
Project
B12 Herziening lijst met EF enterisch methaan
Bij reductie van de enterische methaanemissie van melkveerantsoenen wordt gestuurd op de emissiefactor (EF) voor methaan. De berekening van de EF van een rantsoen gebruikt een EF lijst voor voedermiddelen, maar die lijst leidt tot vragen in de praktijk. Die vragen worden beantwoord door de EF lijst te verbeteren en daarover te communiceren.
De enterische methaan uit melkveerantsoenen wordt uitgedrukt met de emissiefactor (EF, g CH4/kg DS) voor methaan. De EF-rantsoen wordt vastgesteld door de EF van de in het rantsoen gebruikte voedermiddelen naar rato op te tellen. Daarvoor is een lijst opgesteld met de EF voor alle in de melkveehouderij gebruikelijke voedermiddelen. Echter, in de praktijk leidt het gebruik van de EF lijst tot vragen bij (voer)adviseurs en veehouders. Enerzijds ontbreken er enkele voedermiddelen in de lijst en anderzijds wordt voor sommige producten de EF waarde betwijfeld, omdat de achterliggende logica niet wordt begrepen. Het project gaat de EF lijst aanpassen en hoopt zo voor veehouders begrijpelijke onderlinge verhoudingen tussen voedermiddelen aan te brengen. Dat wordt gerealiseerd door de basisrantsoenen in de rekenbasis te uniformeren. In het huidige model kent de rekenbasis 3 in meerdere opzichten verschillende basisrantsoenen (rantsoensamenstelling, voeropname en melkproductie), die voor de grondsstoffensamenstelling geoptimaliseerd zijn naar 3 in de praktijk veel voorkomende toepassingen. Dat geeft voor een aantal producten een trendbreuk (verspringende waarden) in de berekende EF bij interpolatie tussen de basisrantsoenen. Aangezien de interpolatie gebeurt op basis van een indicator voor hoe de pens functioneert (i.c. het aandeel snijmaissilage in het ruwvoer) zouden de basisrantsoenen ook alleen in het aandeel snijmaissilage moeten variƫren bij een vaste voeropname en melkproductie.
Daarnaast wordt de lijst uitgebreid met enkele producten die nu nog niet in de lijst staan, maar wel in de praktijk gebruikt worden. De resultaten worden besproken met praktijkvertegenwoordigers om tot een communicatieboodschap en communicatiestrategie te kunnen komen. De verwachting is dat het gebruik van de EF lijst in de praktijk beter wordt opgepakt als het effect van sturing op de EF begrepen wordt, waardoor de sturing toeneemt en effectiever wordt. Dit draagt bij aan de reductie van de methaanemissie.