Als wintergraan worden twee variëteiten van rogge ingezet, een winterrogge en een snelle lente rogge. Als vanggewas worden de rogges vergeleken met Italiaans raaigras. Dit is een veelgebruikte groenbemester en een ruwvoergewas. Om het effect te meten wordt ook de opbrengst van de volgteelt bepaald. De vanggewassen worden of vroeg in het voorjaar ondergewerkt (gangbaar) of geoogst voor het inzaaien van de volgteelt. De volgteelten zijn snijmaïs of sorghum, waarbij sorghum later gezaaid wordt. Wanneer vanggewassen in het voorjaar langer doorgroeien en geoogst worden, wordt veel water onttrokken. Dat kan nadelig zijn voor de volgteelt. Daarom wordt ook als extra behandeling wel en geen beregening toegepast. 

Waterbeheer

Zoals aangegeven hopen we met de wintergraantteelt de ruwvoerteelt meer over het jaar te verdelen en zo het productieverlies in de zomer door droogte te compenseren. Het waterbeheer, het totale watergebruik van de combinatie van gewassen en de verlaging van de druk op het watergebruik in de zomer is een belangrijk aspect in het onderzoek. Ook meten we het minerale stikstof in de bodem (Nmin) om het effect op nitraatuitspoeling te kunnen schatten.

Partners

Het samenwerkingsproject KLIMAP wordt mede gefinancierd door de topsectoren Agri & Food en Water & Maritiem. De volgende partners zijn betrokken in de financiering en uitvoering: Waterschap Aa en Maas, Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap De Dommel, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Limburg, Waterschap Vechtstromen, Waterschap Rijn en IJssel, Provincie Noord-Brabant, Provincie Gelderland, Provincie Limburg, STOWA, KWR, LLTB, Deltares, Wageningen University & Research, Radboud Universiteit, Louis Bolk instituut, Van den Borne Projecten, KnowH2O, Kuipers Electronic Engineering, Barth Drainage.