Buckwheat for Biodiversity (B4B)

De geringe hoeveelheid bloeiende planten in ons huidige landschap leidt tot zorgen over mogelijke concurrentie tussen gehouden (honing)bijen en wilde bestuivers. Dit speelt met name in natuurgebieden, waar plaatsing van honingbijkasten een extra drukfactor zou kunnen vormen voor de laatst overgebleven populaties van bedreigde wilde bijen en zweefvliegen. Idealiter worden oplossingen gezocht waarbij aan de voedselbehoefte van zowel de honingbijen als de wilde bestuivers kan worden voldaan, in plaats van het beperken van de mogelijkheden voor imkers om hun kasten in of nabij natuur te plaatsen.

De teelt van boekweit kan daarin mogelijk een sleutelrol spelen. De teelt van dit gewas is in opkomst als vorm van natuur-inclusieve landbouw, onder meer omdat het goed groeit op arme gronden en weinig mest en gewasbeschermingsmiddelen vereist. Daarnaast bloeit boekweit lang en massaal en biedt veel nectar en stuifmeel voor zowel honingbijen als vele wilde soorten bestuivers.

Eerder onderzoek laat zien dat in een bloeiend boekweitperceel grote aantallen honingbijen aanwezig kunnen zijn, zonder dat dit het bloembezoek van wilde bijen en zweefvliegen verminderd. Een deel van deze honingbijen lijkt uit de omgeving te worden aangetrokken. Dat leidt tot de hypothese dat de teelt van boekweit nabij natuurgebieden wellicht niet alleen een extra voedselbron kan bieden voor gehouden èn wilde bestuivers, maar ook honingbijen uit natuur kan weglokken en daarmee het risico op concurrentie met de daar levende wilde bestuivers kan verlagen.

In dit project testen we (Wageningen Universiteit en Wageningen Environmental Research) deze hypothese in samenwerking met een netwerk van boekweittelers en natuurorganisaties, door dichtheden en soortenrijkdom van wilde bestuivers te vergelijken in natuurgebieden met en zonder nabijgelegen boekweitteelt.