Nieuws

Viola Willemsen benoemd tot leerstoelgroephouder en hoogleraar Cell and Developmental Biology

article_published_on_label
1 juni 2023

De raad van bestuur heeft Viola Willemsen per 1 mei benoemd tot leerstoelgroephouder en hoogleraar Cell and Developmental Biology aan de Plant Sciences Group van Wageningen University & Research (WUR).

Richard Harrison, directeur van de Plant Sciences Group: "Viola brengt een schat aan ervaring en expertise mee in het begrip van de fundamentele moleculaire mechanismen die de ontwikkeling van planten regelen. Dit begrip is cruciaal om inzicht te krijgen in benaderingen om veerkrachtige gewassen te ontwikkelen voor duurzame landbouwsystemen. Naast haar wetenschappelijke expertise illustreert haar enthousiaste en ondersteunende leiderschap de persoonlijke kwaliteiten die we zoeken in de functie van leerstoelgroephouder."

Viola Willemsen: "Het is een eer om in deze functie te worden benoemd. De afgelopen drie jaar was ik al werkzaam als interim leerstoelgroephouder voor het cluster Plant Developmental Biology, waar Cell and Developmental Biology (voorheen Celbiologie) een onderdeel van is. We hebben in die tijd al kunnen bouwen aan het onderzoek en aan een fijn en sterk team en ik verheug me erop om dit samen nog verder te uit te bouwen en te versterken”.

Jarenlang werkte Viola Willemsen aan de Universiteit Utrecht, als promovendus, postdoc en universitair docent. Voor haar promotie-onderzoek bestudeerde zij de patroonvorming en polariteit tijdens embryogenese en wortelvorming van Arabidopsis. In 2012 kwam Willemsen naar WUR om als universitair (hoofd)-docent aan de slag te gaan. Afgelopen 3 jaar was ze werkzaam als interim-leerstoelgroephouder voor het cluster Plant Developmental Biology, waar Cell and Developmental Biology (voorheen Celbiologie) een onderdeel van is.

Binnen de leerstoelgroep waar Willemsen leiding aan zal geven, bestuderen de onderzoekers hoe cellen hun identiteit aanpassen en kijken daar onder andere naar de dynamische werking van de cellulaire processen in relatie tot cel communicatie, celgroei, celdeling, polariteit en de genetische netwerken die daarbij betrokken zijn.

Aan de wieg van wortelonderzoek

Willemsen stond met een aantal collega’s aan de wieg van het wortelonderzoek. In de jaren ‘90 ontrafelde zij samen met haar collega’s de elegante simpele constante structuur van de wortel van de modelplant Arabidopsis (zandraket) en introduceerde confocale microscopie voor het analyseren van de wortelstructuren. Zij lieten zien dat de blauwdruk van dit simpele patroon al zijn basis heeft tijdens de embryogenese. Ook ontdekten zij en haar collega’s de stamcelniche in wortelpunt van Arabidopsis en identificeerden hierbij de betrokkenheid van het auxine maximum en enkele cruciale eiwitten. Het auxine maximum is de plek in de plant waar een piek zit aan auxine, het plantenhormoon dat de groei en ontwikkeling van planten aanstuurt.

Architectuur van de plant

Willemsen doet onderzoek naar de genetische netwerken en ontwikkelingsbiologische mechanismen van planten. Deze netwerken en mechanismen controleren essentiële beslissingen tijdens de vorming van weefsels en organen, zoals bijvoorbeeld het draaien van celdelingsvlakken. Dit zijn beslissingen die erg belangrijk zijn bij de vorming van de architectuur van de plant. Architectuur beïnvloedt de uiteindelijke vorm van de plant, is belangrijk voor de productiviteit en voor de opbrengst van de plant.

Het begrijpen welke interne en omgevings-actoren deze beslissing sturen, hoe planten hun architectuur daarmee kunnen aanpassen en optimaliseren en welke effecten dit vervolgens heeft op de genetische netwerken op langere termijn, is van cruciaal belang voor het verduurzamen van gewassen.

Regeneratie van weefsel en plant

Willemsen is ook geïnteresseerd in de regeneratie van weefsels en planten, waar dezelfde soort mechanismen zijn betrokken als bij de architectuur. Regeneratie is een belangrijk proces voor het onder andere generen van nieuwe gewassen die aangepast zijn aan snel veranderende externe omstandigheden. Veel gewassen zijn echter recalcitrant en dus moeilijk te regenereren. Een beter begrip van de onderliggende mechanismes helpt om dat regeneratieproces te optimaliseren en te verbeteren.