Project

Add Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2022,2023 en 2024

Voor de Nederlandse glastuinbouw is energie een belangrijke productiefactor. Door de dynamiek van de internationale vraag naar glastuinbouwproducten en ontwikkelingen op de glastuinbouwbedrijven verandert de vraag naar energie. De inzet van energie door de Nederlandse glastuinbouw wordt beïnvloed door de markt voor tuinbouwproducten, alsook door beleid en de energiemarkt.

De energievoorziening van de glastuinbouw steunt voor een groot deel op fossiele brandstof (aardgas). Fossiele brandstoffen worden schaarser, kostbaarder en de toegang hiertoe wordt onzeker. Bovendien gaat het gebruik van fossiele brandstof gepaard met emissie-effecten op het klimaat. De energietransitie van de glastuinbouw die moet leiden tot verlaging van het fossiel energiegebruik en reductie van de CO2-emissie is complex een samenspel van energiebesparing, duurzame energievoorzieningen, infrastructuur samenwerking en kennis. En is hiermee voor de glastuinbouwsector, hun partners en de overheid een grote uitdaging. Hiervoor zijn inzichten van ontwikkelingen nodig. De glastuinbouw en de overheid hebben gemeenschappelijke belangen om het fossiel brandstofverbruik te reduceren en emissies te verlagen.

In 2021 en 2022 is door het Rijk, Glastuinbouw Nederland en Greenports Nederland gewerkt aan het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030. Daarin is onder andere de voorlopige doelstelling 2030 uit de Kamerbrief van 22 april 2022 opgenomen van 4,3–4,8 Mton CO2 e.q. (CO2- en methaan-emissies). Voor de toepassing en uitvoering was er voor de periode 2021-2024 voor de toepassing een aanvullend convenant nodig. Dit convenant is op 10 juni 2022 gesloten. In dit convenant is een sectorale CO2-reductie van 0,2 Mton per jaar afgesproken naar 5,4 Mton voor 2024.

Om doelen te bereiken werken de glastuinbouwsector en de rijksoverheid samen in het programma Kas als Energiebron (KaE). Dit programma streeft het versnellen van de energietransitie van de Nederlandse glastuinbouw na langs twee hoofdlijnen: (1) het verlagen van de energievraag en (2) het verduurzamen van de energievoorziening.

De broeikasgasemissies van de glastuinbouw komen voort uit een complexe samenhang van dynamische factoren. De kwantificering en duiding van achtergronden en ontwikkeling van deze factoren vindt plaats in de Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw van Wageningen Economic Research. In de Energiemonitor wordt de ontwikkeling van het energiegebruik en de CO2-emissie gekwantificeerd en van duiding en achtergronden voorzien. Het stelt de convenantpartners in staat doelen, ambities en beleid te plaatsen in de ontwikkelingen van de glastuinbouwpraktijk. Belangrijke indicatoren hierbij zijn: de CO2-emissie, energie-efficiëntie, energiebalansen, het aandeel duurzame energie en het aandeel van de energievoorzieningen zonder CO2-emissie.

Hiernaast zijn de inzichten, informatie en reeksen uit de Energiemonitor een waardevolle bron voor ander onderzoek en kennisvragen verbonden aan energievraagstukken van de glastuinbouw, overheden en partners bij de energietransitie.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de stichting Kennis in je Kas (KijK) / Glastuinbouw Nederland hebben jaarlijks behoefte aan betrouwbare informatie over en inzicht in de ontwikkeling van het energiegebruik en energietransitie van de glastuinbouw. Om in deze behoefte te voorzien, is Wageningen Economic Research gevraagd de Energiemonitor van de Nederlandse Glastuinbouw uit te voeren over de jaren 2022, 2023 en 2024. Deze looptijd komt overeen met de resterende looptijd van het aanvullende convenant voor de periode 2021-2024. Belangrijke randvoorwaarden van LNV en KijK zijn dat wordt voortgebouwd op de huidige Energiemonitor Glastuinbouw en dat de indicatoren worden bepaald in overeenstemming met het Protocol Energiemonitor Glastuinbouw.

Publicaties