
Veen en veengebieden
Veen is bepalend voor een groot deel van het Nederlandse landschap. Denk hierbij aan de veenweidegebieden, de veenkoloniën, de beekdalen van de zandgebieden en het hoogveen. In de veengebieden vinden we natuur en landbouw en wordt er gewoond en gerecreëerd. In het verleden was er meer veen, maar door afgraving en ontwatering zijn uitgestrekte veengebieden verdwenen.
We kunnen ons verwonderen over het veen in al zijn verschijningsvormen. Het is de enige bodem die vrijwel volledig uit levend of dood organisch materiaal bestaat. Veenlandschappen hebben hun eigen identiteit, zijn leefgebied voor weidevogels, hebben een verende bodem met sterke watervasthoudendheid en zijn als archeologisch archief een schatkamer.
Veen is soms een probleem als we het ontwateren en er bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen plaatsvinden. Er worden maatregelen bedacht en geïmplementeerd om dit op te lossen of om juist nieuw veen te laten groeien. Een wetenschappelijke basis is nodig voor grootschalige oplossingen.
Wat veengebieden gemeen hebben is een lang verleden van opbouw en een korte geschiedenis van afbraak.
Wetenschappers bij Wageningen University & Research onderzoeken de Nederlandse veengebieden als leefgebied voor mens en natuur, als landbouwgebied en als opslagplaats van koolstof. In dit dossier bundelen we onze kennis over veengebieden. Lees, verwonder je en ontmoet de veenexperts.
Dit dossier is gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, project KB-34-002-028, Reversing declining soils mitigating climate innovation in peatland management.
Bekijk de 6 thema's
Veentypering en bodemprocessen
Een veenbodem is opgebouwd uit gehumificeerd plantaardig materiaal. Dit natte sponsachtige materiaal is gevormd door afgestorven planten en wordt nu geconserveerd doordat het verzadigd is met water. Er zijn verschillende soorten veen, afhankelijk van de ligging ten opzichte van het grondwater, de plantensoorten en de voedselrijkdom van het water in het veen. De dikte van het veen varieert van enkele meters tot enkele decimeters en soms is het veen bedekt door een kleilaag. Ook zijn er gebieden waar het veen grotendeels is weggegraven.
Veen als bron van broeikasgassen
Bij de ontginning van veengronden wordt de grondwaterstand verlaagd. Het veen gaat inklinken, krimpen en wordt afgebroken door micro-organismen (oxideren). Als gevolg daarvan daalt de bodem. De sterkste bodemdaling is opgetreden in de 20e eeuw door efficiëntere ontwatering, die nodig was om veengebieden geschikt te maken voor landbouw.
Veen behouden en herstellen
Willen we het veen behouden en de uitstoot van broeikasgassen tegengaan, dan moeten we zorgen dat het veen niet verder oxideert, en dus niet blootgesteld wordt aan de lucht. Dit kunnen we doen door de grondwaterstand in het veen te verhogen, of door veenlagen te vergraven of te bedekken met kleilagen. Deze ingrepen kunnen een grote invloed hebben op het landgebruik, het landschap en de natuur en op de beschikbaarheid van zoet water. Hoe zorgen we dat het water overal komt in een veengebied? Waar halen we dat water vandaan?
Natuur in veengebied
Veengebieden kunnen een leefgebied zijn voor een grote variatie aan plant- en diersoorten, en daarmee een bron van biodiversiteit. In veengebieden die in het verleden ontwaterd en vergraven zijn, kan de veenvormende vegetatie worden hersteld. Dat kan ook in beekdalen. Dat helpt ook om water vast te houden.
Oude en nieuwe veenlandschappen
Een groot deel van de Nederlandse ondergrond bestaat uit veen. Daarop zijn veenlandschappen ontstaan in een samenspel van mens en natuur. Delen zijn vergraven voor de winning van turf of verdwenen door oxidatie. Andere veengebieden zijn onder water komen te staan omdat de bodem daalde toen ze ontwaterd werden.
Landbouw in veengebieden
Veenlandschappen maken een groot deel van Nederland uit en vormen onze slappe ondergrond. Om in deze landschappen te leven moeten we ze op slimme manieren inrichten en gebruiken. Hoe kunnen we er landbouw bedrijven zonder dat de bodem nog meer daalt en zonder dat er nog meer broeikasgassen vrijkomen, waarbij agrariërs een leefbaar inkomen hebben? Planten en bomen op erven van boerenbedrijven kunnen bijdragen aan de biodiversiteit in veenweidegebieden. Boeren kunnen daarmee aanvullend inkomen verwerven. En zijn er vormen van woningbouw mogelijk op de slappe ondergrond? Hoe ziet het landschap er in de toekomst dan uit?