
Project
Add_Kennisagenda dierwaardige houderij - BO-43-209-033
Dierenwelzijn is een belangrijk onderwerp in onze maatschappij. De Nederlandse wetgeving voorziet in een integraal kader voor regels over gehouden dieren in de ‘Wet dieren’, waaronder specifieke regels voor dieren in de veehouderij. Het begrip ‘dierwaardig veehouderij’ is in 2024 onderdeel geworden van de Wet dieren, waarvan de 6 leidende principes, zoals opgesteld door de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), zijn opgenomen.
Om invulling te geven aan het amendement van de Wet dieren wordt in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) gewerkt aan nieuwe regelgeving over het voorzien in gedragsbehoeften van dieren in de veehouderij en over het stoppen dan wel zoveel mogelijk beperken van fysieke ingrepen. Hierin zal beschreven worden welke dierinhoudelijke maatregelen uiterlijk in 2040 (en zoveel eerder als mogelijk is) zullen gelden voor (in eerste instantie) de diersoorten melkvee, kalveren, varkens en pluimvee (alleen kippen) zodat een dierwaardige veehouderij bewerkstelligd wordt. De nieuwe regelgeving zal maatregelen bevatten op basis van reeds beschikbare kennis, maar ook maatregelen waarbij dit nog niet of niet volledig beschikbaar is. Aansluitend zullen ook dierinhoudelijke maatregelen volgen voor de overige sectoren.
Om te komen tot een dierwaardige veehouderij is voldoende kennis en onderbouwing vereist om de (dierinhoudelijke) maatregelen adequaat te kunnen vaststellen. Daarnaast is (praktijk) kennis nodig over hoe de gestelde maatregelen binnen de gestelde periode in de praktijk geïmplementeerd kunnen worden en bovendien dienen de kennisleemtes in kaart te worden gebracht over wat de gevolgen en mogelijke knelpunten zijn van het doorvoeren van de maatregelen om tot de dierwaardige veehouderij te komen.
Met de inwerkingtreding van de aangepaste Wet dieren en de daarop gebaseerde te maken invullingen, zal de veehouderij bewegen naar een dierwaardige veehouderij in 2040. Om te zorgen dat deze stappen verantwoord gezet kunnen worden naar een dierwaardige veehouderij in 2040 is het noodzakelijk dat kennisvragen in kaart worden gebracht over (1) de dierinhoudelijke maatregelen, (2) hoe deze maatregelen in de praktijk geïmplementeerd kunnen worden en (3) welke behoeften, gevolgen en of knelpunten er bestaan bij deze maatregelen.
Het doel van dit project is om te komen tot een kennisagenda Dierwaardige veehouderij voor de melkvee-, kalver-, varkens- en pluimvee sector (alleen kippen). In deze kennisagenda staan bovengenoemde kennisvragen beschreven welke beantwoord moeten worden om de veehouderij te laten voldoen aan de 6 leidende principes voor een dierwaardige veehouderij. Deze kennisvragen zijn zowel fundamenteel als praktisch van aard en richten zich ook op de mogelijke gevolgen van de ingezette aanpassingen. Relevante betrokkenen worden geconsulteerd om zo breed mogelijk te inventariseren welke vragen, behoeften en/of belemmeringen er bestaan op verschillende niveaus. Via een iteratief proces zullen de opgehaalde kennisvragen gestructureerd worden tot een concept kennisagenda in de vorm van een rapportage welke eind juni 2025 opgeleverd wordt en één van de bouwstenen vormt voor de invoeringsstrategie dierwaardige veehouderij.