
Project
Designing biodiverse agroecosystems: evidence for net impacts of diversification
Een belangrijk ontwerpprincipe in nieuwe natuur-positieve landbouwsystemen is diversificatie: het vergroten van het aantal geoogste gewassen en/of vee en niet-geoogste organismen die essentiële diensten leveren (gezamenlijk de ‘agrobiodiversiteit’ genoemd) dat wordt gecombineerd op bedrijfsniveau of binnen één perceel. De gedrachte is dat resulteert in duurzamere agroecosystemen, ondermeer via een grotere veerkracht tegen stressoren, een grotere natuurlijke biodiversiteit (natuurwaarde) en een groter aanbod van ecosysteemdiensten. Maar hoewel deze voordelen intuïtief logisch zijn, is er tot nu toe maar weinig hard wetenschappelijke bewijs voor welke voordelen worden gerealiseerd, in welke mate, en onder welke voorwaarden.
Ons project heeft tot doel een wetenschappelijke onderbouwing te leveren voor de effecten van diversificatie op de prestaties van het landbouwsysteem in termen van productiviteit, ecosysteemdiensten, natuurlijke biodiversiteit en voedselveiligheid. We onderzoeken synergieën en trade-offs tussen deze factoren en ontwikkelen een beoordelingskader om beslissingen te nemen over optimale ontwerpen van gediversificeerde landbouwsystemen. We richten ons hierbij zowel op diversificatie op bedrijfsniveau als op perceelsniveau, en focusen op vormen van agroforestry (landbouwvormen die tenminste deels bestaan uit houtige gewassen). Om te zorgen dat producten van gemengde boerderijen efficiënt kunnen worden geïntegreerd in bredere markten en aan de vraag kunnen voldoen, zullen we bovendien de ontwikkeling van innovatieve waardeketenmodellen en agrologische raamwerken ondersteunen.
In dit project werken we aan wetenschappelijke onderbouwing voor, en een
demonstratie van de effecten van een grotere agrobiodiversiteit in het landbouwsysteem op de veerkracht ervan, de natuurlijke biodiversiteit die er kan overleven en de levering van ecosysteemdiensten, inclusief voedselveiligheidswaarden. Omdat harde data momenteel nog grotendeels ontbreken om zulke effecten te onderbouwen, investeren we in een meerjarige monitoringcampagne, in nauwe samenwerking met bestaande testlocaties en boerennetwerken. We vergelijken sets van contrasterende landbouwsystemen, en onderzoek zo de effecten van verschillende aspecten van de diversificatie, zoals de opname van meerjarige houtachtige gewassen (bomen, struiken) en soortenrijke graslanden in de akkerbouw of veehouderij, en het aantal gewas- of veesoorten dat in het systeem is opgenomen. Hierbij maken een onderscheid tussen gemengde productie op bedrijfsniveau (d.w.z. op verschillende percelen) en de integratie van dezelfde componenten binnen één perceel.
Om de consequenties van verschillende ontwerpopties met betrekking tot diversificatie beter te overzien, werken we aan een beoordelingskader (beslismodel) met meerdere criteria. Zo brengen we ‘trade-offs’ in beeld tussen verschillende aspecten van duurzaamheid, waaronder de winst (of het verlies) aan biodiversiteit, productiviteit, gezondheid en veerkracht, en economische haalbaarheid. Zo willen we de besluitvorming van zowel boeren als beleidsmakers ondersteunen.
Verder streven we ernaar de belangrijkste randvoorwaarden te identificeren die bepalend zijn voor de realisatie van netto voordelige ontwerpen. Denk hierbij aan et gebruik van adaptieve rassen, (a)biotische landschapsomstandigheden, logistieke vereisten voor opslag, transport en verkoop van een breed scala aan producten, maar ook marktketens en klanteisen.