Project

Effecten van beleid op verdienvermogen (fiche)

De Nederlandse landbouw kenmerkt zich door ondernemerschap en innovativiteit. Dat geldt op het niveau van de primaire sector, maar ook op dat van de ketens (supply chains).  Dit heeft bijgedragen aan de sterke positie die de sector zowel in EU-context, als internationaal heeft. Drijvende krachten daarachter zijn efficiëntieverbetering, productiviteitsgroei en een adequaat verdienmodel. De landbouw ziet zich geconfronteerd met nieuwe en toenemende bestaande opgaven. Dit daagt ondernemers uit en raakt het huidige en toekomstig verdienvermogen van de sector. Daarbij is sprake van een veelheid aan factoren die spelen.

De opgaven op verschillende dimensies, zoals klimaat, milieu, water, biodiversiteit en dierwaardigheid;
Ontwikkelingen en verschuivingen in de marktcontext die primaire sector en ketens (vgl CSRD, verduurzamingsinitiatieven, EU Farm2Fork Strategie) raken;
De rol van nationaal (regulering, standaarden, certificering, doelsturing) en EU-beleid (vgl carbon farming, landbouw-ETS);
De rol van lokaal (provincies) beleid (bijv ANLb en extensies daarvan; vergunningen).

Deze factoren en hun samenspel stellen eisen aan het ondernemerschap en het voortdurend inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Het behoud en de ontwikkeling van het verdienvermogen is daarin een cruciale variabele. Onderzoek is nodig om de impact van ontwikkelingen zoals bovenstaand genoemd op het verdienvermogen in kaart te brengen en het beleid en ketenpartijen handvaten te bieden om waar gewenst en nodig private en publieke interventies te plegen.

Middels dit project wordt er beoogd om samen met LVVN te werken aan manieren om de effecten van beleid op het verdienvermogen van de agrarische sector goed in beeld te krijgen en handvaten te bieden voor private en publieke interventies gericht op het behoud en de ontwikkeling van een adequaat verdienvermogen. Dit project helpt  om invulling te geven aan de bredere behoefte om meer inzicht te hebben in de effecten van agrarische beleid op het verdienvermogen van de agrarische sector. Deze behoefte wordt geuit in een motie vanuit de Tweede Kamer (motie Van der Plas c.s. - 36 410-XIV, nr. 82) en in het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB. Dit project kan hier deels invulling aan geven door goede methodieken en analyses te maken over de effecten van (gebied-specifiek) beleid op het verdienvermogen van de agrarische sector.

Publicaties