
Vervangen, verminderen en verfijnen
WUR zet zich actief in voor de ontwikkeling en toepassing van dierproefalternatieven. Bij een dierproefalternatief is sprake van een alternatief onderzoeksmodel of een alternatieve onderzoekstechniek die het gebruik van proefdieren overbodig maakt (vervangen), het aantal benodigde proefdieren vermindert (verminderen) en/of de onderzoeksmethoden zodanig aanpast dat minder ongerief wordt toegebracht (verfijnen).
Een alternatief onderzoeksmodel of onderzoekstechniek kan ervoor zorgen dat proefdiergebruik wordt uitgesteld tot de laatste, beslissende en/of toetsende fase van het onderzoek of niet meer nodig is. In sommige gevallen produceren alternatieve onderzoeksmethode betere resultaten en zijn ze bovendien goedkoper dan een dierproef.
1. Vervangen
Bij vervangen wordt een dierproef (gedeeltelijk) vervangen door het gebruik van computermodellen of tests met weefsels in het lab. Daardoor kan soms al zoveel informatie verkregen worden dat er minder of geen proefdieren nodig zijn in de uiteindelijke proef.
2. Verminderen
Het gaat er om met zo weinig mogelijk proefdieren een betrouwbaar resultaat te verkrijgen. Statistische technieken zijn daarvoor belangrijk. Met verbeterde onderzoeksmethodes of proefomstandigheden kan een onbedoelde variatie verminderd worden, waardoor men met minder dieren toch een betrouwbaar resultaat kan verkrijgen.
3. Verfijnen
Er zijn verschillende manieren om dierproeven te verfijnen. Het welzijn van de proefdieren kan bevorderd worden door aanpassing van de huisvesting, het introduceren van metingen op afstand ("telemetrie") voor waarnemingen aan de dieren en/of verbeteringen aan laboratoriumtechnieken waardoor minder materiaal (bijvoorbeeld bloed) nodig is. Verder kan men protocollen en procedures toepassen die, naast de behoeften van het dier, ook de kwaliteit van de dier-dier en de mensdierrelatie (tussen het proefdier en zijn verzorger) verbeteren. Daarnaast kan men het welzijn van het proefdier bevorderen door allerlei maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van verveling en het voorkomen van stress.
Voorbeelden van alternatieven voor dierproeven
In het toxicologisch onderzoek en bij de diagnostiek van infectieziekten worden steeds meer dierproeven vervangen door alternatieven. Het gaat dan om (bio)chemische testen.
Organoïden
DNA-onderzoek
Vermindering van ongerief door verfijning
Bij verfijning staat het optimaliseren van het welzijn en het verminderen van ongerief bij (proef)dieren centraal. Dit betreft niet uitsluitend de dierproeven zelf, maar ook het aanlooptraject, zoals het transport en de acclimatisatieperiode.
Omgevingsverrijking
Groepshuisvesting
Waar mogelijk worden proefdieren sociaal gehuisvest (groepshuisvesting), waarbij extra aandacht wordt besteed aan acclimatisatie, socialisatie en training.
Hiermee wordt met name chronische stress bij proefdieren voorkomen. Inmiddels is steeds meer bekend over de effecten van chronische stress op het immuunsysteem en het welzijn van (proef)dieren. Het vermijden van chronische stress komt niet alleen het welzijn van de proefdieren ten goede, maar ook de kwaliteit van het experiment. De dierverzorgers zijn getraind in de monitoring van het welzijn van proefdieren.