Zuid Zweden ontdekken

Het zuidelijke gedeelte van Zweden mag er dan wel niet om bekend staan dat het de meest overweldigende natuur en bergen heeft, eigenlijk lijkt Lund en zijn omgeving best wel een beetje op Nederland. Aan de andere kant heb je hier tussen de dorpjes en steden grote gebieden vol bossen waarin buren kilometers uit elkaar wonen. Het voelt hier erg rustiek en vredig aan en is zeker de moeite van een bezoek waard. Een aantal kleine en grotere steden en dorpen liggen in Skane relatief dicht bij elkaar. Tijdens mijn verblijf hier, probeer ik ook rond te reizen als mijn geld en tijd het toelaten.

Helsingborg

De eerste grotere stad die ik bezocht was Helsingborg, een klein beetje ten noorden van Lund. We gingen daar met onze guild naartoe om tegen andere guilds te strijden in een race wedstrijd met zelfgemaakte wagentjes. Tijdens onze tocht naar de haven, waar de wedstrijd plaats vond, vormden we een grote stoet van mensen in gekleurde overalls en met luide muziek. Dit moet er wel heel grappig uit hebben gezien, want er stopten elke keer mensen om ons te bekijken of te fotograferen als we voorbij kwamen. Het was een zonnige dag en het was goed om op zo’n dag in Helsingborg te zijn. Het ligt direct aan de zee en tussen de oude grote gebouwen zijn er voldoende parken met genoeg gras om lekker even op te liggen en te zonbaden. Vanuit Helsingborg kun je met de veerboot naar Helsingor in Denemarken, dat duurt ongeveer 20 minuten. Hoewel er geen tijd was om dat te doen, toen wij daar waren, zou ik er graag nog eens terug komen om dat alsnog te doen. We eindigden de dag met een overheerlijke pizza van één van de lokale pizzeria’s daar.

Goteborg

Goteborg ligt nog een heel stuk noordelijker dan Lund en er was een lange busreis voor nodig om daar te komen. Ik ging er in een spontane opwelling met een vriendin van mijn Neurobiology cursus naar toe. De dag voordat we vertrokken, boekten we onze busreis en de volgende dag kwamen we al in Goteborg aan. Een touringbus boeken is een heel gemakkelijke en relatief goedkope manier om van de ene stad naar de andere te reizen in Zweden. We sliepen in een hostel dat nog een aardig eindje van de bushalte vandaan lag, maar daardoor konden we de stad al een beetje zien terwijl we naar onze hostel liepen. Goteborg ligt ook aan de zee en is een belangrijke havenstad. Het heeft prachtige grote parken en een heel grote botanische tuin. Het lijkt erop dat een botanische tuin iets is dat elke Zweedse stad nodig heeft om zichzelf een stad te kunnen noemen. Je kunt er in elke plaats een vinden, de één nog groter dan de andere. Omdat het al koud was buiten (we gingen er begin november naartoe) probeerden we om iets buiten te bezichtigen steeds af te wisselen met een bezoek aan één van de vele  bars om iets te drinken of voor een “fika”. Het bleek dat Goteborg er heel geschikt voor was om dat te doen! Een werknemer van het hostel liet ons enkele districten zien waar we veel bars en café’s voor jongere mensen konden vinden. Als we in zo’n district waren, was het altijd lastig kiezen waar we naar binnen zouden gaan, omdat alle etalages er zo aantrekkelijk uit zagen. In Zweden zijn de café’s in allerlei soorten gebak gespecialiseerd. Worteltaart met noten en vanillesaus, kruimeltaart met rode vruchten, brownies, cupcakes met een meringue toren erop, allemaal vers gebakken, is iets wat je in overal kunt vinden. Een echte fika-cultuur dus. Op zaterdag gingen we met de bus een stukje de stad uit naar de skärgården. Dat zijn schiereilanden aan de westkust. Een groep kleine eilandjes, ieder met zijn eigen inwoners, aan elkaar en aan het vasteland verbonden door middel van veerboten. Het is echt een andere manier van leven op zo’n eiland. Het leek ons verlaten, er was niemand buiten en de weinige winkels en restaurantjes die er waren, waren of dicht of er was bijna niemand binnen. Elk eiland had zijn eigen kerk en hun manier van reizen over het eiland was per fiets of per iets wat veel weg had van een golfkarretje. De snelheidslimiet was 15 kilometer per uur, maar ik vraag me af of ze ergens camera’s hadden om dat te controleren. De veerboot was een goede manier van transport. Het was voor hun wat de bus voor ons is. Om grote inkopen te doen, zullen ze de veerboot naar het vaste land moeten nemen om hun voorraden voor de komende week in te slaan. We hadden een vaarschema waarop we konden zien hoe laat de veerboot bij elk eiland afvoer om ons naar het volgende te brengen. Dat dachten we tenminste, tot we er achter kwamen dat er geen veerboot kwam op het  aangegeven tijdstip. Na een half uurtje panikeren, bezochten we de dichtstbijzijnde supermarkt om even beschermd te zijn tegen de sterke, koude wind. We maakten al strategieën hoe we op dit eiland zouden overleven, als we er niet meer af zouden kunnen, toen eindelijk de veerboot alsnog kwam. We wisten niet waar die heen zou varen maar we wilden gewoon van dat eiland weg. Een paar eilanden verder besloten we het erop te wagen en weer van boord te stappen in de hoop dat die laatste veerboot gewoon wat te laat was aangekomen. Maar na een wandeltocht over dat eiland stonden we weer vergeefs te wachten bij de haven. We bleven net zo lang wachten tot de boot toch kwam. Later in ons hostel kwamen we er achter dat de boten op een zondagsschema voeren. We hadden gezien dat het “All Saints Day” was, een nationale vrije dag in Zweden. Ze hadden dus allemaal wel goed hun werk gedaan. Jammer alleen dat wij er zo laat achter kwamen. Maar zeker iets om later over te lachen! Iets wat typisch is voor Goteborg is de “fiskekyrkan”. Het is een kerkachtig gebouw waar ze allerlei soorten vis verkopen. Maar jammer genoeg was het gesloten op “All Saints Day”.. De rest van ons bezoek daar vermeden we veerboten en aten we in een leuk restaurantje, bezochten de haven en gingen nog even winkelen voordat de bus ons weer terug bracht naar Lund.

Malmo

Malmo, heel dichtbij Lund, is de op twee na grootste stad van Zweden. Natuurlijk moesten we die ook bezoeken! Het werd een eendags-bezoek met vrienden, waarin we een korte sightseeing-toer door de stad maakten. Het was wel heel grappig om te zien hoe indrukwekkend de rest van de internationale groep mensen het vond om een molen te zien. We dronken een lekkere warme chocomel bij een veel te duur café aan het eind van een pier in zee en slenterden een poosje rond. Vanaf het strand konden we het beroemde “turning torso” (een gebouw met een gedraaide romp) zien tegen een stralend blauwe lucht. Het strand in Malmo is zo mooi! Voor het strand is een uitgestrekte grasstrook met glooiende heuvels. Het deed me denken aan een teletubbielandschap! En dan de zee met zijn flinke golven erachter. Zo’n stuk open gebied was niet wat ik verwachtte te zullen zien in zo’n grote stad. Zo zie je maar weer dat Zweden niet de drang heeft om op elke open vlakte hoge flats te bouwen. Dat is zeker iets wat ik waardeer aan Zweden.