De basis: biologie

Tijdens de biologische vakken leer je hoe cellen werken en aangestuurd worden, hoe DNA en eiwitten worden gemaakt en wat precies het belang is van de interacties tussen de verschillende biomoleculen. Met de kennis van scheikunde en natuurkunde in je achterhoofd leer je begrijpen hoe leven precies werkt op moleculair niveau.

Voorbeelden van biologische vakken zijn Celbiologie, Celfysiologie en Genetica en Enzymologie. Bij Celbiologie krijg je alle fundamenten mee voor cellulaire processen vanuit moleculaire en biochemische perspectieven. Je leert over de opbouw en functie van cellen en organellen en de basisprincipes hoe cellen met elkaar communiceren.

In Celfysiologie en Genetica verdiep je je verder in de werking van cellen op moleculair niveau aan de hand van vijf casussen. Je leert bijvoorbeeld over belangrijke eiwitinteracties en wat de gevolgen kunnen zijn van (kleine) genetische mutaties. Om eiwitten te bestuderen worden verschillende visualisatie- en fluorescentietechnieken gebruikt. Hier leer je in dit vak meer over.

Bij Enzymologie ga je aan de slag met enzymen: je leert hoe ze werken en, hoe je de waarden van bepaalde parameters kunt vaststellen en je gaat zelf enzymen zuiveren uit bijvoorbeeld het maagsap van een kalf. Kennis van chemie is hierbij belangrijk: je leert hier hoe enzymen reacties precies katalyseren en wat je kan doen om die katalyse efficiënter te maken. Je kijkt hierbij ook naar de chemische eigenschappen van de aminozuren die het enzym in staat stellen op te treden als katalysator.

Lees hieronder meer over de bovengenoemde voorbeeldvakken:

Celbiologie

Omvang: 6 studiepunten

Bij Moleculaire Levenswetenschappen draait het voor een belangrijk deel om biomoleculen; moleculen die allerlei functies vervullen in een cel. De biologie van de cel staat centraal in dit vak. Zo worden de structuur en functie van cellen, celorganellen en biomoleculen behandeld.

Ook komt de organisatie in de cel, cel differentiatie en communicatie tussen cellen aan bod. Hierdoor krijg je inzicht in hoe cellen samenwerken en gereguleerd worden in weefsels, organen en complete organismen.

Naast hoorcolleges over deze onderwerpen zijn er ICT-modules en werk je in kleine groepjes aan opdrachten. Verder doe practicum waarbij microscopie en diverse celbiologische analyses centraal staan.

Enzymologie

Omvang: 6 studiepunten

Zoals de naam al doet vermoeden gaat dit vak over enzymen. Enzymen doen het chemische werk in een cel. Tijdens hoorcolleges wordt duidelijk hoe enzymen nou precies een reactie katalyseren. Je leert waarom deze belangrijke biomoleculen doen wat ze doen en hoe ze dat kunnen doen. Bijvoorbeeld hoe een enzym moet gevouwen zijn of welke co-factor (bijvoorbeeld een metaalion) nodig om is een reactie te laten verlopen.

Aan bod komen onder andere onderwerpen als enzymkinetiek (hoe snel enzymen stoffen kunnen omzetten) en reactiemechanismen (welke reacties spelen een rol bij de omzetting). Ook wordt de werking van enzymremmers (bijvoorbeeld penicilline) behandeld.

In de practica leer je hoe je enzymen uit weefsels kunt isoleren, opzuiveren en karakteriseren. De gebruikte technieken omvatten onder andere ionwisselings-chromatografie, waarbij eiwitten gescheiden door middel van hun lading, en gelfiltratie, waarbij de scheiding gebaseerd is op de grootte van het eiwit.

Celfysiologie en Genetica

Omvang: 6 studiepunten

In dit vak komen de vakgebieden Genetica, Biochemie en Moleculaire Biologie samen. Elke week komt een nieuwe casus aan bod, waarin een ziekte aan erfelijke eigenschappen wordt gekoppeld. Voorbeelden zijn 'Duchenne spierdystrofie' of 'P53 en kanker'.

Tijdens de hoorcolleges vergaar je achtergrondkennis over diverse aspecten van de cases, zoals regulatie van genexpressie (hoe vaak een gen wordt afgelezen), erfelijkheid en de regulatie, transport en activiteit van RNA en eiwitten. Je werkt deze thema's verder uit in werkcolleges, discussies en ICT-practica.