Project
Add fytosanitair_Meloidogyne enterolobii; gerichte desinfectiemethoden, waardplantstatus en levenscyclus onder Nederlandse gematigde klimaatomstandigheden - BO-43-102.04-034
De tropische wortelknobbelnematode M. enterolobii (syn. M. mayaguensis), sinds 11 april 2022 EU Q-organisme, tast zeer veel plantensoorten aan, zowel houtige als kruidachtige gewassen en staat bekend als de meest aggressieve Meloidogyne soort. Schade treedt vooral op in groentegewassen zoals paprika, komkommer en tomaat. Diverse siergewassen, waaronder ficus, zijn waardplant als ook vollegrondsgewassen zoals aardappel, biet en boon. Beheersing door vruchtwisseling is zeer moeilijk, vanwege de vele waardplanten van deze nematode. De NPPO's van verschillende EU landen waaronder Nederland hebben M. enterolobii gedetecteerd in geïmporteerd plantaardig materiaal. Binnen Europa zijn besmettingen in kassen in Zwitserland,Frankrijk en Nederland vastgesteld. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de soort nog niet in Nederland in de buitenteelt aanwezig is. Onduidelijk is hoe de levenscyclus is van deze tropische Meloidogyne-soort onder de Nederlandse klimatologische omstandigheden en of overleving in deze klimaatomstandigheden mogelijk is. Onderzoek aan biologie en epidemiologie van M. enterolobii is voornamelijk uitgevoerd onder tropische omstandigheden (bij relatief hoge temperaturen (boven de 20 oC). Vestiging in Nederland lijkt mogelijk, maar kennis over de levenscyclus, mogelijke verspreiding, waardplantgeschiktheid (waardgewassen spelen een belangrijke rol bij de overleving en ook verspreiding van nematoden) en bestrijding onder Nederlandse omstandigheden zijn nog onbekend. Daarvoor zijn data vanuit onderzoek, uitgevoerd onder Nederlandse klimatologische omstandigheden noodzakelijk. Antwoord op de vraag hoe deze nematodensoort onder Nederlandse omstandigheden (over)leeft heeft de hoogste prioriteit. Kennis over de kans op vestiging en overleving buiten in de volle grond, waardplantstatus voor belangrijke gewassen en bestrijdings(desinfectie)methoden zijn van groot belang om de mogelijke verspreiding in te kunnen perken