Project
CC-NL
De koolstofvoorraad in de bodem van Nederland in circa 1998 is bepaald aan de hand van bemonsteringgegevens van 1392 locaties van de Landelijke Steekproef Kaarteenheden (LSK). In 2018 gaf het Ministerie van LNV opdracht om de dataset te actualiseren met het oog op komende klimaatrapportages (2020 – 2030). Met dit doel is in 2018 een nieuwe meetcampagne uitgevoerd en de resultaten hiervan zijn gebruikt om de verandering in koolstofvoorraad in de bodem Nederland te berekenen over de periode 1998 – 2018 (Tol, van et al., 2019). Daarnaast is in 2018 een standaardset aan bodemparameters geanalyseerd. Dit heeft er voor gezorgd dat de staat van de Nederlandse landbouwbodems in 2018 is gerapporteerd (Elsen, van den et al., 2020). In de brief ‘Reactie op brief ‘Afspraken ketenpartijen’ en voortgang Nationaal Programma Landbouwbodems’, gestuurd op 4 september 2020 aan de voorzitter van de kamer, geeft de minister van LNV aan dat het volgende moment voor deze monitoring in 2024 zal zijn, met als doel om de voortgang in de kwaliteit van de landbouwbodems te volgen.
Vanuit het bodembeleid (Nationaal Programma Landbouwbodems) is afgesproken dat elke vijf jaar een steekproef moet worden uitgevoerd naar de staat van de Nederlandse bodems. Het accent ligt in deze steekproef op de landbouwgronden. De vorige, en eerste (nulmeting), steekproef is uitgevoerd in 2018, gericht op koolstof. In 2019 zijn de bodemmonsters van deze steekproef onderzocht op de bodemindicatoren van de BLN.
De vijfjaarlijkse landelijke steekproef geeft een duidelijk beeld van de staat van de Nederlandse bodem en inzicht over de trends hierin als gevolg van onder meer de inzet van duurzaam bodembeheer. De bodem wordt beoordeelt aan de hand van de BLN (Nederlandse bodem indicatoren) indicatoren. Het is belangrijk om de steekproef met dezelfde bodemindicatoren uit de BLN (1.0/1.1) uit te voeren en deze elke vijf jaar plaats te laten vinden zodat er veranderingen in de bodem zichtbaar worden. Door consistent een tijdsprong van vijf jaar te maken en dezelfde locaties te meten kan de data goed vergeleken worden, ook met zicht op de toekomstige steekproeven die zullen plaatsvinden. Inzicht in de veranderingen van de bodem kan veel kennis opleveren. De data kan vergeleken worden met de praktijken en bodembeheer maatregelen die zijn uitgevoerd op het land of met de invloed van klimaatverandering.